Nieuws en verhalen

Werelddag stories | In gesprek met… Eric Jansen over de veiling

Eric Jansen (31) is eigenaar van Jansen 2wielers en zit in het bestuur van RO (RegioOndernemers) Barneveld. Voor de Werelddag organiseert hij met veel enthousiasme de veiling, sinds enkele jaren een zeer gewaardeerd onderdeel van het pauzeprogramma. Er worden tientallen stukken geveild, waaronder (hoe kan het ook anders!) een prachtige fiets. Eric kijkt uit naar de Werelddag en uiteraard het meest naar de veiling: ‘We gaan weer ons uiterste best doen om er een succes van te maken!’

Fietsmonteur
Als 16-jarige begon Eric Jansen als monteur in een Barneveldse fietsenzaak. In 2008 nam hij op 19-jarige leeftijd de winkel over. Zo’n 12 jaar later is Jansen 2wielers een begrip tot in de wijde omgeving, worden er ongeveer tien keer zoveel fietsen verkocht en is het team gegroeid naar 14 medewerkers. In 2019 werd de zaak zelfs uitgeroepen tot de beste Nederlandse tweewielerzaak van het jaar. Het aanbod is enorm, van stadsfietsen tot e-bikes en alles wat er tussenin zit. De focus ligt echter bij fietsen van hoge kwaliteit en elektrische fietsen. Ook doen ze reparatie en onderhoud.

Uitreiken
Vlak na zijn start als ondernemer koos Eric ervoor zich aan te sluiten bij RegioOndernemers Barneveld: een lokale groep ondernemers die gelooft in samen ondernemen en samen successen boeken. Daarom bieden ze een helpende hand aan mensen die het minder hebben, door te netwerken en het project ‘Cracking the nut’ van Woord en Daad te ondersteunen. Hiermee worden ruim 10.000 cashewboeren in Burkina Faso en Benin ondersteund om hun inkomsten te verhogen, waardoor ze toegang krijgen tot voedsel, onderwijs en zorg.


Eric Jansen (rechts op de foto)

Veiling
Ongeveer 7 jaar geleden kwam Eric in het bestuur van RO Barneveld. ‘Sindsdien verzorg ik binnen het bestuur alle organisatorische activiteiten’, vertelt hij. ‘Zoals bedrijfsbezoeken, de jaarlijkse rally, en dus ook de veiling op de Werelddag. Samen met medebestuurslid Hendri van Ommeren zorg ik ervoor dat de veiling op rolletjes verloopt.’ Inmiddels hebben ze tientallen veilingstukken verzameld. Denk hierbij aan gereedschap, speelgoed en een heerlijke slagroomtaart. Maar ook een ballonvaart voor twee personen en, uiteraard, een prachtige fiets. Eric kijkt uit naar de Werelddag, ‘het meest naar de veiling!’, en hoopt samen met Hendri op een fantastische opbrengst: ‘We gaan er helemaal voor!’

‘Ik let op de kinderen alsof het mijn eigen kinderen zijn’

Hosneara Parvin is sinds 1994 lerares op een school in Bangladesh. Vanuit haar passie voor kinderen besloot ze het onderwijs in te gaan.

Ondernemers bezoeken onderwijsprojecten in Sierra Leone – Blog 1

In Nederland wonen we maar liefst in het tiende meest ontwikkelde land van de wereld. Wat een enorm contrast.

Studenten van Driestar hogeschool naar Guatemala – Blog 1

Pabostudenten Arenda en Coen zijn op studiereis in Guatemala. Ze brengen daar onder andere een bezoek aan de partnerorganisatie AMG.

Studenten van Driestar hogeschool naar Guatemala

Negen vierdejaars studenten van Driestar hogeschool maken een werkweek naar Guatemala waar ze kennis maken met het land, de cultuur en het onderwijs.

Werelddag van Woord en Daad: getuigenissen van hoop uit Afrika

Op zaterdag 18 januari vindt de Werelddag plaats in de Midden Nederlandhallen in Barneveld.

Weer thuis na leven op straat

Henok is 12 jaar oud en geboren en opgegroeid in het zuidelijke deel van Ethiopië. Zijn vader is boer en zijn moeder zorgt voor het gezin.

