Nieuws en verhalen

Test Bericht

Lorem

‘Deze vakschool staat bekend om discipline en structuur’

‘Ik bid tot de Almachtige dat Hij me zal leiden op het juiste carrière pad.’ Somrat Sakar is bewust bezig met zijn toekomst. In januari begon hij aan een tweejarige technische opleiding aan de vakschool. De Bengaalse jongen droomt er van om engineer te worden. Zijn moeder steunt hem in die droom. Ze heeft het beste voor met haar jongens, al loopt ze vaak tegen de grenzen van haar kunnen aan.

‘We waren een gezin met vier personen. De situatie van ons gezin is niet zo goed,’ vertelt Somrat. Zijn moeder trouwde op jonge leeftijd en kreeg twee zoons, maar haar man is nauwelijks betrokken op het gezin. ‘Mijn broer en ik gingen naar de dorpsschool dankzij de inspanning van onze moeder. Toen ik vijf jaar was, verliet onze vader ons. Dat brak mijn moeders hart.’

Schoolgeld

Somrats moeder vind werk als huishoudelijke hulp bij andere gezinnen. Het gezin kan eigenlijk niet rondkomen. ‘Mijn oudere broer en ik groeiden op in armoede, maar op een of andere manier lukte het mijn moeder om schoolgeld te betalen.’

De broer van Somrat volgt een opleiding aan de vakschool van CSS en stroomde door naar de universiteit. Daar kan hij studeren dankzij steun van een andere organisatie. ‘Mijn broer helpt me om mijn carrière pad te ontwikkelen. Met die aanmoediging volgde ik zijn voetstappen en schreef me in bij de vakschool van CSS. Ik ben heel dankbaar dat ik hier een vak kan leren, want het schoolgeld is relatief laag in vergelijking tot andere scholen.’

Vakonderwijs

Woord en Daad werkt samen met CSS om jongeren in Bangladesh een vakopleiding te bieden. De school heeft verschillende vakopleidingen die de jongeren voorbereid op de arbeidsmarkt of aansluiting biedt op een vervolg studie. ‘Mijn moeder is tevreden, want deze vakschool staat bekend om de discipline en de gestructureerde manier van werken.’

Somrat vertelt dat de docenten gedreven zijn en dat de praktijklokalen goed zijn uitgerust met machines en gereedschap. Ook de veiligheid van de werkplekken wordt goed in de gaten gehouden.

In januari 2022 startte Somrat zijn opleiding. ‘In de eerste zes maanden leerde ik veel praktische dingen. Ik ben hoopvol dat ik na mijn examen de vaardigheden heb om in de techniek te werken.’ Somrat wil graag engineer worden. Een droom die zijn moeder steunt. ‘Ik werk hard om die droom waar te maken. Ik bid tot de Almachtige dat Hij me zal leiden op het juiste carrière pad.’

Lucia: ‘Dankbaar voor Gods zegen’

‘Dankzij de training heb ik het vertrouwen dat we in ons levensonderhoud kunnen voorzien met mijn bedrijf,’ vertelt Lucia Yuvachandrakumar uit Sri Lanka. De 43-jarige moeder heeft met haar bedrijf een belangrijk aandeel in het gezinsinkomen. Zeker nu haar man minder werkt als gevolg van de economische situatie in het land.

Lucia is getrouwd met Kamal. Haar man heeft een driewielmotor die hij verhuurd. Daarnaast is hij parttime voorganger in de ‘Jesus the Saviour Church’. ‘Door het tekort aan brandstof is het inkomen van mijn man gedaald,’ vertelt Lucia. Sinds begin dit jaar verkeerd Sri Lanka in een diepe economische crisis. De inflatie is hoog, er is een tekort aan brandstof en gas en de overheid is failliet.

Training

Voor Lucia is het niet de eerste keer dat ze geconfronteerd wordt met financiele uitdagingen. Als kind groeide ze op in Mannar. Toen ze zestien was, verliet haar vader het gezin. Daardoor stond haar moeder er alleen voor. Als gevolg van de burgeroorlog die Sri Lanka teisterde in de jaren ’90 had het gezin veel financiele zorgen. Lucia’s moeder besloot in het Midden-Oosten te gaan werken. Lucia en haar zus woonden bij haar tante. In die jaren leerde ze Kamal kennen.

‘Ik houd van naaien en in het verleden heb ik training gevolgd,’ vertelt Lucia. ‘Ik heb een naaimachine thuis en ik nam ook wat opdrachten van buurtgenoten aan. Daarmee verdiende ik gemiddeld zo’n 25.000 roepies per maand.’

Zegen

Begin dit jaar wordt Lucia geselecteerd door partnerorganisatie YGRO voor een aanvullende training. Samen met YGRO ondersteunt Woord en Daad mensen in Sri Lanka om een waardig inkomen te verdienen. De focus ligt op het ondersteunen van jongeren (tot 35 jaar), maar afhankelijk van de kansen die er zijn en de sector ondersteunen we ook mensen die ouder zijn.

‘Deze cursus verbeterde mijn vaardigheden. Ik leerde pailletten stikwerk en sari knippen. Ik bracht zelf de materialen en stof voor de training mee. Dankzij de training heb ik het vertrouwen dat we in ons levensonderhoud kunnen voorzien met mijn bedrijf. Dankzij deze nieuwe vaardigheden kan ik vanuit huis werken en mijn bedrijf combineren met de zorg voor het gezin.’ Lucia verdient nu gemiddeld 35.000 roepies per maand. ‘Ik dank God voor Zijn zegen aan ons.’

Daarom zetten wij ons in!

Het werk van Woord en Daad wordt gedragen door duizenden vrijwilligers. We hebben een aantal van hen gevraagd waarom zij zich inzetten voor Woord en Daad.

Ik ging met pensioen en dacht: ‘Wat nu? Vrijwilligerswerk?’

Bij de Woord en Daad kringloopwinkel in Waddinxveen kan iedereen zijn of haar capaciteiten inzetten.
Het is fijn om er te werken voor ons project in de Filipijnen. Maar ook voor de gezelligheid en sociale contacten met elkaar en de klanten.
Als meubelcoördinator sta ik samen met de meubel- en chauffeursploeg elke maandag weer voor de grote uitdaging om van alle ingekomen meubels een mooie opstelling te maken.
Het blijft voor ons een grote uitdaging om de mooiste kringloop van Zuid-Holland te zijn. Als wij de lange rij klanten bij de deur en de kassa zien, maar ook de blijde gezichten en complimenten horen van de klanten, geeft dat ons veel voldoening.

Jacob Wilter, kringloopwinkel Waddinxveen

Bezig zijn voor comité Alblasserdam doe ik al heel wat jaren met veel plezier.

Het is fijn om je in te zetten voor je medemensen in verschillende landen waar je voor spaart en verschillende projecten waarvoor je door middel van acties geld probeert op te halen.
Samen met andere comitéleden, en niet te vergeten de vrijwilligers buiten het comité om die ons helpen.

Janneke van der Kruijt, comité Alblasserdam

Ik voel me bevoorrecht dat ik mag werken bij Woord en Daad.

Mijn oma sponsort al kinderen vanaf het begin. Haar passie om door het geloof en samen met God en andere mensen te helpen, heb ik geërfd. Het is zo fijn om te weten dat ik op deze manier meewerk aan Gods Koninkrijk.
Ik leer veel over andere landen en hoe ik het beste dingen kan omschrijven in brieven. Hoe ik bijvoorbeeld een verhaal schrijf voor nieuwe kinderen die gesponsord kunnen worden of hoe ik ingezonden filmpjes van de sponsorkinderen kan sturen naar de sponsors met een leuke tekst erbij. Er zijn veel verschillende dingen te doen en ik denk voor ieder wat wils, thuis en op kantoor. Met fijne collega’s en een veilige werkomgeving ben ik van plan om nog lang vrijwilliger te blijven bij Woord en Daad!

