Hét vaccin… – Column RD
Hét vaccin dat ons de controle over ons leven terug moet brengen. De vraag is: wie heeft er als eerste recht op het vaccin? Die puzzel wordt nu gelegd. Als het vaccin er is, kan de wereld weer bijna zoals vroeger worden.
Hét vaccin dat ons de controle over ons leven terug moet brengen. De vraag is: wie heeft er als eerste recht op het vaccin? Die puzzel wordt nu gelegd. Als het vaccin er is, kan de wereld weer bijna zoals vroeger worden.
Tijdens een vergadering vlogen er een aantal krachtige termen over tafel: ‘anticyclisch investeren’ en ‘gemobiliseerde denkkracht’. Klinkt mooi, maar wat betekent dat in de praktijk?
Een bewuste consument, misschien bent u er ook één. U doet bewust boodschappen en u let op wat u in uw winkelwagentje legt. U kiest voor seizoensgroenten en -fruit en producten met een keurmerk. Een mooie ontwikkeling, maar weet u als consument van eerlijke producten welk concreet verschil het maakt voor de bijvoorbeeld de bananenboer in Costa Rica of de cashewnotenboer in Benin?
Van de boeren wordt gevraagd dat ze steeds meer oog hebben voor de omgeving. Zij worden geacht na te denken over het verbeteren van werkomstandigheden van het personeel, het dierenwelzijn, het reduceren van overlast, verlagen van gezondheidsrisico’s, mestverwerking en energieproductie en dat kost geld. Wie betaalt daarvoor?
Supermarkten zijn een schakel tussen consumenten en producenten. Daarom kunnen zij verschil maken als het gaat om verduurzaming van bijvoorbeeld groenten en fruit. Zij kunnen consumenten helpen om een duurzamere keuze te maken, maar voor eerlijke producten betaal je over het algemeen een hogere prijs. En hoe wordt die winst verdeeld?
Dit zijn maar enkele voorbeelden uit de complexe internationale keten. Een puzzel met heel veel puzzelstukjes. Vragen waar geen pasklaar antwoord op is. Het is onze wens om ondernemingen te motiveren en te ondersteunen om hun bedrijf op een verantwoorde manier te runnen. Woord en Daad werkt in kwetsbare en arme landen, waar een hoog risico op uitbuiting en mensenrechtenschendingen bestaat.
De overheid zet zich in om vrijwillige sectorale samenwerking te stimuleren middels IMVO-convenanten om te bevorderen dat nagenoeg alle (grote) bedrijven in Nederland de IMVO-regelgeving onderschrijven. Hierbij speelt ‘due diligence’ een grote rol, dat bedrijven risico’s in hun internationale ketens in kaart brengen, deze risico’s voorkomen, aanpakken of stoppen en hierover communiceren. Het gaat dan om risico’s op het gebied van schenden van mensenrechten, arbeidsuitbuiting en milieuvervuiling.
Helaas zijn er nog té weinig Nederlandse bedrijven die ondernemen in lijn met de IMVO-normen. Na evaluatie van de IMVO-convenanten, adviezen van de SER en het evalueren van lobbyadviezen, heeft Minister Kaag een voorstel bij de Tweede Kamer ingediend, dat bedrijven verplicht te ondernemen met respect voor mensenrechten en milieu. Een Nederlandse verplichting is geen overbodige luxe maar bevordert transparantie, geeft duidelijkheid en zorgt voor gelijke regels voor alle bedrijven. Anders blijven alle goede initiatieven en inspanningen een druppel op de gloeiende plaat.
De puzzel is niet compleet als er één of meerdere bedrijven niet meedoen. Vrijwillige samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, vakbonden en het bedrijfsleven om de problemen aan te pakken is er. Het is goed dat de IMVO-convenanten er zijn, maar het is helaas niet genoeg. Er worden zeker stappen gezet, maar het gaat niet snel genoeg. Wetgeving op dit gebied is cruciaal, een belangrijk stukje van de puzzel. Als alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen en de handen ineen slaan kan de puzzel gelegd worden. Wij zullen ons langdurig en gericht inspannen op dit thema omdat we streven naar leefbaar loon en waardig werk voor iedereen en met zorg voor het klimaat en milieu.
