‘Een mondkapje en handgel; ik voel me veilig’
Toen de coronapandemie in maart de wereld over trok, zette de Ethiopische autoriteiten teams in om voorlichting te geven in de dorpen over symptomen en het belang van goede hygiëne.
Toen de coronapandemie in maart de wereld over trok, zette de Ethiopische autoriteiten teams in om voorlichting te geven in de dorpen over symptomen en het belang van goede hygiëne.
‘Ik leerde om meer waarde te hechten aan de mensen om me heen, mijn werk, mijn gezondheid en het leven dat God me elke dag geeft.’
Corazon Virata, 56 jaar, werkt bij Bahay Silungan, een opvangcentrum voor seksueel uitgebuite en misbruikte kinderen op de Filipijnen. Een emotioneel zware baan, maar toch is Corazon gemotiveerd: ‘Ik ben de Heer dankbaar dat we deze kinderen via onderwijs en hulpverlening mogen versterken en ze veiligheid, liefde en herstel kunnen bieden.’
Het jaar 2020 was voor iedereen, hier in Nederland maar ook ver weg, een vreemd jaar. Twee meiden vertellen hoe corona hun dagelijks leven veranderde en wat ze in die periode geleerd hebben.
‘Toen ik voor het eerst op de radio hoorde over deze ziekte, gaf ik er weinig aandacht aan. Ik dacht dat het een ziekte in de stad was en dat het niet in zo’n afgelegen gebied zou komen,’ vertelt Bule Woticha uit Ethiopië. De 45-jarige vrouw woont samen met haar dochter Tahir Bonte en haar anderhalf jaar oude kleinzoon in de afgelegen regio Senbatu Shalla.
Coby Broekhoff sponsort samen met haar man en drie dochters Stefanie uit de Filipijnen. ‘Eigenlijk wilden we een jongen sponsoren, want we zijn al met drie meiden thuis. Maar Eva, de jongste, was overtuigd dat het Stefanie moest worden!’
Gabriel groeide op in Riviere Blanche, een klein dorpje in Haïti. Zijn ouders konden geen onderwijs betalen voor 8 kinderen. Toen Gabriel 9 jaar was, werd hij toegelaten tot het sponsorprogramma van onze partnerorganisatie P&A Haïti. Nu, 26 jaar later, is hij huisarts!
Jazmíns dochter neemt al sinds de kleuterschool deel aan het sponsorprogramma in Colombia. Jazmín zelf werd in de 5e klas door haar moeder van school gehaald om voor haar broers en zussen te zorgen. ‘Mijn jeugd bracht ik thuis door. Ik had weinig tijd om te spelen, naar school te gaan of vrienden te maken.’
Het appartement van Karima Irbahim zwiepte van links naar rechts en zelfs de ondergrondse werkplaats van Zadik Kharnoulian liep schade op. De immateriële schade van de explosie in de haven van Beiroet is veel ingrijpender. De kleinzoon van Lena Kerestedijan raakte getraumatiseerd. Hoe is de situatie nu? We gingen langs bij Karima Ibrahim, Zadik Kharnoulian en Lena Kerestedijan. Zij vertellen hoe ze hun leven weer oppakken na de ramp en hoe uw hulp daaraan bijdroeg.
De 26-jarige Lina is leerkracht op een school van onze partnerorganisatie Conviventia Colombia. Als kind kreeg ze via het sponsorprogramma de kans om naar school te gaan.
In juni 2019 nam Fatimata haar diploma voor kleermaker in ontvangst. Net als veel andere jongeren van de opleiding ging ze stagelopen bij een kleermaker. Al snel besloot ze het heft in eigen handen te nemen en een eigen onderneming te starten onder het motto : ‘al doende leert men.’
Toen Judeley uit Haïti werd opgevangen door onze partnerorganisatie Restavek Freedom, was hij erg verzwakt. Zijn ouders hadden niet genoeg geld om hem groot te brengen.
