Op 18 mei heeft minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) haar beleidsnota gepresenteerd. Kaag geeft hierin aan hoe het regeerakkoord wordt uitgewerkt en op welke punten het beleid van de komende jaren zich zal concentreren.
Een belangrijke leidraad voor het beleid zijn de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) die alle landen van de wereld onderschrijven. Het belangrijkste doel is dat er in 2030 geen extreme armoede meer in de wereld zal zijn. Woord en Daad vraagt via het platform Building Change ook aandacht voor het behalen van deze doelen en de Nederlandse bijdrage daaraan. Mede daardoor hebben diverse Kamerleden een SDG ‘geadopteerd’ en zetten zij zich in voor de uitvoering van een van de doelen.
Woord en Daad geeft met dit bericht een eerste reactie op de beleidsnota van minister Kaag, en we verwijzen ook naar de reactie van PerspActive, de coöperatie van tien ontwikkelings-organisaties (waaronder Woord en Daad) die samenwerken in ontwikkelingshulp vanuit christelijke waarden.
Samenhang
Het beleid heeft vier pijlers:
- Het voorkomen van conflict en instabiliteit
- Het verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid
- Het bevorderen van duurzame inclusieve groei
- Het versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland.
Elk onderdeel wordt goed uitgewerkt. Echter, de nota maakt niet duidelijk hoe de minister de samenhang tussen de vier onderdelen ziet. En dat is een gemiste kans, omdat ze elkaar beïnvloeden – soms positief, maar dat kan evengoed ook negatief zijn.
Aanpakken van grondoorzaken van de grote wereldproblemen
Minister Kaag zal jaarlijks zo’n 80 miljoen euro extra investeren in het aanpakken van grondoorzaken van armoede, ongelijkheid, conflicten en klimaatverandering. ‘Dat is beter voor de wereld, en beter voor Nederland’, aldus minister Kaag. Daarnaast zal ze maar liefst 290 miljoen euro extra investeren in noodhulp en opvang van vluchtelingen in de regio’s van herkomst, zoals Jordanië en Libanon. Wat Woord en Daad betreft had die keus omgekeerd moeten zijn: vooral investeren in de aanpak van grondoorzaken van armoede en migratie, in plaats van in de gevolgen.
Onderwijs, werk en inkomen
Het beleid zal focussen op het Midden-Oosten, Noord-Afrika, de Sahel en de Hoorn van Afrika. Er wordt geld vrijgemaakt voor nieuwe programma’s die onderwijs, werk en inkomen voor jongeren zullen genereren. Ook wil Kaag in deze gebieden de rechten van vrouwen versterken en een beter investeringsklimaat voor ondernemers stimuleren. Woord en Daad begrijpt deze focus, maar vindt wel dat ontwikkelingssamenwerking zich moet blijven richten op de armste landen en groepen – meteen na haar benoeming hadden we Kaag gevraagd om te blijven investeren in Sub Sahara Afrika, en in perspectief voor Afrikaanse jongeren. Daarom betreuren we dat Kaag een punt zet achter werk dat nog niet af is, zoals in Benin, een land waar Woord en Daad ook actief is in armoedebestrijding.
Bevorderen van handel en economische groei
Mede dankzij onze handel met het buitenland heeft Nederland een sterke economie en leven we in welvaart. Nederlandse bedrijven zijn deskundig en innovatief: we scoren hoog als het gaat om water, voedsel, of logistiek. Daarom wordt de samenwerking tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden gestimuleerd. Zo kunnen handel en hulp hand in hand gaan. Wél is belangrijk dat bedrijven zich houden aan normen voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Zodat investeringen daadwerkelijk bijdragen aan betere levensomstandigheden voor de lokale bevolking. De overheid heeft een belangrijke taak in dezen. Te vaak gaat handel nog ten koste van mensen en milieu in ontwikkelingslanden. Woord en Daad zal de vinger aan de pols houden op dit punt.
Wat betekent dit voor Woord en Daad?
Al met al kunnen we spreken van een ambitieuze beleidsnota, waarin zowel bedrijven als ontwikkelingsorganisaties worden uitgenodigd om samen te werken met de Minister. Woord en Daad grijpt die uitnodiging aan en we zijn benieuwd naar de concrete uitwerking van het Beleid. We zien voldoende raakvlakken tussen het werk en de programma’s van Woord en Daad en het beleid van minister Kaag. Zo zijn we hard bezig om het Job Booster programma (opleiding en banen voor jongeren) uit te breiden, waarmee we binnen vijf jaar 100.000 jongeren aan een baan willen helpen. Ook op het terrein van duurzame productie en consumptie vervult Woord en Daad een voortrekkersrol. Dit is goed zichtbaar in het Fair Factory-concept (zie deze animatiefilm en de projectpagina op onze website).
Concrete uitwerking van het beleid
Op 28 mei zijn maatschappelijke organisaties uitgenodigd voor de presentatie van dit nieuwe beleid. Woord en Daad zal er D.V. ook bij zijn. We zien uit naar de concrete uitwerking van deze ambitieuze beleidsnota, en houden uiteraard een vinger aan de pols.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!