Op 8 december is er een debat in de Tweede Kamer over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Joël Voordewind (CU) heeft een initiatiefwet aangekondigd en zal deze naar alle waarschijnlijkheid indienen. We zijn benieuwd.
Wat haar uitdagingen zijn? ‘Regenlaarzen tegen de slangen en een kapmes omdat ik die verloren ben.’ Toen ik dit hoorde was mijn eerste gedachte: nou, dan geven we dat toch aan haar? Maar mijn gedachten gingen verder. Is Adama wel echt geholpen als ze dit krijgt?
Deze column verscheen in het Reformatorisch Dagblad, 10 november 2020.
Terwijl ik deze column schrijf, zijn alle ogen gericht op Amerika. Slepende verkiezingen waarbij de nieuwssites over elkaar heen buitelen.
Uiteindelijk geven de ”swing states” de doorslag en stevent Joe Biden op de overwinning af. Terwijl zijn campagneteam zich op de overwinningsspeech voorbereidt, wordt de beveiliging van Biden opgevoerd. Aanhangers van Biden en Trump raken met elkaar slaags op de straten. Trump spreekt openlijk zijn twijfels uit over de uitslagen en kondigt, nu de overwinning duidelijk is, zelfs rechtszaken aan. Zijn speech, waarin hij het nog eens herhaalde, werd op diverse nieuwszenders afgebroken omdat hij zijn claims niet onderbouwde met bewijzen. De zonen van Trump verwijten de Republikeinen gebrek aan steun voor hun president.
Terwijl ik deze feiten op een rij probeer te zetten, stromen er nieuwe feiten binnen, die ik maar niet verwerk en die me laten beseffen dat ik sowieso achter de feiten aanloop. Het is een feit dat Amerika tot op het bot verdeeld is en de eenheid ver te zoeken is. Rust en eenheid brengen in Amerika vraagt dienend leiderschap. Als dit een leider lukt, mag die van mij genomineerd worden voor een Nobelprijs.
In de dagen van dit roerige nieuws wordt mijn aandacht getrokken naar een ander land, dat door het nieuws over de VS naar de achtergrond verdwijnt: Ethiopië. Vorige week woensdag kwam het bericht binnen waar we als Woord en Daad al weken bang voor waren. De Ethiopische premier Abiy Ahmed heeft een militaire invasie aangekondigd in Tigray, het noorden van Ethiopië, bij de grens met Eritrea. Hoewel de VS druk waren met hun verkiezingen, drongen ze onmiddellijk aan op de-escalatie en vroegen ze een weloverwogen reactie van beide partijen. De Ethiopische premier was echter duidelijk: een rode lijn is overschreden en een aanval is onvermijdelijk.
Tigray vormde de basis van het in 1991 aan de macht gekomen regime in Ethiopië. In 2018 kwam Abiy Ahmed aan de macht en maakte hij met zijn beleid een einde aan dit regime, met de woorden „27 jaar duisternis”, waarin volgens hem te veel macht in de handen van Tigray lag. Abiy stuurde aan op meer openheid in de Ethiopische samenleving en zocht toenadering tot Eritrea. Dit leverde hem een Nobelprijs op. De openheid die Abiy voorstond, creëerde tegelijkertijd ruimte voor etnische profileringen en claims naar meer zeggenschap, en dus verdeeldheid. De spanningen tussen het federale leger en Tigray bereikten in coronatijd een hoogtepunt.
De premier stelde de geplande nationale verkiezingen uit vanwege de pandemie. Tigray organiseerde eigenhandig een verkiezing in de regio. Dit leidde tot stopzetting van financiering vanuit de nationale regering voor Tigray. De spanning was om te snijden en ontplofte woensdagmorgen 4 november, toen vanuit de kant van Tigray een aanval werd uitgevoerd op de barakken van het nationale leger in Tigray. Een zorgelijk feit is dat zo’n 50 procent van het nationale leger is gelegerd in Tigray, de zogenaamde Northern Command.