Moïsyàh Shafiei Sabet, kantoorvrijwilliger Sponsoring

 

Kom ook naar World Food Day #2022 op 17 oktober!

Tijdens de World Food Day Show staan we stil bij de wereldwijde honger en voedselonzekerheid, in het kader van Wereldvoedseldag. We verkennen deze avond uiteenlopende manieren waarop lokale voedselsystemen oplossingen kunnen bieden. Moeten we naar lokaal en kleinschalig of juiste op grote schaal voedsel blijven produceren? Terug naar puur natuur of juist technologie omarmen?

De World Food Day Show is een initiatief van verschillende NGO’s en biedt een inspirerend programma waarin we aandacht besteden aan de verschillende visies op een betere, voedselzekere toekomst. Dat doen we onder meer met de nationale première van The Future of Food (2022), een film waarin Hidde Boersma en Joris Lohman twee tegenstrijdige perspectieven onderzoeken.

Aansluitend is er een internationaal nagesprek met de makers van de film, Madelon Meijer – beleidsadviseur landbouw en voedsel voor Oxfam Novib – en de Zuid-Soedanese Ogen Rwot Denish, onder andere pleitbezorger van Hold the Child Organization (HCO). Tweede Kamerlid Derk Boswijk (landbouwwoordvoerder CDA) is ook aanwezig en zal ingaan op de rol van Nederland als het gaat om het ontwikkelen van duurzame voedselsystemen wereldwijd.

Wil je hierbij aanwezig zijn en de filmmakers en panelleden 1 op 1 ontmoeten? Dat kan vanaf 19.00 in de lounge naast de Grote Zaal. Kortom, maak je klaar voor een inspirerende avond kauwen op het weerbarstige vraagstuk van wereldwijde voedselzekerheid.

‘Wij hebben onze rechten,’ zingen deze vrouwen, vechtend tegen kinderarbeid in West-Afrika

Wereldwijd werken 50 miljoen mensen in gedwongen arbeid, 10 miljoen meer dan vijf jaar geleden. Dat nieuws brachten de IOM, IAO en mensenrechtenorganisatie Walk Free recent naar buiten. In West-Afrika gaat het veelal om kinderen en jonge vrouwen die onder slechte omstandigheden werken als huishoudelijke hulp. Het verhaal van Burkinese vrouwen die deze vorm van uitbuiting krachtig tegengaan: ‘Wij zijn sterk, dus we zullen blijven strijden.’ Een verslag van Wendy van Amerongen, van Woord en Daad.

Om enigszins zicht te krijgen op de problematiek van huishoudelijke kinderarbeid in West-Afrika, reizen we samen met onze partner AFAS naar Burkina Faso. Een dag na aankomst beginnen we onze reis met een bezoek aan een bushalte. Het is de plek waar meisjes van het platteland naar de stad worden gebracht om hun reis te beginnen. Zelf denken ze dat ze voor hun familie gaan zorgen en hopelijk onderwijs kunnen volgen, maar meestal eindigen ze in gedwongen werk.

Terwijl we de meisjes voor het eerst in de verte zien, proberen we hun leeftijd te schatten: sommigen nog geen 10 jaar, anderen misschien 17 jaar. Als we daadwerkelijk met ze praten, worden we diep geraakt door hun verhalen. De vraag dringt zich aan ons op: is het echt mogelijk om te werken aan dit zware probleem van kinderarbeid en uitbuiting? Het lijkt zo sterk ingebakken in de armoede en de cultuur.

Lees verder op viceversaonline.

beeld , viceversaonline.nl

 

Driedubbele crisis verlamt straatarm Haïti

Het plan van de Haïtiaanse regering om de subsidie op brandstof terug te schroeven, heeft de woede van de bevolking ontketend. Achter de ontstane onrust gaan echter dieperliggende problemen schuil.

Ondanks dat veel burgers van het straatarme Haïti toch al worstelen met de hoge kosten voor levensonderhoud, kondigden de autoriteiten midden september aan een einde te maken aan de brandstofsubsidie. Dat leidde tot grote onrust, die nog altijd voortduurt. Ook deze week gingen duizenden mensen uit protest de straat op.

Door de gestegen brandstofkosten komen veel Haïtianen in de knel, zegt Daniel Jean-Louis vanuit de hoofdstad Port-au-Prince. De Haïtiaan is directeur van Parole et Action, een partnerorganisatie van ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad. „Alles in het land draait uiteindelijk op brandstof”, licht hij toe. De elektriciteitsvoorziening in Haïti is zo onbetrouwbaar, dat bedrijven –maar ook instellingen zoals ziekenhuizen– eigen dieselgeneratoren hebben.

Lees verder in het RD van 30 september 2022.

beeld AFP, Richard Pierrin

 

Thuis in actie voor Sport for Others

Wat doe je als je vader 150 kilometer in Limburg aan het fietsen is voor Sport for Others en opa heeft heel veel walnoten?

Sta op | Column Rina Molenaar

Deze column verscheen ook op RD.nl op 28 september 2022.

„Dit was voor ons de grens, en het enige wat we als gast van de vergadering konden doen was opstappen”, waren de ferme woorden van zowel premier Rutte als minister Kaag, nadat ze afgelopen week opstapten tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.

Kamerlid Baudet was voor de premier en de minister van Financiën duidelijk de grens van fatsoen en respect overgegaan. De bijdrage van Baudet stond dan ook bol van complotten en verdachtmakingen. Vergelijkbare insinuaties hebben eerder al veiligheidsconsequenties gehad voor bewindspersonen en Kamerleden, inclusief hun gezinnen. Het hele kabinet acteerde beslist en stond op. Een historisch moment.

Farid Azarkan, fractievoorzitter van Denk, stelde niet veel later aan de microfoon een vraag: „Waarom stapt het kabinet nu wel op, maar als hele bevolkingsgroepen door andere leden van de Tweede Kamer worden beledigd tijdens een debat niet?” Hij kwam op voor bevolkingsgroepen die zich geschoffeerd voelen en waarvan sommigen te maken hebben met dreiging en geweld. Het bekende geroffel op de bankjes in de Tweede Kamer volgde.

De Algemene Politieke Beschouwingen van vorige week gaven zo weer de nodige dynamiek. Nieuwssites werden gevuld met uiteenlopende analyses van wat er had plaatsgevonden. Op afstand sloeg ik het met gemengde gevoelens gade. Ligt het nu aan mij of wordt het ”me, myself and I-gehalte” steeds groter in Den Haag? En is dát niet de oorzaak van het tanende vertrouwen in de politiek? Houd me ten goede: ook ik ben een voorstander van werken op basis van respect en fatsoen, maar de actie van het kabinet bevestigt het beeld van navelstarende politici die vooral met zichzelf bezig zijn.

Afgelopen week leek ik toeschouwer te zijn van een schouwspel waarbij vanuit eigen ivoren torens grote dingen naar elkaar geroepen werden. Een begrip vanuit een diepe verbondenheid lijkt te ontbreken. Dat bestuurders opstaan als integriteit en veiligheid bedreigd lijken te worden, is op zichzelf bemoedigend. Opmerkelijk is wel dat bestuurders pas geraakt lijken zodra eigen integriteit ter discussie wordt gesteld.