De 14-jarige Lotus Gain kan dankzij het sponsorprogramma naar school. ‘Mijn leven veranderde: ik maakte nieuwe vrienden, kreeg genoeg eten en had een veilige omgeving. De kans om te leren was echt een keerpunt in het leven van mijzelf en van mijn familie.’
‘Ik wil mijn bedrijf opbouwen zodat ik werkloze vrouwen uit ons dorp een baan kan bieden,’ vertelt Ranjitha (31 jaar) over haar ambities. Tijdens een training in de eerste maanden van 2020 leerde de creatieve Sri Lankaanse om decoraties te maken. Daarmee kon ze haar bedrijfje verder laten groeien.
Tharmapala Venuka uit Sri Lanka is 26 jaar. Haar jonge leven is getekend door de geschiedenis van het land. De burgeroorlog, de tsunami; het bepaalde haar leven. Daarnaast overleed haar vader toen ze nog jong was. Ondanks die moeilijke tijd is ze ambitieus en werkt ze hard, zodat ze voor haar moeder kan zorgen.
Toen ze in 1994 geboren werd als vijfde dochter van het gezin woonde haar ouders in Jaffna in het noorden van Sri Lanka. Als Tharmapala vijf jaar is, overlijdt haar vader. Haar moeder heeft moeite om voor het gezin te zorgen. De burgeroorlog die het land verscheurt maakt het extra moeilijk. In 2002 helpt een internationale organisatie het gezin om te verhuizen naar Batticaloa, in het oosten van Sri Lanka. Hier ligt de geboortegrond van haar moeder. Ze trekken bij oma in en de familie helpt hen waar mogelijk.
In 2004 wordt Sri Lanka getroffen door de tsunami. Negen familieleden, waaronder de oma van Tharmapala, overlijden bij deze ramp. Ook het huis van de familie Venuka wordt vernietigd. De plek waar de familie woonde ligt in een hoog risicogebied voor tsunami’s. Daarom verhuist het gezin naar Kallady. ‘Mijn moeder had toen verschillende baantjes, zoals naaien en chilipoeder maken om voor het gezin te zorgen.’

‘Nadat ik in 2013 mijn school afsloot, hielp ik mijn moeder met naaien, maar we hadden weinig inkomen.’ In die periode hoort Tharmapala over de Job & Business Service van YGRO. Deze dienstverlener, onderdeel van het Werk en Opleiding-project van Woord en Daad en YGRO op Sri Lanka, ondersteunt jongeren in het vinden van een baan.
Tharmapala lijkt een geschikte kandidaat voor een kledingfabriek. Ze gaat op gesprek en krijgt een baan in de productie. ‘Ik verdien 18.000 Sri Lankaanse roepie (82 euro) per maand. Dat helpt enorm om voor ons gezin te zorgen.’
‘Ik wil mijn vaardigheden verder ontwikkelen en doorgroeien, zodat ik niet alleen zeker ben van mijn baan, maar ook voor mijn familie kan zorgen. Ik wil de last van mijn moeder, die zoveel jaren alleen voor het hele gezin heeft gezorgd, verlichten.’
‘Na de training van YGRO ging ik drie maanden stagelopen bij het New Lanka Hospital. De praktische ervaring en de kennis uit de lessen over bijvoorbeeld leiderschap gaven me zelfvertrouwen en hoop,’ vertelt Thilaksha Suthakaran (23 jaar). De jonge Sri Lankaanse volgt de opleiding assistent-verpleegkundige.
Thilaksha woont bij haar ouders en twee broertjes. Haar vader werkt als beveiliger in een overheidskantoor, haar moeder is huisvrouw. ‘Ik studeerde Bio Science, maar vlak voor de examenperiode raakte ik ziek.’ Daardoor kon ze geen examen doen en het ontbrak de familie aan financiële middelen om nog een jaar schoolgeld te betalen. Thilaksha stopt met haar studie. Om toch wat inkomsten te hebben, geeft ze bijles aan kinderen.