Deze eenheid voerde tussen 1998 en 2000 een verschrikkelijke oorlog met Eritrea, die duizenden levens kostte en vele vluchtelingen opleverde. Oorlogsweduwen uit Eritrea vestigden zich in de krottenwijken van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Ik zie nog het trauma in de ogen van deze vrouwen, toen ik hen rond 2002 sprak.
Ethiopië verkeert in een staat van burgeroorlog. Tigray is al afgesloten van de buitenwereld. Het nieuws is zorgwekkend. Door Covid-19 en de sprinkhanenplaag stond het werk al onder druk, maar nu meer dan ooit.
Een jonge en ambitieuze Ethiopische projectleider deelde zijn zorgen met mij. Ik vroeg hem hoe hij naar de situatie in zijn land keek. Zijn antwoord was doeltreffend: „When the political elite have hunger for power, civilians are paying for it.” De burgers betalen werkelijk aan alle kanten.
Twee grote landen waarin op dit moment chaos heerst. Wereldwijd een pandemie die menig land in verdeeldheid brengt. Leiderschap en daadkracht zijn in crises cruciaal. Gezegend het land dat dienende leiders kent die groeien bij successen van anderen en oog hebben voor de kwetsbaren.
De auteur is directeur bij Woord en Daad.
beeld AFP, Timothy A. Clary
De behandeling van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verloopt dit jaar wat anders dan anders. Momenteel verkeren we in de uitzonderlijke situatie dat er ruimte is tussen de eerste en tweede termijn. Minister Kaag zit in quarantaine daarom hebben we extra tijd om te reflecteren op wat eerder is gezegd.
Bij Woord en Daad hebben we waarden als naastenliefde en bewogenheid met onze medemens hoog in het vaandel staan. De begrotingsbehandeling is hét moment om mensen in kwetsbare omstandigheden een stem te geven. ‘De COVID-pandemie vergroot de noodzaak om samen voor het goede doel te gaan’, zegt Chris Stoffer van de SGP. Ook Joël Voordewind van de CU benadrukt dat de pandemie de wereld beïnvloedt en de nood juist alleen maar groter maakt. In dat licht zien we graag dat er wordt geïnvesteerd in de toekomst van kwetsbare mensen die hard worden getroffen door rampen en crises. Daarom zijn we blij met het besluit dat het Kabinet extra geld vrijmaakt uit algemene middelen voor coronabestrijding in ontwikkelingslanden.
Echter, de voorgenomen bezuinigingen op o.a. voedselzekerheid stemmen ons minder positief. We willen juist het belang onderstrepen van voedselzekerheid en het werk in de voedselketens. Deze zijn van ongekende waarde vanuit solidariteit met mensen die dat zo hard nodig hebben, maar ook vanuit economisch eigenbelang voor Nederland. Door de crisisbeheersing te koppelen aan economisch perspectief benutten we kansen tussen ontwikkelingssamenwerking en internationale handel. Daarbij is het cruciaal om lokale voedselproductie te stimuleren om zo een sterkere economische basis op te bouwen. De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseert het Kabinet om het Nederlandse bedrijfsleven actief als partner te betrekken bij de maatregelen die genomen moeten worden. En daarbij is het de rol van de Nederlandse overheid om samenwerking zoveel mogelijk te ondersteunen. Zeker in sectoren als gezondheidszorg, voedselproductie en transport.
Altijd al is internationale samenwerking onmisbaar. Maar in deze tijd, waarin de COVID-19 pandemie over de wereld raast, misschien nog wel meer dan ooit. De hele wereldbevolking heeft baat bij een wereld die inclusief, vreedzaam, rechtvaardig, duurzaam en gezond is. Hierin speelt ontwikkelingssamenwerking een cruciale rol. Vanuit mondiaal perspectief hebben we allemaal belang bij het aanpakken van de oorzaken van armoede, conflicten, migratie, klimaatverandering, ongelijkheid en uitsluiting. Willen we verandering bewerkstelligen richting een eerlijke, circulaire, duurzame economie, dan moeten we de kansen die op dit gebied liggen in ontwikkelingslanden benutten. En daar liggen grote kansen. Daarom willen we de overheid oproepen om die kansen niet te laten liggen.