De grote uitdagingen die er in Den Haag liggen en die ons aller verantwoordelijkheid zijn, vragen grensverleggend denken en handelen. Ik merkte afgelopen week dat het begrenzende doen en handelen me meer en meer irriteerde. Het is goed om grenzen te trekken als er normen worden overschreden, maar er is grensverleggend denken nodig voor kwetsbare groepen van wie de veiligheid op het spel staat, in Nederland en wereldwijd. Daarom neem ik u even mee naar Afrika.

Een paar weken terug stond ik aan de kust van het prachtige West-Afrikaanse land Benin. „De zee neemt elk jaar 10 meter land in bezit door de grote kusterosie”, vertelden agronomen me. Het probleem van kusterosie is enorm. „Mijn woning heb ik verlaten, omdat de zee steeds dichterbij komt en het niet lang meer duurt tot mijn huis in zee verdwijnt”, vertelde een vrouw die elke dag met haar handel de straat op gaat om rond te komen. In Benin zag ik in de kusterosie de directe gevolgen van klimaatverandering. Een sociaal vangnet voor de meest kwetsbaren in de samenleving is er niet. Op steunpakketten vanuit de overheid hoeft de straatverkoopster niet te rekenen.

De aanpak van klimaatverandering vraagt in Den Haag en bij ons allemaal om een aanpak waarin ieder verantwoordelijkheid neemt: nationaal en internationaal, op grote schaal en binnen onze persoonlijke invloedssfeer. Als de straatverkoopster op ons netvlies staat, komt het klimaatdebat in een ander perspectief te staan. Het wordt er niet makkelijker op, maar het daagt wellicht beleidsmakers, ondernemers, boeren, burgers en buitenlui uit om creatief en grensverruimend te handelen.

Laten we bij grote problemen die in Nederland opdoemen vooral niet te snel een grenslijn om eigen land trekken en denken dat we onze eigen problemen binnen de grenzen van Nederland kunnen oplossen, terwijl de veiligheid voor veel kwetsbaren in het geding is.

De uitdagingen die op ons afkomen, vragen om een internationale aanpak. Daarom een krachtige oproep aan politici in Den Haag. Trek grenzen waar het moet. Sta op voor de kwetsbare naasten. Doorbreek grenzen voor wie (mede als gevolg van door ons veroorzaakte, grenzeloze klimaatgevolgen) eigen veiligheid in het geding is.

De auteur is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.

Beeld ANP, Sem van der Wal

Even bellen met: Peter van Brussel, voorzitter comité Goeree-Overflakkee

Samenwerking is waardevol

Jullie hielden een wandeltocht in Middelharnis, in samenwerking met de plaatselijke Woord en Daad kringloopwinkel. Mooi! Kunt u hier iets over vertellen?
Zelf deed ik meerdere keren mee met Sport for Others. Daardoor kwam ik op het idee van een wandeltocht. Binnen ons comité was iedereen enthousiast.
Bij het uitwerken van de plannen ontstond het idee om de kringloopwinkel als startpunt aan te houden. Het contact met de winkel verliep goed en leuk. We kunnen elkaar versterken. Tijdens de wandeltocht kwamen er ook mensen speciaal naar de winkel omdat deze extra open was. Dus win-win.

Wat komt er allemaal bij kijken om dit te organiseren?
Het is belangrijk om eerst te inventariseren wanneer je de actie wilt doen en te kijken of je genoeg mensen kunt krijgen die mee willen helpen. Dan kun je verder denken: Hoe lang wordt de tocht? Waar gaan we starten? We kozen voor routes van 5 en 11 kilometer en liepen deze eerst zelf. De routes hebben we uitgezet met een bus spuitverf. Deze vergaat na een paar weken weer, heel makkelijk!

Hoe kijken jullie terug op de tocht?
We hadden supermooi weer. De deelnemers waren enthousiast, veel mensen gaven aan volgend jaar weer mee te willen doen. Op naar volgend jaar!

Zijn jullie van plan om meer acties samen te gaan doen met de winkel?
Voor nu nog niet. We houden het bij de wandeltocht en wie weet volgen er in de toekomst nog andere acties.

Hebben jullie tips voor andere comités?
Zoek de samenwerking als winkel en comité. Je kunt elkaar helpen en versterken, we werken allemaal voor hetzelfde doel. Begin ook op tijd met het aanvragen van een vergunning, ongeveer een half jaar van tevoren. Dan heb je zekerheid dat het door kan gaan. Als je die zekerheid hebt, kun je volop gaan promoten. Daarnaast willen we volgend jaar ook een langere tocht aanbieden, voor de mensen die meer uitdaging willen. Verder hadden we een verkooptafel, die werd geregeld door Marja vanuit ons comité. Zij maakt zelf Flakkeese kruukplaetjes, heerlijke koekjes. En we verkochten postzegels en kaarten. Dit leverde mooie extra inkomsten op.

Waarom deze familie hun houten huis gebruikte als brandhout

Stukje bij beetje verdween het huis. Het was ooit gebouwd met goede intenties. Eén van de armste gezinnen in het gebied was uitgekozen: zij kregen een nieuw houten huis!

Joanne: ‘Alle kinderen in deze wereld hebben recht op goed onderwijs’

Joanne Verheij (25) vaart samen met haar man Matteo op hun binnenvaartschip door Nederland, Duitsland en België. Voor het leven aan boord, zegde ze haar baan in het basisonderwijs op en besloot ze Ukkeplukje op te richten. ‘Nadat we getrouwd waren zochten we een mooie manier om bij te dragen aan goede doelen. Zo kwamen we ook terecht bij Woord en Daad. We vinden het heel belangrijk om een organisatie te ondersteunen die in het onderwijs Gods Woord verspreidt. Daarnaast hebben wij het hier in Nederland zo goed, dat het onze taak is om onze zegeningen te delen met

Woord en Daad-winkel Krimpenerwaard is er voor iedereen

Heel even ontmoeten hun ogen elkaar. Willemieke steekt haar duim op. ‘Goed gedaan!’ Glunderend buigt Celina zich weer over de kassa. Hulphond Roos ligt rustig aan haar voeten. Werk geeft voldoening, maar niet voor iedereen liggen de banen voor het oprapen. Zo blijkt het in Sri Lanka voor veel jongeren moeilijk om werk te vinden. Ook in Nederland vallen mensen om allerlei redenen buiten de boot. Woord en Daad winkel Krimpenerwaard zet zich juist voor déze mensen in. Ver weg, maar ook heel dichtbij.

‘Ik ben echt trots op hoe ze het doet!’ zegt Willemieke de Jong, met een hoofdknik naar Celina. Zittend aan de ronde tafel maakt ze samen met Corine Offermans graag even tijd voor het interview. ‘We zijn er voor iedereen, maar vooral voor kwetsbare mensen,’ vult Corine aan. ‘Dat was de wens van Geert Schuphof, de ‘motor’ van deze kringloop, al vanaf het eerste begin.’

De kringloopwinkel aan de Tiendweg 45B in Krimpen aan de Lek draait inmiddels ruim twee jaar. Oog voor de ander, dat kenmerkt de vrijwilligers. Zo zetten ze zich samen in voor hetzelfde doel: een project van Woord en Daad in Sri Lanka, waardoor jongeren via training en arbeidsbemiddeling aan een baan worden geholpen. Maar ook in de winkel zelf komt dit tot uiting.

