In Uganda leveren duizenden zogeheten kleine boeren groente en fruit aan bedrijven die hun producten doorverkopen aan markten elders in de wereld. Maar de waardeketen zit vol obstakels. Niet al het voedsel haalt zijn eindbestemming. Lees je mee in het verhaal van de Ugandese peper?
Stel je eens voor. Je bent een zaadje in Uganda. Een peperzaadje. Eén van goede komaf, in tegenstelling tot de zaden die hier verderop gratis worden uitgedeeld, die garant staan voor een slechte oogst. Nee, jij bent een zaadje dat deugt. Een ambitieus zaadje dat graag een bijdrage levert aan Duurzaam Ontwikkelingsdoel 2, het uitbannen van honger, en Duurzaam Ontwikkelingsdoel 12, duurzame consumptie en productie. Een zaadje dat droomt van de Europese supermarkt. Met liefde door een hardwerkende boer in de grond gestopt, samen met nog vele andere zaadjes om je heen. De boer rekent op je, want hij en zijn gezin willen ook kunnen eten.
Je groeit en groeit en na verloop van tijd ben je een volwaardige peper geworden. Uganda kent immers vruchtbare grond en een gunstig klimaat, waardoor jouw hardwerkende boer met slechts vijf hectare land tweemaal per jaar kan oogsten. Maar jouw boer heeft het druk. Hij heeft ook aardappels, uien en tropische vruchten te plukken. Sommige van jouw familieleden zijn daardoor al gesneuveld. Zij liggen overrijp op de grond te verpieteren. Maar jij hebt geluk. Je wordt in een grote zak gestopt en door de boer op zijn rug genomen. Vermoeid bij de vrachtwagen aangekomen knalt hij de zak op de grond, met als gevolg dat jouw collega’s onderin de zak inmiddels verpletterd zijn. Jouw boer is niet getraind in post-harvest handling, trainingen die ervoor zorgen dat boeren zo met hun producten omgaan, dat er na de oogst minder voedsel verloren gaat. Maar jij overleeft het. Je ligt bovenin de zak en gaat de vrachtwagen in.
Niet groen genoeg
Een moment later lig je gezellig in een bak met andere pepers op een glanzende ijzeren tafel in een schone ruimte. Groot, klein, lichtgroen, donkergroen. Pepers in verschillende kleuren en maten, maar allemaal dezelfde soort. Maar dit gelijkheidsprincipe mag niet baten. Want ook al smaken jullie allemaal hetzelfde, volgens de Europese markt zijn jullie te verschillend. Kwalitatief is er niets mis met jullie, maar omdat de één een halve centimeter langer is dan de ander, of net iets minder groen, zullen sommigen de Europese supermarkt nooit zien.
Op transport
Want als jouw hardwerkende boer geen toegang krijgt tot de Europese markt, zal hij zijn heil elders moeten zoeken. Om je bestemming te bereiken moet je nog een keer de vrachtwagen in, ditmaal naar de haven van Mombasa in Kenia. Hier zit het gelukkig mee. Want vele pepers voor jou deden 18 dagen over deze route. Mede dankzij Nederlands geld zijn grensovergangen verbeterd en is de haven van Mombasa verdiept. De route duurt nu nog maar vier dagen en er kunnen nu grotere schepen aanmeren. De boot neemt je mee naar Saudi-Arabië waar geen onnodige eisen worden gesteld aan Afrikaanse voedselproducenten. Je komt uiteindelijk in een verkoopstalletje terecht, waarna je door een Arabier in zijn gerecht wordt verwerkt.
De realiteit
Het bovenstaande klinkt als een fictief verhaal maar dit is helaas voor veel Afrikaanse boeren en bedrijven de realiteit. Wereldwijd lijden er 870 miljoen mensen honger, terwijl een derde van al het geproduceerde voedsel verloren gaat. In Europa gebeurt dit voornamelijk bij consumenten, maar in Afrika voornamelijk na de oogst. Om deze post-harvest losses tegen te gaan, zijn er allerlei initiatieven in het leven geroepen. Men gebruikt beter zaad, boeren worden getraind in het bewerken van hun land en het omgaan met de producten, wegen en grensovergangen worden verbeterd. Nederlandse investeringen en bedrijven spelen hier een belangrijke rol in. Maar de Europese markt blijft voor veel producten dicht. Afrikaanse bedrijven kunnen niet aan de onnodig gestelde eisen en certificaten voldoen. Als we voedselverlies echt willen tegengaan zullen Afrikaanse boeren dus de kans moeten krijgen om hun kwalitatief goede producten aan ons te leveren. Woord en Daad zet zich hier via lobby in de Tweede Kamer voor in! En maakt het jou nou echt uit of een banaan iets rechter is, of een pepertje iets groener?
Wil je meer inspiratie?
We delen elke twee weken een Aan Tafel! bericht met leuke tips, achtergronden en recepten over duurzaam voedsel en het tegengaan van voedselverspilling. Wil je een seintje bij een nieuw bericht? Laat je naam en e-mailadres achter via het formulier op deze pagina en draag jouw steentje bij aan een duurzamer wereld!


Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!