De hemel op aarde – Column RD

Het 1 januari-gevoel. Kent u dat? De eerste dag van het jaar, waarop je met een schone lei begint. De eerste dag, waarop je je nieuwe jaarplannen met anderen deelt. De eerste dagen, waarop je elkaar mooie zaken toewenst. Veel heil en zegen, geluk, vrede, liefde. De gunfactor naar de ander is groot.

De tijd rond 1 januari is ook een periode van reflectie en bezinning. Mensen lijken in deze periode wel vriendelijker voor elkaar. Ze zijn bereid in hun hart te laten kijken.

Lees hier heel de column op de website van het RD.

Beeld AFP, Ashraf Shazly

Werelddag stories | In gesprek met… Tineke Morren over het tienerprogramma

Nuchter, bedrijvig en enthousiast, dat kenmerkt Tineke Morren (34), noodhulp- en weerbaarheidscoördinator bij Woord en Daad. Voor de Werelddag houdt ze zich bezig met het logistieke deel en de invulling van het tienerprogramma. ‘Ik hou van evenementen met veel inhoud en een goede sfeer.’

Van uitgebreid koken en lekker eten wordt Tineke heel blij, net als van sporten en het lezen van een fijn boek. Ook ziet ze graag de zon aan de hemel staan. ‘De warmte, het licht, de kleuren, een horizon. Voor mijn gevoel leeft alles dan meer.’ Als noodhulp- en weerbaarheidscoördinator bestaat er voor Tineke eigenlijk niet zoiets als een gemiddelde werkweek, en alle plannen kunnen bij een grote ramp zomaar volledig worden omgegooid.

Werelddag
Als het over de Werelddag gaat, reageert Tineke enthousiast. ‘Ik hou van evenementen met veel inhoud en een goede sfeer. Ik heb deze dag twee keer met een mooie groep mensen mogen organiseren.’ Dit jaar gaat collega Elize er helemaal voor om een prachtige dag neer te zetten. ‘Elize is een kei van een organisator, die iets groots neer gaat zetten. Een dag waarop we ons als Nederlanders echt verbonden voelen met het leven van miljoenen verre naasten.’

Tienerprogramma
Samen met een vrijwilliger uit Zeeland heeft Tineke een leuk programma opgezet voor brugklassers en tweedeklassers. ‘We nemen hen door leuke Afrikaanse spellen denkbeeldig mee naar Afrika, ze spelen een in- en outdoor zeskamp en er is veel gezelligheid in het Grand Café.’ Hierbij ontmoeten ze Miftah uit Ethiopië en luisteren ze naar zijn ingrijpende verhaal, hoe hij is opgegroeid in armoede en nu als dokter voor veel mensen kan zorgen.

Verbonden
Naar welk onderdeel kijkt Tineke het meeste uit? ‘De inloop! Dan verwelkomen we blij en dankbaar de stroom bezoekers uit het hele land. Jongeren, ouderen en kinderen. Een massa trouwe mensen die we dan in de ogen kunnen kijken. Zij zijn het die ons dagelijks met liefde steunen, voor ons bidden en ons werk mede mogelijk maken,’ zo vertelt Tineke enthousiast. ‘Zij zijn die dag het belangrijkst! Veel mensen gaven de vorige keer terug: ik vind het fijn om mee te leven met het werk van Woord en Daad, ik voel me verbonden en het is meer gaan leven, of: ik vond het een heel gezellig leerzaam dagje voor mijn kinderen, of: ik heb nieuwe mensen leren kennen. Mooi toch? Daar doen we het voor!’

Tineke Morren. Beeld: Cees van der Wal

Straatjongen Dave wil advocaat worden

Dave* is 14 jaar oud en werd geboren in het zuiden van Ethiopië. Toen hij in de derde klas van de middelbare school zat, besloot hij op straat te gaan leven.

Dankbaar: collega Hilda al 40 jaar bij Woord en Daad

We vragen het de kinderen in onze programma’s regelmatig: wat wil je later worden? Brandweer, buschauffeur, dokter… De jonge Hilda de Vries wilde voornamelijk werk doen waarbij ze iets goeds deed voor anderen.