Er is in de achterliggende jaren vooruitgang geboekt in het behalen van de SDG’s, de Sustainable Development Goals. Deze zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn in 2015 door de VN in het leven geroepen als mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030. Effectieve samenwerking is nu hard nodig omdat ontwikkelingslanden 10 tot 30 jaar terug in de tijd dreigen te gaan. Het is nu niet de tijd om te bezuinigen! Het zou mooi zijn als belangrijke waarden van onze samenleving vanuit medemenselijkheid nageleefd worden. Dat we handelen vanuit medemenselijkheid. Dat we samenwerking zoeken. Dat we een uitgestoken hand bieden.
Kortom, wij hopen dat de geplande bezuiniging van ruim 100 miljoen euro op zaken als voedselzekerheid, veiligheid en de versterking van de private sector in lage inkomenslanden heroverwogen wordt. In deze tijd laten wij graag onze stem horen om op te komen voor de allerarmsten. De uitkomst laat nog even op zich wachten, maar wij blijven het met spanning volgen.
9 november 2020
We leven in een tijd waar data belangrijk is. Percentages, signaalwaarden en de reproductiefactor, we kunnen het inmiddels dromen. Elke dag komen er berichten voorbij van aantallen besmettingen, aantallen ziekenhuisopnames en aantallen overledenen. Het coronadashboard is onderwerp van gesprek. Het zijn kille cijfers, waarachter tienduizenden levens schuilgaan. Levens van échte mensen.
Deze column van Missy Christie verscheen eerder in het Nederlands Dagblad, 31 oktober 2020
In Colombia markeerde de eerste week van september een bijzonder moment: één van de langste lockdowns ter wereld werd afgesloten. In maart ging Colombia in een strikte lockdown vanwege COVID-19. Al na een paar dagen hadden mensen moeite voedsel op tafel te krijgen. Colombianen in nood hingen rode vlaggen uit ramen en deuren – de rode vlag werd een nationaal symbool voor honger.
In een halfjaar werd Colombia tien jaar teruggeworpen in de tijd. Armoedecijfers zijn nu gelijk aan die van 2010, en er zal een decennium nodig zijn om op het oude niveau terug te komen. Bogota, onze hoofdstad, is een van de steden waar de crisis het hardst heeft toegeslagen. Veel inwoners, meest jongeren en vrouwen, zijn werkloos geraakt. In juli was het werkloosheidspercentage 25,1 procent, wat staat voor het verlies van 1,2 miljoen banen.
Elke dag horen we verhalen zoals het verhaal dat Lady Parra me vertelde. Lady is een alleenstaande moeder die op straat kranten verkocht. Ze heeft geen inkomen meer en heeft geen idee hoe ze met haar kinderen moet overleven. Of het verhaal van Carlos Zabala, die in 2017 tot zijn vreugde een eigen restaurant kon openen, na 22 jaar in de informele sector werkzaam te zijn geweest. Carlos moest zijn zaak sluiten en inmiddels zijn bij een inbraak zijn meubilair en keukenapparatuur geroofd. In een paar maanden tijd verloor hij alles waarvoor hij jaren had gewerkt.
Ook in de stad Cartagena zijn de gevolgen van de pandemie groot. De werkloosheid steeg er van 7,3 naar 20,5 procent. In Soacha, een wijk met veel Colombiaanse en Venezolaanse migranten, zijn grote zorgen om het toenemende geweld. Alleen al in dit jaar zijn 23 bendes geïdentificeerd die Soacha als hun werkgebied hebben. In de afgelopen drie maanden was diverse keren sprake van bloedige protesten, gedwongen rekrutering van kinderen en andere heftige geweldsdelicten. Volgens politierapporten zijn ontvoeringen, afpersing en drugsconflicten sterk toegenomen in het afgelopen half jaar. We maken ons vooral ook zorgen om de jeugd: die heeft beperkt toegang tot virtueel onderwijs, te weinig te eten en leeft steeds meer in armoede. Het is een kwestie van tijd voordat velen van hen, in een poging aan de armoede te ontsnappen, terecht zullen komen in gewelddadige gangs.