Thilaksha is niet de enige jongere in Sri Lanka die aan de zijlijn van de samenleving terecht dreigde terecht te komen. Het verhaal van elke jongere is anders, maar er ze hebben twee overeenkomsten: het ontbreekt de familie aan geld om een opleiding te betalen en de jongeren zijn ondanks tegenslagen in hun leven ambitieus. Samen met partnerorganisatie YGRO ondersteunt Woord en Daad jongeren om een vakopleiding te volgen. Via de Job & Business Service ondersteunen we jongeren in het vinden van werk of het starten van een eigen onderneming.

In 2019 hoorde Thilaksha over de training assistent-verpleegkundige van YGRO. ‘Dankzij mijn spaargeld en de financiële ondersteuning van YGRO kon ik de training volgen. Ik had Bio Science gestudeerd en daardoor kon ik de lessen goed volgen. In 2019 rondde ik de training af.’ Thilaksha vindt een stageplaats bij het New Lanka Hospital, waar ze drie maanden ervaring op doet
‘Met mijn werk bij het ziekenhuis verdien ik 12.000 Sri Lankaanse roepie (55 euro) per maand. Naast het inkomen en de waardigheid die een baan geeft, geeft het me voldoening om te zorgen voor de zieken. Het is mijn verlangen door te leren en me te ontwikkelen in het vak verpleegkundige.’
Haar vader was als veehouder zelden thuis, haar moeder werkte in het buitenland om het gezin financieel overeind te houden. De jonge Uthayashanthi Uthayakumar zorgde voor haar broertje tot ze dankzij een familielid in een opvanghuis terecht konden. Gemakkelijk kun je de jeugd van Uthayashanthi niet noemen, maar ze bleef positief.
‘Na mijn school, in 2014, ben ik getrouwd,’ vertelt de 25-jarige Sri Lankaanse. Samen met haar man woont ze in het dorp Thannamunai in Batticaloa. ‘We zijn getouwd zonder toestemming van mijn ouders, dus krijgen we geen ondersteuning van hen. Mijn man werkt voor de sociale dienst, maar zijn salaris is nauwelijks genoeg om van te leven.’ Het jonge gezin heeft geen spaargeld of reserves voor onverwachte uitgaven. Ondanks verschillende pogingen lukt het niet om een baan te vinden die wel genoeg inkomen biedt.

Via een vriend horen ze over de Job & Business Service die partnerorganisatie YGRO aanbiedt. Dit is een bureau waar werkzoekende jongeren zich kunnen inschrijven. De JBS ondersteunt de jongeren door hen te koppelen aan een werkgever of door hen te helpen een eigen onderneming te starten. De Job & Business Service is onderdeel van het Werk en Opleiding-programma van Woord en Daad in Sri Lanka. Binnen dit programma ondersteunen we jongeren met vakonderwijs en het vinden van een baan.
Uthayashanthi schreef zich in bij de JBS. Ze werd binnen tien dagen voorgedragen bij een verzekeringskantoor waar een vacature was ontstaan. Uthayashanthi ging sinds februai 2020 aan de slag als Junior Business Promotions Executive.
‘Ik verdien 18.000 Sri Lankaanse roepie (82 euro) per maand. Daar kunnen we goed van leven en we houden iets over voor extra kosten. Mijn baan geeft me vertrouwen en hoop voor de toekomst van onze dochter van vier jaar. Deze kans heeft me het vertrouwen gegeven dat wij kunnen overleven in de zakenwereld en dat we voor onszelf kunnen zorgen, zonder van iemand afhankelijk te zijn.