Aman uit Ethiopië is na twee jaar op straat weer thuis

Aman* is 11 jaar oud en geboren in het zuiden van Ethiopië. Zijn moeder stierf toen hij nog heel jong was en aanvankelijk woonde hij bij zijn vader, met wie hij echter geen goede band had.

‘Eén van de manieren om onze liefde voor anderen te uiten, is door te delen van wat we hebben’

Alemitu Chenkeso is assistent-kleuterjuf in Roggie, Ethiopië

Het vervult juf Alemitu (40) met dankbaarheid, als ze de huidige situatie in Roggie vergelijkt met die van vroeger. De positieve veranderingen binnen de gemeenschap ziet ze nog iedere dag. ‘De aanwezigheid van Roggie Hope School had én heeft een grote impact. De mensen in Roggie sturen hun kinderen nu zelf naar school.’

Het Hope-project bracht ongekende veranderingen teweeg in de gemeenschap. ‘In Roggie was geen school en geen watervoorziening,’ legt Alemitu uit. ‘De kinderen en ouderen wasten zich in Lake Shalla, dat van nature zout is, en hadden daardoor last van schurft. Maar voor al deze problemen is nu een oplossing, want met de lancering van het Hope-project in Roggie kwam er naast onderwijs ook beschikking over goed drinkwater. God heeft een oplossing gegeven en ik ben blij om voor het Hope-project te mogen werken.’

Allerarmsten

Het Hope-School-project is bedoeld voor de allerarmsten, vertelt Alemitu. Hiervoor is een speciale commissie aangesteld, die de kinderen selecteert. ‘We letten niet op afkomst of achtergrond. Wanneer kinderen de armste van de armen zijn, zijn ze welkom binnen het project.’ Hope biedt extra diensten door schoon drinkwater, schoolmateriaal, kleding en sanitaire materialen zoals zeep te verstrekken. ‘Er worden ook geestelijke lessen gegeven, om de kinderen onder andere te leren zich correct te gedragen. Zo kunnen ze een voorbeeld zijn voor andere scholen in ons land.’

De school van Hope beschikt zelfs over een eigen bibliotheek, waar de bibliothecaris de kinderen ondersteunt bij hun studie. En niet zonder resultaat. ‘Mede als gevolg daarvan behalen kinderen een zeer goed resultaat in vergelijking met andere scholen in district.’

Delen

De gemeenschap is dankzij het Hope-project inmiddels voorzien van de meeste basisbehoeften. Toch blijven er moeizame situaties. ‘De afwezigheid of de slechte staat van elektriciteit, wegen en ziekenhuizen veroorzaken problemen,’ legt Amitu uit. ‘De slechte infrastructuur zorgt bijvoorbeeld voor grote risico’s voor de enige bus van het Hope-project. Uitval van deze bus kan lange afstanden voor het personeel veroorzaken. Dit is met name riskant voor de vrouwen om op tijd op school en op kantoor te zijn. Afwezigheid van personeel kan kwaliteitsverlies betekenen.’

Alemitu is nu een jaar assistent-juf bij de kleuterklassen en heeft inmiddels al zo’n 100 kinderen onder haar hoede gehad. Ook zij vindt het belangrijk om zich te blijven ontwikkelen. ‘Ik volgde een driedaagse seminar met de titel ‘Healthy Life’ (gezond leven),’ vertelt Alemitu. ‘In de training leerde ik hoe ik vreedzaam met anderen kan leven en hoe ik anderen kan liefhebben en dienen. Van de mensen die ons steunen, hebben we geleerd dat delen door God gezegend wordt. Eén van de manieren om onze liefde voor anderen te uiten, is door te delen van wat we hebben. Daarom ben ik met een deel van de stagiairs van plan om 50 birr per maand bij te dragen om de kansarme kinderen extra te ondersteunen.’


‘t Zal je kind maar zijn! Via projecten van Woord en Daad ontvangen zo’n 32.000 kinderen goed onderwijs. Komend jaar willen we nog eens 2.020 kinderen deze kans geven. Doet u mee?

‘Ik ben opener en minder bang voor nieuwe uitdagingen’

Als kleine jongen bezocht Leonardo al de kinderopvang van Conviventia in Cartagena.