Tegen deze achtergrond is het werk van Conviventia belangrijker dan ooit. In deze tijd, waarin angst, onzekerheid en ziekte overheersen en armoede verergert, is een boodschap van waarheid en hoop nodig. Het Woord van God is hier nodig! Toen de scholen gesloten waren, deden we ons best het onderwijs door te laten gaan. Een moeilijke taak in een gebied waar veiligheid van medewerkers niet kon worden gegarandeerd. We richten ons nu voornamelijk op tegengaan van honger, vergroting van de veiligheid van kinderen en het regelen van afstandsonderwijs. Daarnaast lichten we families voor over ziektepreventie en lobbyen we voor werkgelegenheid. Dit werk zal nodig blijven, ook als we de pandemie te boven komen en de verwoestende effecten van deze tijd zichtbaar zullen worden.
De huidige omstandigheden stellen ons voor enorme uitdagingen in onze strijd tegen armoede en onrecht, die toch al niet gemakkelijk was. Tegelijk worden we er elke dag bij stilgezet dat onze God alle wijsheid en alle macht heeft. Ook deze pandemie loopt Hem niet uit de hand. God is onze toevlucht en bij Hem kunnen we terecht. We zijn dankbaar dat Hij ons instrumenten van zegen laat zijn in deze moeilijke tijd. Hij voorziet in wat we nodig hebben om dit werk te kunnen doen. We ervaren deze hoop zelf én we mogen ervan uitdelen: houd vol, vertrouw op Gods kracht, op Zijn goedheid en op Zijn nooit eindigende liefde.
Tekst: Missy R. Christie de Acosta, directeur van Conviventia in Colombia (partnerorganisatie van Woord en Daad)
Werkeloosheid stijgt bij tweede golf mogelijk met 8,5 procent’. ‘Shell, BAM, TATA en KLM schrappen duizenden banen, reorganisaties zijn op komst.’ Willekeurige koppen die de afgelopen week mijn aandacht trokken. De werkeloosheid stijgt en de vooruitzichten zijn onheilspellend.
Door: Rina Molenaar
De coronacrisis brengt veel zorgen en verdriet maar blijkt ook veel creativiteit in mensen los te maken. Op allerlei terreinen. Het coronawoordenboek is inmiddels een feit en het groeit met de dag. Hoestschaamte, snuitschaamte, raambezoek, stoepverjaardag, strandpas, eenzaamheidsvirus en, een woord dat bij mij echt bleef hangen: huidhonger.
Hoe kom je op het woord: huidhonger? Als je het coronawoordenboek erop naslaat, zie je dat de betekenis van dit woord luidt: (de) behoefte aan fysieke aanraking, met name bij mensen die langdurig alleen moeten zijn, bijvoorbeeld wanneer ze in hun eentje in quarantaine of zelfisolatie zitten. Het is inderdaad een hard gelag dat je zelfs je bloedeigen (groot)ouders niet mag aanraken.
Lees hier heel de column op de website van het RD.
Beeld AFP, Orlando Sierra
Door: Rina Molenaar
Pasen 2020. Nederland bewonderde deze keer met meer aandacht het nieuwe jonge leven en genoot van de lente.
Na het diepe lijden van Goede Vrijdag werd het weer Pasen. Feest van de opstanding, feest van het nieuwe leven. En de natuur vierde dit feest van het nieuwe leven uitbundig mee. De bomen botten uit, bloesem prijkt aan de fruitbomen, lammetjes dartelen in de wei en ’s morgens wekken vogels ons met hun morgenlied.