‘Hoewel ik geboren ben in een arme boerenfamilie, heb ik een universitaire opleiding gevolgd,’ vertelt Moumita Bose, 25 jaar oud, uit Bangladesh. ‘Tijdens mijn studie ben ik getrouwd. Mijn man heeft me gesteund om mijn studie af te ronden. Hij heeft een laag salaris, dus besloot ik om iets met mijn academische titel te doen. Het was een uitdagende en teleurstellende tijd. Naast de zorg voor ons gezin, solliciteerde ik voor een baan bij de overheid. Na een groot aantal sollicitaties had ik nog altijd geen baan. Ik was heel erg teleurgesteld. Ik ging aan de slag als privédocent bij mensen thuis. Daarmee verdiende ik nauwelijks genoeg om in ons levensonderhoud te voorzien. Toen hoorde ik van de trainingen van CSS.’
Samen met partnerorganisatie CSS zet Woord en Daad zich in om jongeren in Bangladesh goed vakonderwijs te geven. Door korte trainingen en opleidingen leren de jongeren een vak of kunnen ze bepaalde vaardigheden aanscherpen. Daarmee vergroten ze hun zelfvertrouwen en krijgen de jongeren perspectief. Moumita volgde een training tot kleermaker en volgde enkele aanvullende trainingen, waaronder ondernemerschap, waardoor haar zelfvertrouwen snel groeide.
‘Eerlijk gezegd was mijn zelfvertrouwen na deze vier trainingen zo sterk gegroeid dat ik de volgende dag een eigen onderneming startte. Ik maakte visitekaartjes die ik uitdeelde aan vrouwen op de campus van CSS. Op een dag kreeg ik een eerste telefonische bestelling. Toen ik de kleren ging afleveren, zagen twee buurvrouwen wat ik had gemaakt. Ze waren zo enthousiast dat ze direct iets bestelde.’
Dat was het begin van een succesvolle onderneming. Moumita richt thuis een ruimte in om te werken, maar ook vrouwen uit andere wijken weten haar te vinden. het aantal orders groeit zo snel, dat het niet meer in huis past. ‘Ik klopte aan bij de Job & Business Service van CSS. Zij adviseerden me om een lening af te sluiten, zodat ik mijn eigen winkelruimte kan huren. Ik kreeg een lening van 150.000 taka (1.500 euro) en kon mijn eigen boutique openen. Nu heb ik mijn eigen kledingboutique in Khulna: Bangla Boutiques and Tailors. Ik heb vaste klanten en een goed inkomen. Ik ben de JBS dankbaar voor hun steun en coaching waardoor mijn leven positief veranderde!’
Geldgebrek beroofde Fatema Akter Bithi van toekomstperspectief. De zestienjarige Bengaalse wilde graag naar school, maar haar ouders hadden te weinig geld. Na de basissschool bleef ze thuis om samen met haar moeder voor haar twee broertjes en zusje te zorgen. ‘Mijn leven stond stil. Ik had geen dromen of ambities.’
De vader van Fatema werkt als beveiliger, haar moeder is dagloner. Het gezin heeft nauwelijks genoeg om van rond te komen. ‘Mijn ouders dachten na over een huwelijk voor mij,’ vertelt de tiener. Via een vriendin hoort Fatema over vakonderwijs, dat praktischer is en minder kost. ‘Ik realiseerde me dat ik door een technische training mijn vaardigheden kon verbeteren en geld kan verdienen voor mijn familie.’
Duizenden jongeren in Bangladesh zitten in vergelijkbare situaties als Fatema. De ouders verdienen te weinig om onderwijs te betalen. Terwijl diezelfde vakopleidingen de jongeren perspectief geven voor de toekomst. Met een vakdiploma op zak kunnen ze aan het werk en verdienen ze meer geld dan wanneer ze ongeschoold de arbeidsmarkt op gaan. Woord en Daad werkt samen met de lokale organisatie CSS om deze jongeren toegang te bieden tot vakonderwijs. De jongeren kunnen kiezen uit een breed scala vakopleidingen. Na hun opleiding kunnen de jongeren aankloppen bij een bemiddelingsbureau dat hen helpt om werk te vinden.