‘De investering in mijn leven en dat van vele andere kinderen heeft enorme impact’

De 17-jarige Brithany Isabel Miranda Estrada heeft net haar middelbare school afgerond en hoop binnenkort te starten op een universiteit. Dat had ze tot een aantal jaar geleden nooit kunnen denken. Brithany groeide op in armoede en naar school gaan was dan ook niet vanzelfsprekend. Door het volgen van onderwijs heeft Brithany zich enorm ontwikkeld en kijkt ze nu dankbaar naar de toekomst: ‘De investering in mijn leven en dat van vele andere kinderen heeft enorme impact’.

Brithany Estrada woont samen met haar ouders en haar oudere zus in Verbena, een buitenwijk in Guatemala-stad. Een zeer gevaarlijk gebied, waar drugs, geweld en moord aan de orde van de dag zijn. Kinderen als Brithany lopen dagelijks gevaar om te worden gerekruteerd voor (jeugd) bendes. De ouders van Brithany wilden haar graag een betere toekomst geven en zochten een veilige plek waar er goed zou worden gezorgd voor hun dochter. ‘Ik herinner me niet alle details, maar mijn moeder vertelt mij dat ze een veilige plek voor mij zochten’, zo vertelt Brithany. ‘Mijn ouders moesten om financiële redenen beide werken en vonden hier een goede plek waar ik zorg, eten en onderwijs zou krijgen’.

Naar school
En zo ging de kleine Brithany naar school, gerund door een partnerorganisatie van Woord en Daad. ‘Het was niet makkelijk in het begin en ik huilde veel’, zo bekent ze. ‘Na een tijdje vond ik echter heel leuk om naar school te gaan en huilde ik als ik niet kon gaan’, vult ze lachend aan. ‘Ik genoot van het lekkere eten, de leuke lessen en het leren van zoveel nieuwe dingen’.

Investering
Vandaag de dag kijkt Brithany vol vertrouwen naar de toekomst. Ze hoopt binnenkort te starten aan de universiteit, en daarna een baan te vinden om haar familie financieel te kunnen steunen. Brithany is dankbaar voor de investering in haar leven en het leven van zoveel andere jonge mensen om haar heen. ‘Dat heeft een enorme impact in het leven van mij en vele anderen’, zo vertelt ze. ‘Hierdoor kunnen jonge mensen zoals ik verandering brengen en van positieve invloed zijn in onze maatschappij.’

 

‘t Zal je kind maar zijn! Via projecten van Woord en Daad ontvangen zo’n 32.000 kinderen goed onderwijs. Doordat ze naar school gaat, heeft Brithany zicht op een hoopvolle toekomst. Komend jaar willen we nog eens 2.020 kinderen zoals Brithany deze kans geven. Doet u mee?

Noodhulp orkaan Phanfone

Werelddag stories | In gesprek met… Jorieke de Vries, vrijwilliger

De decembermaand maakt Jorieke de Vries heel blij. ‘Deze tijd van het jaar vind ik heel fijn.

Keyla (16) uit Guatemala, een meisje met grote plannen voor de toekomst!

De 16-jarige Keyla Gonzáles is een echte brugpieper, ze is net begonnen op een middelbare school in Santa Maria, in het zuiden van Guatemala. Het leven van Keyla was niet makkelijk, ze groeide op in een gebroken gezin in een zeer gevaarlijke wijk in Guatemala Stad. Door onderwijs te volgen kwam Keyla uit haar sociale isolement, en ontwikkelde ze enorm op allerlei vlakken. Dankbaar en vol plannen kijkt ze naar de toekomst: ‘Mijn droom is om een internationale kok te worden en zowel mijn moeder als anderen te kunnen helpen’.

Keyla Gonzáles leeft samen met haar moeder en broer in een klein huis in Guatemala Stad. Helaas zonder haar vader, hij woont bij familie in San Marcos. Lange tijd woonde het gezin Gonzáles bij een oom, omdat Keyla’s moeder haar baan verloor. Keyla vulde haar dagen door haar tante te helpen met de kinderen. Haar wereldje was klein, want met haar verdere familie van haar moeder was er geen contact. ‘Ik had weinig vrienden’, zo vertelt Keyla over deze tijd. ‘Ook vond ik het heel moeilijk dat mijn moeder haar baan verloor. Verder miste ik mijn vader, mijn andere ooms en tantes en neefjes en nichtjes enorm!’