De natuur juicht en zingt en lijkt zich niets van een coronavirus aan te trekken. Sterker nog: doordat het virus onze jachtige wereld knerpend en piepend tot stilstand liet komen, lijkt de schepping meer ruimte te krijgen.
Lees hier heel de column op de website van het RD.
Beeld ANP, Koen Suyk
Er is een training ‘Hoe maak je een succes van je eerste 100 dagen?’ Je leert dan om anderen te overtuigen van je kwaliteiten en leiderschap te tonen, zodat je wordt geaccepteerd in je nieuwe werkomgeving. De eerste 100 dagen moet je vertrouwen opbouwen én je stempel drukken. Daarnaast leer je om je valkuilen te vermijden en word je voorbereid op het gevoel van eenzaamheid dat je de eerste periode kan overvallen, ondanks de vele mensen die je ontmoet.
Acceptatie door collega’s voelde ik vanaf dag één. Vertrouwen was er direct en de noodzaak om meteen ergens mijn stempel op te drukken heb ik niet ervaren. Die training zou mij leren om mijn valkuil te vermijden. Dat was wel handig geweest. Van mijn allereerste leidinggevende heb ik de volgende wijsheid meegekregen: “Je sterke punt, kan zomaar je zwakke punt worden… en vice versa.” Ik heb dat met veel genoegen weer mogen ervaren en vertel je er graag meer over. Het aantal mensen dat ik trouwens heb mogen ontmoeten is overweldigend. Ik had helemaal geen tijd om mijzelf eenzaam te voelen!
Als Woord en Daad werken wij samen met veel verschillende organisaties. Zo gaan wij met de Civic Engagement Alliance (CEA), geleid door ICCO, het laatste jaar van de samenwerking in en schrijven wij samen aan een vervolgprogramma inzake Power of Voices. Daarnaast heb ik kennis mogen maken met tientallen ontwikkelingsorganisaties, waaronder leden van Partos en Prisma. Ik heb trainingen en lezingen gevolgd. In het IMVO convenant Voedingsmiddelensector, gecoördineerd door de SER, ontmoette ik de brancheorganisaties in de voedingsmiddelensector, maatschappelijke organisaties, vakbonden en de rijksoverheid. Binnen het MVO platform spreken wij met verschillende organisaties over nut en noodzaak van wetgeving en de convenanten op dit gebied. Met ons samenwerkingsverband Building Change werken wij samen met tientallen Kamerleden, SDG Nederland, vele andere maatschappelijke organisaties en verschillende ministeries. Mijn collega’s uit het politieke team zijn ook actief in andere samenwerkingsverbanden, maar bovenstaande geeft enigszins een beeld van mijn eerste 100 dagen.
De ‘100 dagen training’ heb ik niet gevolgd en toch heb ik een mooie start gehad. Mede dankzij het zeer warme welkom. Daar wil ik mijn collega’s en alle mensen die ik recent heb mogen ontmoeten hartelijk voor danken!
Geschreven door: Jacob van der Duijn Schouten
Van 24 tot 31 januari reist een groep ondernemers naar de agrarische projecten die ze in Sierra Leone financieel ondersteunen.
Terwijl onze vlucht aan de afdaling is begonnen memoreer ik nogmaals de afgelopen dagen. Wat een enorme hoeveelheid indrukken zijn de revue gepasseerd.
Na een heerlijke koele nacht ontbijten we met z’n allen in het Barmoi hotel. Wat een overvloed, wat staat dit hotel weer in schril contrast met wat we vorige week allemaal gezien hebben.
Na een enerverende nacht, waarin een paar keer de stroom uitviel -zodat het bloedjeheet werd bij gebrek aan de ventilator- ontwaken we dankzij de twee vastgebonden hanen in onze tuin.
Gisterenavond kon ik niet in slaap komen. Warm he,30 graden op de slaapkamer. Mijn vrouw snurkt al, maar ik hoor haar niet want de ventilator boven ons bed maakt zo’n lawaai met zijn windkracht 8, dat ik haar niet hoor.
