Bijbelstudie | Genadegevers zijn

We vroegen Hector Arana, directeur van partnerorganisatie AMG Filipijnen, om een Bijbelstudie te schrijven over de waarde van bezit. Hoe kijken mensen op de Filipijnen naar bezittingen en wat doet het met je als een tyfoon al je (toch al weinige) bezittingen verwoest? Welke les kunnen wij hieruit leren als christenen in het rijke westen?

De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen. – Psalmen 24:1

Ongeveer 1.4 miljard mensen leeft in extreme armoede. Dat betekent dat ze geen beschikking hebben over de eerste levensbehoeften. Nog eens 1.1 miljard mensen leeft van een bestaansminimum. Al met al treft armoede bijna 40 procent van de wereldbevolking.

Als partner van Woord en Daad wil ik kort wat delen over 2 Koningen 4: 1-7. Deze verzen staan centraal binnen onze organisatie omdat het gaat over duurzame verandering en kracht. Dit gedeelte van Koningen gaat over een weduwe die Elisa, de door God gezonden profeet, om hulp vroeg omdat één van haar kostbaarste bezittingen van haar was afgenomen door schuldeisers. Ik licht een paar verzen uit:

• Vers 2: En Elisa zeide tot haar: Wat zal ik u doen? Geef mij te kennen, wat gij in het huis hebt. En zij zeide: Uw dienstmaagd heeft niet met al in het huis, dan een kruik met olie.
  Bij AMG beoordelen we iedere situatie opnieuw. Welke hulp, groot of klein is hier geschikt? Veel mensen hechten geen waarde aan ‘de kleine dingen’, maar God schiep een klein zaadje om een mooie bloem te worden.
• Vers 3: Toen zeide hij: Ga, eis voor u vaten van buiten, van al uw naburen ledige vaten; maak er niet weinig te hebben.
  We kunnen onze problemen niet in ons eentje oplossen. Maar God gebruikt de mensen die meer ontvangen hebben, om de minderbedeelden te helpen. Als we alle kleine dingen samenbrengen, is het een groot totaal. Als dat gezegend wordt, kunnen er wonderen gebeuren!
• Vers 7-8: En de olie stond stil. Toen kwam zij, en gaf het den man Gods te kennen; en hij zeide: Ga heen, verkoop de olie, en betaal uw schuldheer; gij dan met uw zonen, leef bij het overige.
  Zegen heeft een einde. God leert ons goede rentmeesters te zijn, zodat alle zegeningen die de Heere ons geeft duurzaam zijn. Én zodat we overvloed hebben en daarmee andere kunnen helpen.

Getuigenis
In 2013 verwoestte tyfoon Haiyan een groot gedeelte van de Fillipijnen. AMG en Woord en Daad kwamen in actie om de inwoners van oost-Samar te helpen. Toen we hen vroegen: waarmee kunnen we je helpen? kregen we telkens hetzelfde antwoord: we hebben niets. Ik herinner me dat Woord en Daad veel geld heeft ontvangen vanuit de achterban. Er werd gul gegeven! De Heere heeft uw vrijgevigheid vermenigvuldigd: gezinnen wonen weer in veilige huizen en er zijn nieuwe scholen gebouwd die ook als evacuatieruimten worden gebruikt wanneer een ramp zich voordoet. Maar bovenal werd deze regio geestelijk rijk gezegend. Er werden vier kerken gesticht!

Ook veel  jongeren werden geholpen, van wie sommigen nu een baan hebben en hun gezin kunnen onderhouden. Boeren worden opgeleid en continue bijgeschoold. Er lopen verschillende duurzame projecten, zoals het abacaproject.

Gevallen wereld
De wereld zoals God die geschapen heeft, beschikt over voldoende middelen om ons in alles te voorzien wat we nodig hebben. Maar in de gevallen wereld waarin we leven, ervaren veel mensen Gods overvloed niet. Anderen ervaren wel dat in hun behoeften wordt voorzien, maar tegen hoge kosten (emotioneel, fysiek, relationeel) voor zichzelf en de mensen om hen heen. En dan zijn er nog de mensen die erg rijk zijn, maar dit geworden zijn op manieren die anderen of zichzelf schaden.

Als je alleen rent, noemen we het een race. Maar als God met ons meeloopt, noemen we het grace – genade. Laat dit ons eraan herinneren dat we niet alleen de hulp van God nodig hebben op onze reis, vooral in deze onzekere en moeilijke tijden, maar dat wij ook onze naasten mogen helpen. Laten we ons niet ontmoedigen door tegenslagen of ons laten intimideren door de pandemie waarin we ons nu bevinden. Onthoud dat een klein mosterdzaadje zal uitgroeien tot een boom. Laten we genadegevers zijn. God gaf ons bezittingen, rijkdom en talenten. Laten we, met alles wat we gekregen hebben, tot zegen zijn voor anderen. Gods zegen voor u allemaal!