Naar school
Enkele jaren geleden ging Keyla voor het eerst naar een basisschool, gerund door een partnerorganisatie van Woord en Daad. Dit veranderde haar leven volledig. ‘Ik heb heel veel geleerd door naar school te gaan’, zo vertelt Keyla. ‘Ook ben ik mentaal enorm gegroeid en hebben de docenten mij geholpen in mijn moeilijke familiesituatie. Ik ben nu goed voorbereid om eerst de middelbare school en straks hopelijk een vervolgstudie te kunnen doen.’ Ook gaf het Keyla’s moeder de ruimte om een eigen bedrijfje op te zetten in het verkopen van nieuwe en gebruikte kleding, schoenen en schalen.

Kok worden

Hoopvol en met grote plannen kijkt Keyla nu naar haar toekomst. ‘Ik wil heel graag eerst mijn middelbare school afronden’, zo vertelt ze. Daarna zou ik graag de studie Business Administration willen doen. Mijn grootste droom is om mijn eigen bedrijfje te hebben en een internationale kok te zijn. Hierdoor zou ik ook andere mensen een baan kunnen geven en mijn familie financieel kunnen ondersteunen’. Verder geeft Keyla aan dat ze heel dankbaar is voor de steun zodat zij naar school kon. ‘Ik ben heel dankbaar voor de mensen die kinderen als ik ondersteunen. Hun steun is levens veranderend’!


‘t Zal je kind maar zijn! Via projecten van Woord en Daad ontvangen zo’n 32.000 kinderen goed onderwijs. Doordat ze naar school gaat, heeft Keyla zicht op een hoopvolle toekomst. Komend jaar willen we nog eens 2.020 kinderen zoals Keyla deze kans geven. Doet u mee?

‘We gaan een extra mijl voor mensen die buitengesloten zijn’

Woord en Daad wil ondersteuning bieden aan mensen die in armoede leven. Die intentie is er, toch blijkt dat in de praktijk lastig. Uit verschillende onderzoeken waar Woord en Daad aan meewerkte, blijkt dat er altijd wel groepen mensen in armoede zijn die niet bereikt wordt. ‘Ondanks de goede intenties lukte het ons tot nu toe onvoldoende om alle mensen te bereiken die we willen bereiken,’ vertelt Wim Blok (kennisstrateeg). Het gaat om mensen die buitengesloten worden omdat ze gehandicapt zijn, vrouw zijn of om een andere reden geen aansluiting vinden. ‘In veel gevallen worden mensen uitgenodigd voor een project, maar dat is voor deze categorie onvoldoende. Deze groep mensen moet je specifiek opzoeken.’

 

‘Je kunt goede intenties hebben, maar dat alleen is niet voldoende,’ vervolgt Wim. ‘We hebben geleerd dat we concrete targets moeten stellen en soms ook een specifieke aanpak moeten inzetten om deze ‘onbereikten’ te bereiken.’ Ze worden bijvoorbeeld gepest, misbruikt en wonen letterlijk buiten het dorp. Gehandicapten worden soms verborgen gehouden voor dorpsgenoten. Daardoor hebben deze allerarmsten een extreem laag zelfbeeld, vergelijken ze zichzelf soms zelfs met dieren, waardoor ze ook zichzelf uitsluiten. Een andere groep onbereikten zijn gemeenschappen in afgelegen gebieden, waar de overheid geen aandacht aan geeft en geen organisaties werken waardoor ze verstoken blijven van de meest basale voorzieningen.

 

Geschapen naar Gods beeld

Ieder mens is geschapen naar Gods beeld. Ieder mens heeft recht op een menswaardig bestaan. Daar staat Woord en Daad voor. De genoemde groepen onbereikten vragen een extra inspanning. Ook is het risico dat deze mensen in de looptijd van een project afhaken groter. ‘Juist deze onbereikten mogen we als christelijke organisatie niet negeren, ook al vraagt dat meer van ons.’ In de komende jaren krijgt deze doelgroep nadrukkelijker een plek binnen de projecten. Bijvoorbeeld door samenwerking met specialistische organisaties en het inzetten van extra activiteiten gericht op het versterken van eigenwaarde en zelfvertrouwen.