Het lukte Fatema om haar ouders te overtuigen haar naar de vakschool te laten gaan. In januari startte ze met haar opleiding kleermaker. ‘Ik hoop dat ik na de training een eigen naai-atelier kan openen en ik geld kan verdienen om mijn familie te helpen.’ De enthousiaste studente was net drie maanden onderweg met haar studie toen de coronapandemie de wereld silzette. ‘Alles is anders geworden sinds corona in maart in Bangladesh kwam. De vakschool is gesloten. Bid alstublieft dat God alles weer normaal wil maken en ik kan werken aan een betere toekomst.’
Het sponsorprogramma heeft niet alleen impact op het sponsorkind zelf, maar ook op de familie. Yohana Cipriano Elías (35) uit Guatemala, moeder van drie kinderen, vertelt welke impact het sponsorprogramma op haar familie heeft gehad.
De ogen van Angeline (17) sprankelen als ze vertelt wat het contact met haar sponsor voor haar betekent. ‘Ik vind het leuk dat de sponsor mij wil leren kennen.’
‘Mijn ouders hebben hoge verwachtingen van mij,’ vertelt de 17-jarige Riadul Jannat. De jonge Bengaal heeft net de laatste hand gelegd aan het monteren van een plafondventilator. Riadul groeide op in een arm gezin in één van de buitenwijken van Khulna. Hij volgt een twee jarige, technische opleiding.
‘We zijn thuis met z’n vieren. Mijn vader werkt in een winkel en mijn moeder is huisvrouw. Net als veel andere arme gezinnen is mijn vader de enige kostwinner,’ vertelt de vakschoolstudent. ‘Het is lastig om rond te komen.’ Toch wilden zijn ouders niet dat Riadul zou stoppen met school. Na de basisschool en middelbare school schreef hij zich in voor de vakopleiding.
Voor duizenden jongeren in Bangladesh is een vakopleiding onbetaalbaar. Hun ouders verdienen te weinig geld om het schoolgeld te kunnen betalen. Terwijl diezelfde vakopleidingen de jongeren perspectief geven voor de toekomst. Met een vakdiploma op zak kunnen ze aan het werk en verdienen ze meer geld dan wanneer ze ongeschoold de arbeidsmarkt op gaan. Woord en Daad werkt samen met de lokale organisatie CSS om deze jongeren toegang te bieden tot vakonderwijs. De jongeren kunnen kiezen uit een breed scala vakopleidingen. Na hun opleiding kunnen de jongeren aankloppen bij een bemiddelingsbureau dat hen helpt om werk te vinden.
Riadul wil liever doorleren. ‘Ik heb het eerste jaar met mooie cijfers afgesloten. Ik probeer naar elke les te gaan en ik hoop dat ik na de vakopleiding kan doorleren aan een Polytechnic Institute. Ik wil elektricien worden. Ik weet dat er nog veel uitdagingen zijn voordat ik zover ben. Wilt u voor mij bidden dat ik succesvol mag zijn en dat ik mijn ouders een lach op hun gezicht kan geven?’
De maatregelen die de regering in Tsjaad eerder dit jaar nam om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen, heeft grote gevolgen voor jonge ondernemers. Winkels en markten werden gesloten en de samenleving moest zich snel aanpassen aan ‘het nieuwe normaal’. Juist in deze crisismaanden komt de ondernemerszin van de jongeren naar boven.
Job Booster Tsjaad ondersteunt startende ondernemers. De ondernemers worden uitgedaagd hun businessplan te presenteren. Een aantal ondernemers wordt geselecteerd. Zij krijgen coaching van ervaren ondernemers die hen helpen hun businessplan verder uit te werken en de eerste stappen als ondernemer te zetten. Eén van de belangrijkste criteria bij de selectie is de ondernemerszin van de jongere. Daarnaast moet elke onderneming minimaal twee werkplekken bieden aan andere jongeren. De ondernemers die niet geselecteerd worden voor de coaching, krijgen wel ondersteuning om hun plannen verder uit te voeren.