Pabostudent Anna is met haar klasgenoten op studiereis in Guatemala. Ze brengen daar onder andere een bezoek aan de partnerorganisatie AMG. Daar hebben ze allerlei leerzame en inspirerende ontmoetingen, die hen een spiegel voorhouden. Kijk je met hen mee?
We beginnen de ochtend met een heerlijk ontbijt van ongelofelijke pittige aardappelen en eieren de vlammen slaan bijna letterlijk uit je mond.
Na een enigszins onrustige nacht, waarin we regelmatig gestoord werden door startende generators, stroomuitval, woest draaiende ventilatoren en gebedsoproepen vanuit de moskee, zijn we allemaal wakker en zien we vol verwachting uit naar de komende dag.
Ik zit op een steen naast de poort in het donker. De straten zijn weliswaar fel verlicht door nieuwe lantaarns, maar de straat is nog steeds onverhard en het is ontzettend warm!
In Nederland wonen we maar liefst in het tiende meest ontwikkelde land van de wereld. Wat een enorm contrast.
Pabostudenten Arenda en Coen zijn op studiereis in Guatemala. Ze brengen daar onder andere een bezoek aan de partnerorganisatie AMG.
Het 1 januari-gevoel. Kent u dat? De eerste dag van het jaar, waarop je met een schone lei begint. De eerste dag, waarop je je nieuwe jaarplannen met anderen deelt. De eerste dagen, waarop je elkaar mooie zaken toewenst. Veel heil en zegen, geluk, vrede, liefde. De gunfactor naar de ander is groot.
De tijd rond 1 januari is ook een periode van reflectie en bezinning. Mensen lijken in deze periode wel vriendelijker voor elkaar. Ze zijn bereid in hun hart te laten kijken.
Lees hier heel de column op de website van het RD.
Beeld AFP, Ashraf Shazly
Alweer de laatste dag van onze prachtige en onvergetelijke reis in Benin. We ontwaken in ons hotel in Bohicon.
‘Voordat tyfoon Ruby toesloeg, was ons leven al zwaar,’ vertelt de Filipijnse Joyce Gongon. ‘Onze familie had niet genoeg om van te leven. Mijn vader was boer en had geen vast inkomen. Er was onvoldoende inkomen voor eten en schoolgeld. Onze ouders moesten geld lenen om ons naar school te kunnen laten gaan. Ons huis was klein en eenvoudig en we woonden er met veel mensen.’ Tyfoon Ruby veranderde hun leven, op meerdere manieren.
Joyce woont in het Filipijnse dorp Tan Awan (stroomopwaarts van Dolores) en maakte de verwoestende kracht van tyfoons al meerdere malen van dichtbij mee. Na Haiyan (2013) kwam tyfoon Ruby (2014). ‘Ruby vernielde ons huis en onze landbouwgrond. Tot overmaat van ramp werden ook al onze kokospalmen verwoest,’ vertelt Joyce. ‘We werden geëvacueerd naar een school in het dorp. De ruimte was vol met mensen. Sommigen zaten, anderen probeerden wat te slapen.’
Werk en huisvesting
AMG Filipijnen (de lokale partner van Woord en Daad) betekent veel voor Joyce en haar familie. ‘Zij gaven ons stevige huizen. Mijn familie kreeg een betonnen huis met een extra kamer, zodat we nu minder opeen gepakt zitten. Met het levensonderhoudsprogramma heeft AMG mensen in ons dorp geholpen met leningen voor een onderneming in bijvoorbeeld de landbouw of veeteelt. AMG heeft veel gedaan voor onze families!’ vertelt Joyce dankbaar.
Nieuwe mogelijkheden
De veranderingen brengen vooruitgang, anders dan voor de vernietigende tyfoon. ‘De inwoners zien nieuwe mogelijkheden, nu hun weggespoelde huizen zijn vervangen door stevigere huizen die op hoger gelegen gebieden liggen, zodat ze niet opnieuw getroffen zullen worden bij een volgende overstroming,’ legt Joyce uit. ‘Ons vorige huis is weggespoeld, maar nu hebben we een beter gelegen en sterker huis, dat hebben we te danken aan AMG!’