Opbloeien

‘Ik geniet hier zo van!’ De ogen van Willemieke stralen als ze over haar vrijwilligersactiviteiten vertelt. De 39-jarige inwoner van Krimpen staat het liefst achter de kassa, vertelt ze. ‘Mensen met een goed gevoel de deur uit zien gaan. Dat vind ik echt geweldig.’ Ook begeleidt ze een aantal vrijwilligers met een beperking, zoals Celine die een vorm van autisme heeft. ‘In het bedrijfsleven vinden ze geen aansluiting. Maar hier zie je ze opbloeien, dat is zo mooi.’

‘Ik vind het echt knap dat je zoiets bedenkt en uitwerkt,’ haakt Corine (54) hier meteen op in. Als vrijwilligerscoördinator draagt zij onder andere zorg voor de planning en de (intake)gesprekken met vrijwilligers. ‘Ja, maar jij bent weer een kei in het maken van de roosters,’ vindt Willemieke. ‘Je bent het smeermiddel tussen alles en iedereen, omdat je in het bestuur zit én veel in de winkel bent. Echt mooi dat iedereen iets doet wat hij of zij leuk vindt en goed kan.’

Het artikel gaat verder onder de foto.

Vrijwilligers

Wijzend: ‘Die leuke hoekjes hebben we bijvoorbeeld aan onze styliste Nelleke te danken. Met spulletjes die je zelf nooit bij elkaar zou uitkiezen, weet zij een mooi geheel te maken.’ En dat niet alleen: ‘Soms zoekt ze op Marktplaats naar gratis op te halen spullen. En die knapt ze dan weer op om in de winkel te kunnen verkopen.’

De Woord en Daad winkels draaien volledig op vrijwilligers. En daar komt van alles bij kijken, bijvoorbeeld het maken van roosters. ‘Wij hebben ongeveer 70 vrijwilligers en zo’n 70% van de maand krijg ik gedekt met de vaste groep,’ legt Corine uit. ‘De rest probeer ik dan kloppend te krijgen met vrijwilligers die geen vaste dagen werken. Ook als er onderling geruild moeten worden is dat eigenlijk nooit een probleem.’ Soms zet ze zichzelf wat extra op het rooster. ‘De planning moet toch kloppen!’

Werk in een kringloopwinkel levert soms grappige gebeurtenissen op. Corine: ‘Er was eens iemand die hier haar trouwjurk kocht.’ Willemieke: ‘En wat denk je van dat servies? Hadden we dat net mooi uitgestald, werd het verkocht. Konden we alles meteen weer inpakken.’ Lachend: ‘O ja, en weet je nog? Er was een peuter die ineens haar kleren uittrok naast een kinderbadje.’

Persoonlijk

De kringloopwinkel is echt ‘win-win-win’, aldus Corine. ‘Mensen die eenzaam zijn, kunnen hier altijd terecht voor een kop koffie en een gesprek. Daarnaast zijn er verschillende vrijwilligers met een beperking, die je hier echt ziet opbloeien. En de vrijwilligers komen uit allerlei verschillende kerken, of gaan soms helemaal niet naar de kerk. Dat werkt hier allemaal samen. Prachtig!’

Maar ook in een kringloopwinkel wisselen mooie en verdrietige momenten elkaar af. Zo werden ze in juni opgeschrikt door het plotselinge overlijden van vrijwilliger Lydia Kok. ‘Zoiets hakt er enorm in,’ vertelt Willemieke. ‘Ze was heel geliefd bij de andere vrijwilligers.’ Maar ook in moeilijke omstandigheden weten de vrijwilligers elkaar te vinden. Voor steun, goede raad of een fijn gesprek. Willemieke: ‘Bij de kassa ontstaan ook met klanten vaak spontane gesprekken. Je bouwt een band op met elkaar. Dat is echt heel mooi.’

Meerwaarde

Samen zinvol bezig zijn voor de ander: dat kenmerkt vrijwilligerswerk in een kringloopwinkel. Maar wat als je twijfelt of het iets voor jou is? Daar hoeven de twee vrijwilligers geen seconde over na te denken. ‘Gewoon doen! Het is een enorme meerwaarde voor jezelf en voor anderen.’

Een kijkje nemen in deze sfeervolle winkel?

Woord en Daad winkel Krimpenerwaard is te vinden op Tiendweg 45B in Krimpen aan de Lek en te bereiken via wend.kringloopkrimpenerwaard@gmail.com of 0180-239589. Voor openingstijden, zie: www.woordendaadwinkels.nl.


Dit artikel verscheen in het septembernummer van Werelddelen.
Tekst: Henriët Kessels – Roseboom, communicatiemedewerker.
Beeld: Woord en Daad

Samen naar school: sponsorloop in Nieuwland brengt ruim 3400 euro op

De leerlingen van basisschool het Fundament in Nieuwland zetten hun beste beentje voor. Letterlijk! Na een presentatie op 1 september door Ineke Brand, scholenvoorlichter van Woord en Daad, leerden de kinderen veel over het land en de leefwereld van de twee sponsorkinderen die zij steunen. Daarna gingen ze aan de slag.

Een dagje uit met vriendinnen, zussen, dochters of de vrouwenkring?

Een workshop brushletteren, gevolgd door een heerlijke lunch met een wandeling in de mooie omgeving van Baarn? Welkom bij comité Soest!

Als comité Woord en Daad Soest e.o. zijn we altijd op zoek naar het organiseren van leuke activiteiten om voor ons project geld in te zamelen. We hebben veel ervaring met het houden van gezellige vrouwendagen, bijvoorbeeld als dagje-uit voor een vrouwenvereniging of een vriendinnengroep.

In overleg met u stellen we een gevarieerd programma voor een unieke vrouwendag samen, die gehouden wordt op een landelijke locatie in de omgeving van Baarn. We kunnen voor u bijvoorbeeld een creatieve workshop (brushletteren, woordparels, groen, etc.), een heerlijke lunch en een wandeling organiseren. De organisatie is in handen van het regionale Woord en Daad-comité en de netto-opbrengst is voor ons waterproject in Burkina Faso.

Voor meer informatie over ons en ons project kunt u terecht op onze website www.woordendaadsoest.nl. Voor informatie en overleg over een vrouwendag mailt u naar judithdroogendijk@hotmail.com (bij voorkeur) of belt u met Judith op 06-55771357.

Zonder diploma geen inkomen

Ik moet een vakopleiding volgen, realiseerde Riaz Sana uit Bangladesh zich na de zoveelste mislukte poging om een baan te vinden. Zonder beroepsvaardigheden, zou hij nooit een baan vinden.

Riaz is de jongste zoon van Amirul Sana en Chumki Begum. Zijn twee oudere zussen zijn getrouwd. De vader van Riaz verkoopt vis, zijn moeder is huisvrouw. Als kind gaat Riaz naar school, maar na het examen van de middelbare school in 2018 komt hij thuis te zitten. De kosten voor een beroepsopleiding zijn te hoog. Dat kunnen zijn ouders niet betalen.

Werkzoekende

‘Ik wilde een baan vinden om financieel bij te dragen aan ons gezin,’ vertelt Riaz. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zonder beroepsopleiding is het lastig om een baan te vinden. Daar loopt Riaz ook tegenaan. Na de zoveelste afwijzing, realiseert hij zich dat hij een manier moet vinden om een opleiding te volgen. Via een advertentie leest hij over de vakschool van CSS.

Samen met CSS biedt Woord en Daad jongeren in Bangladesh een vakopleiding of -training. De jongeren kunnen uit verschillende studierichtingen kiezen. Riaz wordt toegelaten tot de IT-opleiding. Dankzij zijn harde werken, haalt Riaz in 2022 zijn diploma.