 

Er zijn ook voorbeelden waarin het al wel lukt om groepen die we eerder niet bereikten, mee te nemen in onze programma’s. In het onderwijsprogramma wordt partners inmiddels gevraagd ook deze allerarmsten te selecteren. In Oeganda worden ook blinde imkers getraind en bouwen leerlingen van een blindenschool de bijenkasten. En volgend jaar starten projecten in Tsjaad en Ethiopië in gebieden waar nauwelijks organisaties werken. Zo leren we om steeds beter ook de onbereikten te bereiken!

Meer over de beleidsthema’s van Woord en Daad:

‘We werken gezamenlijk aan veranderingen die blijven’

Egouchola (33) uit Benin, een dankbare schooldirecteur die uitdagingen ziet!

Sinds acht jaar geeft Egouchala Laura les op een basisschool in de stad Kilibo, in Benin. Inmiddels is hij zelfs directeur. Egouchala is dankbaar voor zijn school en de mooie kans op een betere toekomst die zijn leerlingen door het volgen van onderwijs krijgen. Maar hij spreekt ook eerlijk over de diverse uitdagingen waar hij voor staat. ‘Goed opgeleide docenten zijn onmisbaar voor goed onderwijs voor onze leerlingen’.

Egouchala Laura is directeur van een basisschool in het zuiden van het land Benin. De school werd in 2014 opgericht door een partnerorganisatie van Woord en Daad en telt zo’n 277 leerlingen. ‘Zelf heb ik de 41 leerlingen van groep 2 onder mijn hoede’, zo vertelt Egouchala. ‘Er zijn in totaal 11 leraren. Samen geven we diverse vakken  zoals Engels, computervaardigheden en christelijk onderwijs. Elke groep heeft een eigen docent en lokaal’. Verder heeft de school diverse faciliteiten, zoals een drinkwaterpunt en een toilet. En beschikt het sinds enkele jaren over een hek, om de veiligheid van de leerlingen te garanderen. Ook krijgen de leerlingen elke dag een maaltijd. Egouchala is heel dankbaar voor alle steun voor zijn school.

Uitdagingen
De directeur ziet echter ook diverse uitdagingen, die het gevolg zijn van het onderwijssysteem in Benin. ‘We hebben te maken met een groot tekort aan bevoegde leraren’, zo vertelt hij. ‘Ook is er een tekort aan lesmateriaal en een gebrek aan supervisie en bijscholing van leraren. Hierdoor valt een hoog percentage leerlingen voortijdig uit, en is zowel het percentage leerlingen dat de basisschool afrondt als dat doorstroomt naar de middelbare school te laag.’ Vooral over het gebrek aan goede bevoegde leraren maakt Egouchala zich zorgen. ‘Goede leraren zijn nodig voor het geven van goed onderwijs’, zegt hij. ‘Vanwege het lerarentekort worden vaak mensen die geen training hebben gehad voor de klas gezet. Vooral op het platteland komt dit veel voor.’

Verbeteringen onderwijssector
Er staan hervormingen op het programma van de overheid om het onderwijs te verbeteren. Zo wil de overheid graag net als Egouchala het onderwijzend personeel versterken, door het werven en opleiden van goede leraren. Er is echter nog een lange weg te gaan. Desondanks is Egouchala blij met deze plannen om zo zijn leerlingen te kunnen geven wat hij het liefst wil: goed onderwijs, voor een betere toekomst!


‘t Zal je kind maar zijn! Via projecten van Woord en Daad ontvangen zo’n 32.000 kinderen onderwijs. We willen in 2020 nog eens 2.020 kinderen deze kans geven! Geeft u een gift voor goed, christelijk onderwijs wereldwijd?

Illegaal migreren of toch een kans in Ethiopië?

Net als andere jongeren volgde Adane uit Ethiopië zijn studie in de avonduren en werkte hij overdag, omdat zijn familie hem niet kon ondersteunen.