Blijven vechten
Er is veel veranderd in het levensonderhoud van de mensen. ‘Dit komt ook door de leningen die zij via AMG krijgen,’ legt Joyce uit. ‘Mensen voelen de drang om weer te vechten voor een beter bestaan, na de steun die ze hebben ervaren na de verwoestende tyfoon.’ De ogen van Joyce beginnen te stralen. ‘Ondanks alles wat er gebeurd is, zullen we blijven vechten. We zijn AMG heel dankbaar voor alle steun!’
In Dolores heeft Woord en Daad via AMG een sponsorprogramma opgezet. Kijk op www.woordendaad.nl/dolores en steun een kind, een familie en het dorp!
In ons werk zie ik vaak dat armoede je waardigheid aantast. Jaren geleden deden we mee met onderzoek naar extreme armoede. In dat onderzoek zagen we al de enorme hopeloosheid die met armoede gepaard kan gaan. Soms waren er wel scholen, watervoorzieningen en meer, maar durfden de armen daar geen gebruik van te maken. ‘Daar ben ik niet goed genoeg voor, dat is niet voor mij’, hoorden we.
Keuzemogelijkheden
Enkele jaren terug zag ik de documentaire ‘En daarom werk ik – 14 jaar later’. De makers waren in Dhaka, Bangladesh geweest en kwamen nu na 14 jaar terug om dezelfde jongeren weer op te zoeken. Ook in deze documentaire zie je wat armoede met een mens doet. Leven in armoede is niet alleen een gebrek aan inkomsten. Het is een gebrek aan keuzemogelijkheden.
Bekijk de documentaire: https://www.npostart.nl/holland-doc/12-06-2013/POW_00568685
Meer dan inkomen
Woord en Daad werkt in landen in Azië, Afrika en Midden Amerika waar dit helaas de harde realiteit is. We werken aan werkgelegenheid, want werk is inkomen. Maar werk is meer dan dat. Het is de mogelijkheid je steentje bij te dragen. Een betekenisvol en waardig bestaan te kunnen opbouwen. Dat je vrij kunt handelen en dat je keuzemogelijkheden hebt. Het aanbieden van de juiste skills en de koppeling met de arbeidsmarkt is juist daarom belangrijk. Inkomen is mooi, maar het effect is groter.
Hoop
Juist als christelijke organisatie weten we dat er meer is, dat we hoop mogen koesteren. En dat het hoogst haalbare een verandering van het hart is. Dat ligt hier dicht tegenaan. Dat we hopen op een periode van shalom. Zoals in onze missie verwoord, streven we naar de tekenen van Gods komend koninkrijk. Christelijk leven staat niet gelijk aan welvaart. Maar het geeft wel hoop. En soms zien we daadwerkelijk een verandering optreden, zien we iets van het goede en van die shalom.
We weten dat we leven in een gebroken wereld, het volmaakte is ver weg. Het vraagt dagelijks de gestalte van Paulus die zegt: ‘bedenkt de dingen die boven zijn niet die op de aarde zijn.’ We lopen dan met onze voeten soms echt letterlijk in de modder van deze aarde maar hebben ons hoofd gericht op de hemel.
Dit blog is een bewerking van de reactie van Rina Molenaar op de lectorale rede van Jan van der Stoep
Lees hier meer over het lectoraat en het onderzoek waar Woord en Daad aan deelneemt
Dr. Jan van der Stoep is op 27 september geïnstalleerd als lector Bezieling en Professionaliteit aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE).
“Ik teken al vanaf het moment dat ik een potlood vast kon houden”…
Bezoekadres
Stichting Woord en Daad
Spijksedijk 16
4207 GN Gorinchem
0183 – 61 18 00
info@woordendaad.nl
IBAN: NL64 RABO 0385 4870 88
RSIN: 004275871
© Woord en Daad | Privacy statement | Disclaimer