Riaz Sana vond een baan als bezorger

Vakopleiding

Met een diploma op zak zijn de kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt groter, maar nog altijd is dat geen garantie voor een baan. CSS ondersteunt jongeren via een Job & Business Service. Na de vakopleiding kunnen jongeren zich bij deze dienstverlener melden. Ze worden dan ondersteund in het vinden van een baan. De JBS biedt aanvullende training om de jongeren goed voor te bereiden. Tegelijk stelt JBS de jongeren voor aan potentiële werkgevers.

‘JBS heeft een cruciale rol gespeeld in mijn succes,’ vertelt Riaz. ‘Zij begeleiden me, boden training en realiseerden een enorme verandering in mijn leven door me voor te stellen bij potentiële werkgevers.’ Tijdens de aanvullende training komen thema’s als eerlijkheid, arbeidsrisico’s, werkomgeving, collegialiteit en salarisstructuur aan de orde.

Een waardig inkomen

Korte tijd later vond Riaz een baan bij SWADESH, een grote voedingsmiddelenproducent in Bangladesh. Hij gaat aan de slag als bezorger. Daarmee verdient hij 1.100 Taka (10 euro) per maand. Dat is genoeg om zijn ouders en zussen financieel bij te staan. Riaz is blij met zijn baan. Hij stimuleert al zijn vrienden om ook een opleiding te volgen en via JBS een baan te zoeken met een waardig inkomen.

‘Niet alleen kijken met mijn Europese bril’

Interview met Aart Uittenbogaard, voorzitter Adviesgroep Bedrijven:

Als één van de eerste leden van het BusinessPlatform is Aart Uittenbogaard uit Ederveen geen nieuw gezicht bij Woord en Daad. Recent werd hij voorzitter van de Adviesgroep Bedrijven. Een gesprek met Uittenbogaard in het mooie familiebedrijf waar hij werkt: ‘Kennis van ondernemers kan Woord en Daad behoeden voor bananenschillen.’

‘Ik ben geboren en getogen in de Alblasserwaard, waar Woord en Daad me met de paplepel is ingegoten,’ vertelt Uittenbogaard. ‘Beroepsmatig volg ik al decennia de goederenstromen van agrarische grondstoffen, als trader en marktanalist. Sinds 31 jaar werk ik bij E.J. Bos Diervoeding, waar ik ben doorgegroeid naar directeur/medeaandeelhouder. We produceren voeders voor de “grote landbouwhuisdieren”, zoals wij ze noemen, in de Nederlandse markt en de grensstreken.’

Er wordt veel gesproken over een (dreigende) voedselcrisis. Bemerkt u uitdagingen bij de inkoop van grondstoffen?

‘De prijzen stegen eind vorig jaar al fors. Een groot deel van de voedselcrisis wordt bepaald door de energieprijsstijging: die component is verdriedubbeld. Daarnaast is er schaarste op de vrachtenmarkt over land en zee en zijn uurtarieven voor arbeid steeds hoger. Bij de uitbraak van de oorlog in Oekraïne ging de vraag om beschikbaarheid een rol spelen en als die vraag speelt, spelen prijzen geen rol. Die stegen in die weken met 30 tot 40 procent. Maar ik merk dat we nu over het hoogtepunt heen zijn.’

‘Wat je in dit vak ziet, is dat handelsstromen zich sowieso continu verleggen. Eerst kochten wij bijvoorbeeld veel uit Zuid-Amerikaanse landen in. Nu komen onze granen en mais voornamelijk uit Europese landen. Ook verwerken we inmiddels veel bijproducten van de voedingsmiddelenindustrie – zo’n 50 procent van onze voeders zijn circulaire producten. Die komen van dichtbij, wat een voordeel is. Grondstoffenhandel is in feite het exporteren van daar waar grondstoffen goedkoop zijn naar waar ze duur zijn. Het verplaatsen ervan is goedkoop als het over heel grote volumes gaat. In de landen waar Woord en Daad werkt is dat natuurlijk heel anders. Ook daar zijn de prijzen flink hoger door covid, klimaatverandering en de energieprijzen. Steeds meer leidt dat tot regionale schaarstes.’

Wat zijn uw verwachtingen voor de komende tijd?

‘Veel is afhankelijk van het weer op het noordelijk halfrond. Krijgen we droge warme weken waardoor de hectareopbrengsten dalen [het interview vond plaats vóór de zomer, red.], dan begint het volgend jaar weer spannend met kleine voorraden. Daar komt bij dat er door klimaatverandering gebieden zijn met een forse productiedaling. Qua biodiversiteit hebben we met z’n allen natuurlijk behoorlijk wat laten liggen en de vraag groeit wereldwijd sneller dan de productie. Ik zie het als een taak voor Woord en Daad om dit zo goed mogelijk te helpen opvangen op die plekken die er veel hinder van ondervinden.’

Waarom vindt u het als ondernemer belangrijk om betrokken te zijn bij ontwikkelingssamenwerking?

‘Ik las bij Spurgeon: “God heeft armen en rijken geschapen; rijken om te beproeven of ze weldadigheid kunnen bewijzen”, zie ook 1 Timotheüs 6 vers 18 en 19. Dat zegt mij veel. Als je steeds weer ervaart dat God je dagelijks werk zegent, zoals het tijdig kunnen anticiperen op veranderingen in de grondstoffenmarkten, is dat positief voor ons bedrijf. Dan vind ik het ook bijbels om te delen.’

‘Met Woord en Daad heb ik agrarische projecten bezocht in Nicaragua en Sierra Leone, met name om er te adviseren. In Sierra Leone, een zwaar importerend land, ligt onvoorstelbaar veel land braak. Dus je zou qua rijstteelt flink meters moeten kunnen maken. Maar vaak ontbreekt het aan technologie. Met bijvoorbeeld een werktuigencoöperatie zijn boeren in staat hun middelen en kennis te delen. Zo is er veel mogelijk – delen maakt rijk, zoals jullie het bij Woord en Daad vaak zeggen. Ik ervoer het als een verrijking voor mezelf dat ik door deze reizen niet meer alleen met een Europese bril kijk. Overigens vind ik de Business Meetings van Woord en Daad ook altijd een toevoeging voor mezelf als ondernemer in Nederland: op die bijeenkomsten heb ik echt mooie contacten opgedaan.’

U bent sinds dit jaar voorzitter van de adviesgroep Bedrijven. Kunt u iets meer zeggen over uw betrokkenheid hierbij?

‘Met de adviesgroep hebben we een goed instrument om Woord en Daad vanuit ondernemersoogpunt te behoeden voor bananenschillen en waar nieuwe ideeën worden geboren. Recent hebben we de adviesgroep wat anders ingericht, waardoor we de kans hebben op sommige terreinen verder in te zoomen. Het vraagt veel van Woord en Daad om in een specifieke buitenlandse omgeving steeds weer een zo goed mogelijk plan te hebben. Daar kan de kennis van ondernemers zeker bij helpen.’

Dit is een artikel uit de septembereditie van Daadkracht.
Tekst: Marlies Moret

‘Iedere klant is belangrijk’

Dit artikel is eerder gepubliceerd in de septembereditie van Daadkracht.

Gerard van Leeuwen is eigenaar van financieel adviesbureau de financiële balie en als lid betrokken bij RegioOndernemers (RO) Ede/Veenendaal (opgericht in 2008, 55 leden). De RO is betrokken bij het Fair Maizeproject in Burkina Faso. Een portret van deze regio-ondernemer: ‘Er is meer dan alleen werk en geld verdienen’.