Haoua Ngargoldji is één van de jongeren die vorig jaar geselecteerd werd. De coronacrisis had grote impact op haar kapperszaak. ‘Voor de coronacrisis had ik een dameskapsalon. De coronauitbraak en de crisis hebben mijn bedrijf hard getroffen. Ik moest mijn kapsalon meer dan drie maanden sluiten, dus mijn omzet daalde sterk. Ik heb al mijn spaargeld gebruikt om te overleven.’
De coronacrisis had voor veel jonge ondernemers grote gevolgen. Vanuit Job Booster werden de jongeren ondersteunt om hun bedrijf aan te passen aan de nieuwe situatie. De jongeren konden onder andere financiële ondersteuning aanvragen.
‘De 335 euro noodlening van Job Booster Tsjaad kwam precies op tijd, want daardoor kon ik een nieuwe onderneming starten. De vraag naar zeep is enorm gestegen tijdens de crisis, dus ben ik een bedrijf begonnen dat vloeibare zeep produceert. Die verkoop ik heel snel. Ik verkoop gemiddeld 30 flessen per dag voor 400 XAF (0,61 euro) per fles. Ik heb drie jongeren in dienst die de flessen verkopen. Daarnaast heb ik de lening gebruikt om wat kappersmateriaal te kopen en thuis een kleine kapsalon in te richten. Daarmee verdien ik gemiddeld 5.000 XAF (7,62 euro) per dag. Dankzij die inkomsten kunnen we de crisis overleven en kan ik voor mijn familie zorgen. Bedankt Job Booster! En Gods zegen voor alle donateurs.’
Veel mensen in Tsjaad koken op gas uit gasflessen. De ambitieuze ondernemer Prosper Djinguemadji ziet een gat in de markt. Hij werkt al maanden aan een prototype om biogas te produceren. In maart liet hij de ontwikkelingen zien. Nog diezelfde maand zette de coronapandemie het leven in Tsjaad letterlijk stil. Winkels en markten werden gesloten en de samenleving moest razendsnel wennen aan een ‘nieuw normaal.’ Prosper vertelt over zijn passie voor biogas, maar ook over de impact van de coronacrisis op zijn werk.
‘Maar weinig mensen in Tsjaad hebben toegang tot groene energie. Ik wil graag met lokale middelen groene energie opwekken voor huishoudens,’ vertelt de 29-jarige ondernemer. ‘Er zijn veel mensen in de steden en op het platteland die letterlijk in duisternis leven.’ De cijfers onderstrepen dat. Slechts 3% van de huishoudens is aangesloten op het elektriciteitsnetwerk en 90% van die huishoudens is in de hoofdstad Ndjamena te vinden. Prosper studeerde civiele techniek. Vacatures zijn er echter nauwelijks in Tsjaad. Een eigen onderneming starten is voor veel jongeren een manier om toch geld te verdienen.
Met het Job Booster programma ondersteunen we deze startende ondernemers. Net als Prosper hebben de jongeren voldoende kennis, maar tijdens de opleidingen is er weinig aandacht voor ondernemerschap. Job Booster daagt de jongeren uit om hun businessplan te presenteren. De jongeren met een ondernemersmentaliteit en een goed idee worden geselecteerd voor verdere coaching. Het programma ondersteunt hen met trainingen over bijvoorbeeld administratie en belastingwetgeving. Daarnaast worden alle jonge ondernemers gecoacht door een ondernemer.
Prosper is één van de jonge ondernemers die geselecteerd werd. Door zijn aderen stroomt het bloed van een ondernemer en zijn idee om groene energie te leveren maakte indruk. ‘Ik vul het vat voor een derde met afval, koeienmest, bladeren en groenafval, en voor een derde met water. Dan sluit ik het vat goed af en laat het 30 dagen fermenteren.’