Onderneemster Emebet geeft niet op na teleurstellingen

Veel jongeren die vanuit Ethiopië illegaal migreren naar Europa of het Midden-Oosten dromen van een beter bestaan.

Werelddag stories | In gesprek met… Sephora Nadjimbaidje, spreker

‘Ik werk veel met kinderen die wees zijn geworden. Wanneer een ouder overlijdt, is er in het begin vaak genoeg zorg voor de kinderen.

‘Ik viel in het water, zo hevig was de aardbeving’

‘Ik stond bij de rivier om me te wassen en ik wilde net mijn kleren uittrekken toen de aardbeving kwam,’ herinnert Adnan (11 jaar) zich.

‘Ik huilde over het verlies van onze zoon, maar ik ben niet alleen’

Mevrouw Newi is buiten, samen met haar man en dochter. Zoontje Gilang (3 jaar) is binnen.

Vergeten stemmen aan het woord

In de vorige blog zag u hoe politiek adviseurs van Woord en Daad soms de weg kwijtraken in de krochten van het Europese Parlement. Snel terug naar het vertrouwde Den Haag.

Het hele jaar door vinden er in Den Haag debatten plaats met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Sigrid Kaag. Variërend van handelsverdragen tot voedselzekerheid, van bedrijfsontwikkeling tot het bereiken van mensen met een handicap. November springt er uit als maand met veel ‘politiek geweld’. In die maand debatteert de Kamer met de minister over de inhoud van haar plannen voor het volgende jaar, de hoogte van het ontwikkelingsbudget, en de doelen waar de Nederlandse regering haar ontwikkelingsgeld aan uitgeeft.

Voor ons als lobbyisten zijn dit hoogtijdagen. Want er hangt nogal wat vanaf welke keuzes de minister maakt. Wat zijn de gevolgen van die keuzes voor mensen in ontwikkelingslanden?

In aanloop naar dit soort belangrijke debatten gaan we in gesprek met Kamerleden. We spreken met hen over wat henzelf is opgevallen en welke vragen zij hebben voor de minister. Maar andersom zijn Kamerleden vaak ook benieuwd naar wat wij van beleidskeuzes vinden. Zodoende zijn dit ook momenten waarop we, vanuit de kennis en ervaring die Woord en Daad heeft vanuit haar werk in ontwikkelingslanden, onze zorgen en ideeën met hen delen.

Zo spraken we met Kamerleden over de stand van zaken van een nieuw fonds voor jeugdwerkgelegenheid die de minister mede op verzoek van de Kamerleden heeft opgestart. Over de problemen van mensensmokkel en wat Nederland daar aan zou kunnen doen. Maar ook over de voor- en nadelen van bindende wetgeving voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De negatieve gevolgen van bepaalde bedrijfsactiviteiten doen immers veel positieve inspanningen teniet. Het was goed om te zien dat de minister op deze en andere punten soms flink aan de tand werd gevoeld.

Stevige parlementaire controle van ministers is cruciaal, want de keuzes die ze voorstellen zijn niet zonder meer verstandig. Daarbij is het belangrijk dat er verschillende geluiden klinken. De stem die niet zomaar gehoord wordt, is de stem van de mensen in ontwikkelingslanden. Terwijl het Nederlandse beleid direct en indirect veel invloed op hen heeft. Aan ons de taak om die stem aan het woord te laten.

Geschreven door: Eddie Krooneman

Yancarlos (12): ‘Ik moet buiten altijd op mijn hoede zijn’

Na schooltijd even met vrienden op straat spelen lijkt zo gewoon, maar is voor kinderen in Guatemala allesbehalve vanzelfsprekend.

Originele sponsorgeldmeter op de Eben-Haëzerschool

Is het benodigde sponsorgeld al binnen? De leerlingen van de Eben-Haëzerschool in Emmeloord weten het precies!

Werelddag stories | In gesprek met… Janneke Witzier over het kinderprogramma

Een hart voor kinderen, creatief en een ‘tikkie’ chaotisch: dat is Janneke Witzier (41) ten voeten uit.

Biologische bonenteelt levert Jorge meer op

Trots loopt Jorge Mario Garcia over zijn veld met bonenplanten in het binnenland van Guatemala.

© Woord en Daad | Privacy statementDisclaimer