Wat doet u in het dagelijks leven?
‘Sinds 2009 ben ik eigenaar van de financiële balie, een adviesbureau voor verzekeringen, hypotheken en pensioenen. We werken er met elf man, waarvan de meesten al lang aan het bedrijf verbonden zijn. Het bedrijf bestaat sinds 2003 en is later door mij overgenomen. Voor de overname was ik verkoper  van kopieermachines; een heel andere branche. In 2006 ben ik diploma’s gaan halen voor hypotheekadvies en heb mij op die manier weten om te scholen.’

Hoe bent u betrokken geraakt bij de RO?
‘Als ik het mij goed herinner, werd de toenmalige eigenaar van de financiële balie in 2008 lid van RO Ede/Veenendaal. Ik werkte daar al en zo zijn we al vanaf de start betrokken. In 2018 ben ik een dag minder gaan werken om vrijwilligerswerk te kunnen doen. Ik deed een belletje naar Woord en Daad om te vragen naar de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk. Wil je nieuwe RO-leden gaan werven?, was de vraag. Dat leek me leuk en dat ben ik een dag in de week gaan doen. Helaas stond het door corona op een lager pitje, want ik ga het liefst bij de potentiële nieuwe leden langs. Een eerste indruk maak je tenslotte maar één keer. Toch is er in die jaren een mooi aantal nieuwe leden bijgekomen.’

Wie of wat heeft de meeste invloed gehad op uw loopbaan?
‘Ik zou bijna zeggen: niemand. Ik wilde altijd al de verkoop in. Na mijn studie ben ik gewoon maar gaan solliciteren op buitendienstfuncties. Vrijheid, dat wilde ik wel. Eenmaal een aantal jaar in de commercie, had ik behoefte aan een nog vrijere job. Via een kennis kwam ik in aanraking met de financiële balie, waar ik uiteindelijk eigenaar van werd. Het was een mooie samenloop van omstandigheden. Maar eerlijk is eerlijk: vroeger op school droomde ik er niet van om hypotheekadviseur te worden. Dat is zo gelopen.’

‘Ik zie verschillende overeenkomsten tussen mezelf en Petrus’

Waarvoor mogen uw medewerkers uw kantoor ieder moment binnenstormen?
‘Als er écht een probleem is, mogen ze mij storen in een bespreking. Maar iedere klant is belangrijk, dus als ze successen willen vieren moet dat even wachten. Een uurtje later is de vreugde even groot.’

Kunt u goed vanuit huis werken?
‘Nee. Thuiswerken is geen doen hier met vijf kinderen. Ik heb geen kantoor aan huis. Het liefst ben ik op de zaak waar alles altijd goed werkt.’

Met welk beroemd persoon uit de geschiedenis zou u een dag willen doorbrengen?
‘Met Petrus. Die man heeft zoveel meegemaakt. Zijn geloof kende zwakke momenten, maar hij kwam altijd weer uit bij Jezus. Ik heb zelf het hart op de tong en dat herken ik ook in zijn persoon. Een beetje naïef soms, of je zegt dingen die je anders bedoelt. Ik zie verschillende overeenkomsten tussen mijzelf en Petrus.’

Voedselzekerheid in Afrika: werken aan vruchtbare oplossingen

Wereldwijd stijgen de voedselprijzen en met name in Afrika is de voedselzekerheid in gevaar. Voor Daadkracht gingen we in gesprek met twee collega’s uit Burkina Faso en Oeganda. Wat merken zij van de dreigende voedselcrisis? En welke oplossingen zien zij voor een stabielere voedselsituatie in Afrika?

We lezen veel nieuwsberichten over een aanstaande voedselcrisis. Is de situatie rond voedsel in Burkina Faso en Oeganda verslechterd?

Andre Yanogo, werkzaam voor Drops4Crops in Burkina Faso: ‘In korte tijd is de beschikbaarheid van voedsel sterk afgenomen, allereerst door de pandemie en lockdowns. Ook raakten door terroristische aanslagen zo’n 2 miljoen mensen ontheemd. Daarbij is de voedselproductie dit jaar laag vanwege een slecht regenseizoen. Bovendien is de inflatie torenhoog. Daardoor hebben veel mensen niet voldoende voedsel.’

Julius Onen, country representative voor Oeganda bij Woord en Daad: ‘Tijdens de lockdowns konden boeren hun oogst vaak niet transporteren en dus ook niet laten verwerken. Dat zorgde al voor een forse achterstand. Ook vangen we in Oeganda momenteel 1,5 miljoen vluchtelingen op. In bepaalde gebieden zorgt dat letterlijk voor een kaalslag, omdat al die mensen hout nodig hebben om op te koken. De laatste jaren zie ik ook dat klimaatverandering een steeds groter probleem wordt. De regenseizoenen worden steeds onvoorspelbaarder. Voor boeren is het dus lastig te bepalen welke gewassen ze kunnen planten. Het is heel belangrijk om de productie te verhogen, alleen is dat voor de meeste boeren moeilijk.’

Disbalansen in het ecosysteem

‘Wil je de productiviteit per hectare verhogen, dan is daar investering voor nodig,’ vervolgt Julius. ‘De meeste mensen verbouwen voedsel voor eigen consumptie. De veranderende weersomstandigheden raken hen het hardst. Daarbij gaan allerlei andere problemen spelen. Omdat hun landbouwgrond niet meer zo productief is, verplaatsen zij hun akker. Dat veroorzaakt disbalansen in het ecosysteem. Ook worden mensen ziek door het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Veel boeren op het platteland weten niets van klimaatverandering. Zij denken dat zij de goden ongunstig hebben gestemd, waardoor er minder regen valt.’

Andre, hoe is dat in Burkina Faso? Hoe werken jullie aan het opbouwen van kennis?

Andre: ‘Veel van wat Julius noemt, speelt ook in Burkina Faso. Met onze projecten werken we aan kennis en aan oplossingen waarmee mensen niet afhankelijk zijn van het directe regenwater, maar ook kunnen werken met opgeslagen water. Dat doen we bijvoorbeeld door gebruik te maken van pompen en apparatuur voor irrigatie. Daarmee kunnen boeren, met een goed regenseizoen, twee keer oogsten in het droge seizoen. Is de regenval zoals in het afgelopen jaar onvoldoende, dan is er ook niet genoeg opgeslagen water en daalt de productiviteit. Dus ook met deze kennis en voorzieningen blijft er een mate van onzekerheid.’

Wat zijn jullie verwachtingen voor de komende tijd?

Julius: ‘Ik wil geen doemdenker zijn, maar als er niets gebeurt, verslechtert de situatie snel. Er is inzet nodig van goededoelenorganisaties, overheden, donoren en andere partijen om mensen weerbaarder te maken. Een wondermiddel bestaat niet; we hebben wel een andere focus nodig. We moeten praktisch zijn in onze benadering. Bijvoorbeeld door ons te realiseren hoe urgent de aanplant van bomen is. Snelgroeiende bomen, vanwege de houtkap – de behoefte aan hout om op te koken gaat niet snel veranderen. En daarnaast te zorgen voor high value bomen die voor inkomen kunnen zorgen, een voedingsbron zijn én klimaatverandering helpen tegengaan.’

Bedrijfsmatige aanpak

Andre: ‘We hebben bomen nodig die blijven staan: die niet worden gekapt, niet door de geiten worden kaal gegeten. Gewasdiversificatie is een sleutel tot verandering. Naast sneller groeiende gewassen als mais, waar zij jaarlijks hun inkomsten uit halen, kunnen boeren bomen planten waarvan ze na een aantal jaren kunnen oogsten. Mensen die hun inkomen uit de bomen halen, voelen zich er verantwoordelijk voor. De ervaring leert dat de combinatie tussen ontwikkelingsprojecten en het bedrijfsleven hierbij heel goed werkt, óók in kwetsbare contexten. Bijvoorbeeld rond de verwerking van cashews en mango’s, zoals we dat in verschillende Afrikaanse landen al doen. De bedrijfsmatige aanpak is ook heel goed in te zetten tegen klimaatverandering. Zelfs in zeer afgelegen gebieden waar bijna niets groeit is deze aanpak, met de juiste technieken, effectief.’