In die dertig dagen komt een proces op gang in het vat waarbij biologisch gas geproduceerd wordt. Met dat gas kan een huishouden ongeveer een week koken. Daarna moet een deel van de gefermenteerde afval uit het vat worden getapt en nieuwe mest, bladeren en groenafval worden toegevoegd. Zolang je het vat niet helemaal leeghaalt, blijft het fermentatieproces continu op gang.
Job Booster stimuleerde Prosper om zijn idee verder uit te werken. Een eerste stap is een prototype maken om de techniek te testen. Hij werd ook aangemoedigd om een marktonderzoekje te doen. Prosper was hier nog volop mee bezig toen de coronacrisis uitbrak. Een moeilijke tijd voor zijn jonge startup, maar Prosper liet zich niet tegenhouden door tegenslag. Nu hij zijn idee voor biogas even moet laten rusten, bestormt hij de markt met een ander biologisch product: biologische mest.
‘De noodlening van Job Booster hielp me om vier medewerkers in dienst te nemen en mijn eerste nieuwe product op de markt te brengen. De lening was de redding voor mijn jonge startup. Het hielp me de crisis te overbruggen door een nieuw product in de markt te zetten: biologische mest. Veel klanten die mijn product hebben gebruikt, komen terug en zijn zeer tevreden. Sommige klanten vinden dat we eerst een laboratoriumtest moeten doen.’ Job Booster hielp de jonge ondernemers die getroffen werden door de coronacrisis, onder andere met financiële ondersteuning om hun bedrijf aan te passen.
Hoewel de verkoop van biologische mest goed gaat en hij zich daar nu volledig op focust, blijft Prosper bezig met zijn concept voor biogas. ‘Ik word omringt door experts en ondernemers die me motiveren en begeleiden. Ik weet zeker dat ik op de goede weg ben om binnen een paar jaar succesvol te zijn!’
In maart liet een trotse René Kourabe zijn uienveld zien. Het zag er goed uit. De grote uien waren duidelijk zichtbaar in de scheuren in de grond. Job Booster Tsjaad ondersteunt de jonge ondernemer om zijn agrarische bedrijf te laten groeien. Toen sloeg de coronacrisis toe, juist op het moment dat de uien geoogst konden worden. René Kourabe vertelt:
‘In januari zaaide ik uien met het geld dat ik verdiende met de rijstoogst. In maart oogstte ik de uien. De oogst was al minder dan ik hoopte. Ik verkocht de uien op krediet aan een handelaar, dat was voor de coronacrisis. Toen de regering op 19 maart aankondigde dat alle markten en winkels gesloten werden, belde de handelaar mij op. Hij kon de uien niet verkopen en we konden de uien niet bewaren. De prijzen waren direct fors gedaald. Dat was de dag van mijn ongeluk. Alles stond stil en ik kreeg niets terug.’
Job Booster Tsjaad
René is een van de ondernemers die door Job Booster Tsjaad gecoacht worden. De jonge ondernemers worden geselecteerd op hun businessplan en mindset. Zij worden gecoacht door ervaren ondernemers die hen helpen om een bedrijf te starten. De coronacrisis had voor veel jonge ondernemers grote gevolgen. Vanuit Job Booster werden de jongeren ondersteunt om hun bedrijf aan te passen aan de nieuwe situatie. De jongeren konden onder andere financiële ondersteuning aanvragen.
Een wonder
‘De steun van Job Booster Tsjaad in deze moeilijke periode was een gebedsverhoring, want ik had geen geld om rijst te zaaien. Normaal gebruik ik de winst van de uien om rijst te kopen. Dankzij de noodlening van Job Booster, ter waarde van 500 euro, kon ik investeren. Ik heb een pomp gekocht, zodat ik mijn akkers kan irrigeren en meer land kan huren en ik heb rijst gezaaid. Ik heb vijf medewerkers op mijn boerderij. Ik dacht dat het verloren was, maar God doet wonderen. De lening van Job Boodster was een wonder voor mij. God zegene Job Booster en de donoren opdat ze nog meer mogen bereiken.’
