Vier masterstudenten (Lisanne van der Steeg, Lotte Knigge, Harm van der Wilt en Jeroen Troost) zijn samen met Evert-Jan Brouwer en Gerjan Agterhof op reis in Oeganda. Hier doen ze onderzoek in het kader van MP Watch, de masterclass over politiek en ontwikkelingssamenwerking. In Oeganda doen ze onderzoek op het gebied van landbouw, voedselzekerheid en voedselverspilling. De resultaten zullen worden gepresenteerd aan leden van de Tweede Kamer, inclusief de nodige aanbevelingen voor politieke actie!
De blauwe poort gaat open. Ons Toyotabusje rijdt na een hobbelrit van een ruim uur het bedrijfsterrein op. We zijn in Mukono, niet ver buiten Kampala. Het bedrijf dat we vandaag bezoeken heet ‘Shares!’, een bedrijf dat zaden en pepers opkoopt van kleine boeren en deze in Europa verkoopt. De Operations Manager, Alex stapt naar buiten en stelt zich voor. Hij leidt ons naar binnen en in de eerste kamer rechts nemen we plaats. Koffie en koek staan op tafel en naar een kleine voorstel-ronde van onze kant vertelt hij hoe hij in 2001 in Oeganda terecht is gekomen. “Ik volgde een agrarische lerarenopleiding in Dronten en liep daarna drie maanden stage in Oeganda. Nu is het mijn thuis.” Inmiddels werkt hij zo’n 12 jaar voor Shares.
De boeren die Alex bezoekt beschikken over gemiddeld 2,5 hectaren grond. Shares neemt van een sesamzaad, chiazaad en pepers af, wat ‘high-value’ producten zijn. “Wij werken graag samen met lokale boeren, zo krijgen ze een goed bedrag voor hun producten en hebben ze een beter leven.” Legt Alex uit. In totaal gaat het om zo’n 15.000 boeren. Wanneer men over boeren spreekt, mag men ook ‘huishoudens’ lezen, aangezien de hele familie op het land werkt ook al staat het bedrijf op naam van de man. Wanneer de werkdruk voor de boeren hoog is, kan het gebeuren dat er een deel van de oogst verloren gaat omdat het niet op tijd geoogst kan worden. De boeren zelf hebben genoeg voedsel om van te leven maar ook niet veel meer dan dat. Shares ziet graag dat de boeren zich meer kunnen veroorloven, en het geld dat de boeren met hun handel verdienen gaat vooral naar onderwijs en woningen.
Wanneer Alex wordt gevraagd naar de voornaamste uitdagingen voor het bedrijf, antwoordt hij lachend: “Afrika zit vol met uitdagingen.” Een van de meest opvallende is er een waar wij al dagen lang tabletten tegen slikken. De Oegandese overheid gebruikt namelijk chemicaliën om malaria tegen te gaan. “De chemicaliën worden op de binnenkant van de muren bij de mensen thuis gespoten. Na een tijdje dwarrelt het neer als stof. Dit komt vervolgens in de producten terecht. Veel boeren gebruiken hun huis als opslagplaats. Wij veroordelen deze aanpak niet, maar het gaat niet samen met biologische landbouw. We investeren graag in een alternatief programma.”
Dat het bedrijf het gebruik van chemicaliën schuwt, blijkt ook wanneer we een rondleiding krijgen door loodsen op het terrein. Hier worden de zaden geschud en gezeefd om het schoon te maken. Naast het pand staan tanks waar CO2 in wordt geperst om insecten of achtergebleven eitjes ervan, om zeep te helpen. De producten belanden uiteindelijk in Europese supermarkten of worden nog verder verwerkt. Nadat de laatste vragen gesteld zijn, schudden we Alex nogmaals de hand en gaan we terug het busje in. Op naar de volgende afspraak in ons programma.

Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!