Julius: ‘Het veranderende weer heeft ook invloed op het bijenhouden, één van de projecten in Oeganda. Groeien de gewassen niet, dan zijn er geen bloemen en is de honingopbrengst ook laag. In het project van Woord en Daad planten we daarom samen met de boeren macadamiabomen en cashewbomen. Deze bomen zijn goed voor de bijen en zorgen voor stabiliteit in het ecosysteem. Zo kunnen we zoeken naar oplossingen die meerdere problemen tegelijk aanpakken.’

Dit is een artikel uit de septembereditie van ondernemersmagazine Daadkracht.
Tekst: Marlies Moret

Rijst met meer waarde

‘Het probleem is dat ik mezelf staande moet houden op mijn krukken, maar tegelijk moet ik ook met het mes de rijst zien af te snijden,’ vertelt rijstboerin Marie Kamara uit Sierra Leone. De alleenstaande moeder oogst rijst op haar akker. Ondertussen vertelt ze hoe haar handicap haar leven bepaalt.

Marie vertelt dat ze verlamd is aan haar voeten. Als klein kind verloor ze haar vader en werd ze ziek. Haar moeder bracht haar naar het ziekenhuis in de grote stad, waar ze een behandeling onderging. Dat was het moment dat ze verlamd raakte aan haar voeten. Niet veel later overleed haar moeder. Als wees werd ze opgevangen door een gastgezin, maar zodra het kon ging Marie op zichzelf wonen.

Impact op landschap
Samen met partnerorganisatie CTF ondersteunt Woord en Daad rijstboeren in Sierra Leone. We bouwen aan een duurzame waardeketen. Daarmee hebben boeren een goed inkomen en versterken we de voedselzekerheid in het land. Veel boeren verbouwen rijst op traditionele wijze. Jaarlijks ontginnen ze een stuk bos om rijst te verbouwen. Veldwerker Augustine Sankoh wil hen overtuigen van duurzame teeltmethoden, die een hogere opbrengst hebben.

De tekst gaat onder de foto’s verder.

Meer waarde
Maries kleine akker brengt net genoeg op om een jaar voedsel te hebben, maar vanwege haar handicap moet ze hulp inhuren voor de oogst. Ook verkoopt ze een deel van de rijst zodat haar oudste dochter naar school kan. EO Metterdaad bezocht de rijstboerin. Augustine legt in de uitzending uit hoe het leven in het dorp zal verbeteren dankzij een rijstmolen. Als de boeren de rijst in hun eigen dorp kunnen verwerken, krijgen ze een veel hogere prijs. Tegelijk trekt dit boeren uit omliggende dorpen aan, die van de diensten van de rijstmolen gebruik willen maken.

Foto’s: EO Metterdaad

Op het moment dat Annemarthe naar school ging, kon ergens anders op de wereld ook iemand naar school

‘Toen onze dochter Annemarthe 4 werd en naar school ging, vonden we het leuk om een meisje te gaan steunen van ongeveer dezelfde leeftijd. Hierdoor kon niet alleen Annemarthe naar school, maar kreeg ook een kind ergens op de wereld de kans om naar school te gaan en christelijk onderwijs te ontvangen,’ zo vertelt Anneke Kodde (32) uit Barendrecht. Samen met haar man Wilco en hun kinderen Annemarthe, William en Jonathan startte ze in 2019 met de sponsoring van Rebeca uit Guatemala.

3,3 miljoen kinderen zitten gevangen in een web van dwangarbeid

‘Het aantal mensen dat slachtoffer is van moderne slavernij is in vijf jaar tijd gestegen van 40 miljoen naar bijna 50 miljoen,’ zo meldde de NOS op maandag 12 september 2022. Ook Woord en Daad ziet deze toename van moderne slavernij, en zet zich in om dit tegen te gaan.

‘Zorg dat je in je werk echt iets toevoegt’

Olga Lucia Marin Rojas (41) werkt als administratief directeur bij partnerorganisatie Conviventia in Colombia. Ze houdt zich in haar functie onder meer bezig met HRM-zaken. In de septembereditie van Werelddelen over werkgeverschap vertelt ze over haar werk: ‘Wij nemen mensen niet alleen aan om een taak uit te voeren, we zijn echt op zoek naar hun groei.’

Olga, hoe kwam jij bij Conviventia terecht?

Van jongs af aan hielp ik mijn moeder in de bedrijfjes die ze had. Ik herinner me vooral een winkel in het centrum van Bogotá, waar ik mijn moeder hielp met allerlei klusjes. Daar in de wijk hoorde ik voor het eerst van Conviventia. Ze stonden bekend onder de naam ‘God is Liefde’. Het voelt alsof God toen al de weg bereidde voor het mooie werk dat ik nu – al 14 jaar – mag doen, al heb ik voordat ik hier kwam werken ook andere banen gehad.

Wat houdt jouw werk bij Conviventia precies in?

Ik heb het geluk gehad professioneel en vakinhoudelijk te groeien bij Conviventia. Na diverse functies ben ik in 2015 gevraagd om leiding te geven aan de afdeling Human Resources. In 2020 werd ik administratief directeur. In mijn werk houd ik me vooral bezig met de aandachtsgebieden medewerkers, middelen en kwaliteit, en het verbeteren van de processen op deze terreinen.

Ben je je er dagelijks van bewust dat je bij een goededoelenorganisatie werkt?

Voor mij geeft dat element heel veel voldoening, omdat ik weet dat mijn werk bijdraagt aan een betere toekomst voor kinderen en jongeren. Mijn tijd, inspanning en kennis staan ten dienste van mensen die dat het meest nodig hebben. Dat is voor mij van onschatbare waarde.

Waarin is Conviventia onderscheidend als werkgever, denk jij?

In mijn beleving is het grote verschil dat wij mensen niet alleen in dienst nemen om een taak uit te voeren; we zijn ook op zoek naar hun professionele en hun geestelijke groei. In gesprekken met sollicitanten benoem ik dat ook: Conviventia is een organisatie die mensen ruimte geeft om de Heere te leren kennen en om onderlinge relaties te herstellen. Dat is wat ons zo bijzonder maakt.

Is er krapte op de arbeidsmarkt? Hoe gaat Conviventia daarmee om?

De ene functie is lastiger in te vullen dan de andere, het is dus afhankelijk van de functie. Het komt wel voor dat sollicitanten het proces afbreken omdat ze toch niet bij ons passen. Wij hechten er veel waarde aan dat we mensen vinden die onze missie ten volle onderschrijven. Daarnaast is het belangrijk dat zij hier in hun denken en leven ook mee overeenkomen.

Wat zijn de uitdagingen in je werk?

Ik vind het mooi om met mijn rol waarde toe te voegen aan de organisatie, op een manier die ons anders maakt dan andere goededoelenorganisaties en ervoor zorgt dat collega’s zich bij Conviventia thuis voelen.

Welke tip heb jij voor mensen die zelf op zoek zijn naar een (andere) baan?

Ga op zoek naar een baan die je oprecht leuk vindt en waar je gelukkig van wordt. En waar je kennis en ervaring echt iets toevoegt in de organisatie waar je gaat werken.