Antonie Treuren werkt als programma- en projectleider Inclusive Agribusiness bij Woord en Daad. Daarvoor woonde hij zes jaar in Colombia. Zorgen voor de schepping is een belangrijk deel van zijn werk. ‘Het doel van álles wat geschapen is, is God te loven. Zetten we onszelf als mensen niet te vaak in het middelpunt?’
‘Onderschat technische training niet en noem bepaalde beroepen zeker niet exclusief voor mannen. Met een technisch beroep kun je aan je financiële verplichtingen voldoen en opbloeien.’ Jessica Kambou neemt stevig stelling in. De jonge vrouw werkt bij Alioth Systems, een bedrijf in de zonne-energiesector in Burkina Faso. Jessica ging het veld in om de panelen op daken te monteren, maar door haar vergevorderde zwangerschap werkt ze nu binnen.
Jessica volgde vorig jaar een training via het Werk en Opleiding programma van Woord en Daad in Burkina Faso. Binnen dit programma werken we samen met vakscholen, ondernemers en de overheid aan werkgelegenheid voor jongeren. Zonne-energie is één van de sectoren waar veel kansen liggen voor de jongeren. Samen met ANEREE worden meer dan 5.000 jongeren getraind om zonnepanelen en de elektra te installeren. Zonne-energie is een groeimarkt in het land. Slechts een klein deel van de huizen is aangesloten op het elektriciteitsnetwerk en de zon schijnt dagelijks.
Tijdens de training leren de jongeren zonnepanelen monteren, de installatie met onder andere een omvormer en accu’s installeren en elektriciteit aanleggen in huizen. Een vooropleiding is niet noodzakelijk. De cursisten vormen dan ook een gemengd gezelschap van mannen en vrouwen, met en zonder kennis van elektra.
Het was de echtgenoot van Jessica die haar stimuleerde om de training te volgen. Hij betaalde voorde training en hielp bij het zoeken naar een stageplaats. Die vond Jessica bij Alioth Systems. Het werk is fysiek niet zwaar, vertelt ze, en ze heeft genoeg tijd over om voor haar kinderen te zorgen.
‘In enkele maanden wist ik alles van de zonne-energie installaties. Ik ontdekte zelfs een nieuwe passie.’ Jessica verving na het werk lampen en legde elektriciteit aan bij haar buurman. ‘Ik ben gelukkig. Ik moedig vrouwen aan om ook in de zonne-installaties te werken.’
‘Toen ik zes was verloor ik mijn zicht,’ vertelt Sanou. Haar handicap kon Sanou niet remmen in haar ambitie. Ze volgde een training en zette een bedrijfje op in de productie van yoghurt.
Osman, Samitigie en Fatmata lopen elke dag anderhalf uur naar school, samen met nog 20 kinderen uit het dorp. Hun moeder Fatmata Coniëh loopt het eerste stuk met hen mee. Dat Osman, Samitigie en Fatmata elke dag naar school kunnen is te danken aan een klein nootje. De cashewteelt veranderde het leven van het gezin.
Dauda Kanu (28 jaar) is trots op zijn cashewbomen. Jarenlang kon het gezin moeilijk rondkomen, omdat de rijstoogst nauwelijks voldoende was. Sinds hij investeerde in cashewbomen zijn de inkomsten flink gestegen.
Bezoekadres
Stichting Woord en Daad
Spijksedijk 16
4207 GN Gorinchem
0183 – 61 18 00
info@woordendaad.nl
IBAN: NL64 RABO 0385 4870 88
RSIN: 004275871
© Woord en Daad | Privacy statement | Disclaimer