Dit is een artikel uit Werelddelen. Tekst: Marlies Moret-Verwoerd

Rijst uit het moeras

Met een kapmes hakt een man planten om. Twee vrouwen voeren de plantenresten af. Even verderop graaf een man een greppel. Augustine Sankoh, veldwerker van CTF, houdt toezicht en helpt met het werk. Het hele dorp in Sierra Leone helpt mee met het ontginnen van een stuk moeras voor de rijstteelt.

‘De training geeft vertrouwen voor de toekomst’

Jeyavathani Rameshkumar (38 jaar) wist niets van naaien. Toch schreef ze zich in voor een training om het vak te leren. Daarmee hoopte ze een inkomen te verdienen om in haar levensonderhoud te voorzien. Ze vertelt over haar leven en haar droom voor de toekomst:

‘Ik groeide op in Batticaloa samen met mijn ouders. Na het overlijden van mijn vader werkte mijn moeder als weefster. Door de financieel moeilijke tijd kon ik mijn school niet afmaken. Ik had ook geen training gevolgd. Ik zocht naar werk, maar werd niet aangenomen.’

Rampjaar

‘In 2008 trouwde ik uit liefde, maar mijn familie keurde het huwelijk niet goed. We woonden eerst een paar jaar in Trincomalee, waar mijn man werk had. Daarna keerden we terug naar Batticaloa. In 2013 overleed mijn moeder. 2017 was een rampjaar voor mij. Mijn man verliet me en trouwde met een andere vrouw. De rechter bepaalde dat hij mij 10.000 roepies per maand aan alimentatie moet betalen.’

Leergierig

‘Ik trok in bij mijn oma. In 2021 kreeg mijn oma corona en overleed ze. Sindsdien sta ik er alleen voor. Ik wilde een baan vinden, maar ik heb geen training gevolgd en geen geld om een bedrijf te starten. Dit jaar hoorde ik van het programma van Ygro en schreef ik me in voor een naaitraining. Hoewel ik niets weet van naaien, was ik leergierig en leerde alle technieken tijdens de drie maanden training.’

‘Het trainingscentrum zag mijn vaardigheden en leergierigheid en bood me een baan aan via Job Booster Sri Lanka. Nu verdien ik 500 tot 600 roepies per dag. Ik wil graag ervaring opdoen en sparen voor een naaimachine. Daarmee wil ik vanuit huis een bedrijf starten. De training geeft me vertrouwen voor de toekomst. Ik ben enorm dankbaar voor deze ondersteuning en ik hoop dat nog veel andere vrouwen een toekomst kunnen opbouwen dankzij Job Booster.’

Interview met HRM-expert Bas van der Meij

Bas van der Meij (29) werkt sinds 2018 bij Woord en Daad als HRM-expert. Hij houdt zich bezig met alles wat met het personeel van Woord en Daad te maken heeft. 

Bas, hoe kwam jij bij Woord en Daad terecht?
In 2008 reisde ik met het Young Ambassadors-programma naar India. Daarna ben ik betrokken gebleven als vrijwilliger, ik studeerde in 2012-2013 af bij Woord en Daad en uiteindelijk werd Woord en Daad dus mijn werkgever.

Wat houdt jouw werk precies in?
Kort samengevat houd ik mij bezig met alles wat met het personeel van Woord en Daad te maken heeft. Ik ben betrokken bij de werving en selectie van nieuwe collega’s en denk mee met collega’s over hun doorontwikkeling binnen de organisatie. Ook denk ik na over hoe we een goede werkgever kunnen zijn, zodat collega’s hun werk met plezier kunnen doen en daardoor graag bij Woord en Daad werken.

Ben je je er dagelijks van bewust dat je bij een goededoelenorganisatie werkt?
Eerlijk is eerlijk: het is niet zo dat ik ‘s morgens opsta met de gedachte dat ik weer een dag mag bijdragen aan de missie van Woord en Daad. Maar als ik collega’s spreek en hun verhalen hoor over de situatie in bijvoorbeeld Ethiopië of India, weet ik weer waarom ik aan dit werk wil bijdragen. Ook bij het werven van nieuwe collega’s komt het onderwerp terug. Onze organisatie heeft grote ambities en daarvoor hebben we capabele mensen nodig. We willen mensen waarderen voor wat zij brengen, maar houden tegelijk ook rekening met het feit dat we een goededoelenorganisatie zijn. Ik vind het bijzonder hoe collega’s daarmee omgaan!

Waarin onderscheidt Woord en Daad zich als werkgever, denk jij?
Woord en Daad kent een ‘platte’ organisatiestructuur. Er zijn geen leidinggevenden en veel van het werk wordt projectmatig uitgevoerd. Daardoor krijgen collega’s veel vertrouwen en vrijheid om hun werk in te vullen. Andersom realiseer ik mij dat we ook flexibiliteit van collega’s vragen, bijvoorbeeld als het gaat om reizen naar projecten. Daarnaast hoor ik vaak dat collega’s het waarderen dat er veel respect en waardering voor elkaar is, ondanks verschillende (christelijke) achtergronden.

Hoe gaat Woord en Daad om met de krapte op de arbeidsmarkt?
We zijn doorlopend in contact met mensen die bij ons willen werken, ook als er geen vacature openstaat. Soms leidt dit ertoe dat we geen vacature hoeven uit te zetten op het moment dat die ontstaat. Ook kijken we of collega’s intern kunnen doorgroeien naar een andere rol. Onze flexibele manier van werken maakt dat mogelijk. Tot op heden krijgen we de meeste van onze vacatures gelukkig nog goed ingevuld, al is het ook bij ons lastiger geworden.

Welke tip heb jij voor mensen die zelf op zoek zijn naar een (andere) baan?
Iemand zei pas tegen me: ‘Een baan is wat je er zelf van maakt’. Ik denk inderdaad dat we zelf een aandeel hebben in ons eigen werkplezier, waar we ook terecht komen. Daarnaast geldt: wees eerlijk naar jezelf. Je weet vaak wel waar je echt blij van wordt en dat gaat ook op bij de keuze voor een baan. Eerlijke keuzes kosten vaak iets, maar leveren aan de andere kant ook veel op.

Dit interview komt uit het septembernummer van Werelddelen en is geschreven door Marlies Moret-Verwoerd (hoofdredacteur)

Ver weg van elkaar, maar toch: samen naar school

Alle kinderen hebben recht op goed onderwijs. Dat geldt voor Renske in Nederland maar ook voor Ella, het meisje dat zij sponsort in Benin. Op school krijgen ze christelijk onderwijs van hun juf, spelen ze op het plein en sluiten ze hechte vriendschappen. Ver weg van elkaar, maar toch: samen naar school!

‘Door mijn docenten van biologie en scheikunde kan ik mijn droom om dokter te worden verwezenlijken’

Groeiende vraag naar groenten stimuleert ondernemerschap in Tsjaad

Enthousiasme, dat viel het meest op, vertelt Cees Oosterhuis, projectleider AgriJob Booster Tsjaad. Enthousiasme bij de jongeren, enthousiasme bij de regio coördinatoren en enthousiasme bij de partners. In juli reisde hij naar Tsjaad om de partners en het project te bezoeken. Hij vertelt over de ontwikkelingen in het project.

Sociale ondernemer Patrice wil investeren in het dorp

Met een brede lach verwelkomt Patrick Mbailasem (31 jaar) ons op zijn akker. Dankzij de (onbeschermde) waterput staan de gewassen er groen en fris bij. De jonge ondernemer is vicevoorzitter van een boerengroep in Karkay.

© Woord en Daad | Privacy statementDisclaimer