Nieuws en verhalen

MP Watch in Oeganda: Hoop doet leven

Vier masterstudenten (Lisanne van der Steeg, Lotte Knigge, Harm van der Wilt en Jeroen Troost) zijn samen met Evert-Jan Brouwer en Gerjan Agterhof op reis in Oeganda. Hier doen ze onderzoek in het kader van MP Watch, de masterclass over politiek en ontwikkelingssamenwerking. In Oeganda doen ze onderzoek op het gebied van landbouw, voedselzekerheid en voedselverspilling. De resultaten zullen worden gepresenteerd aan leden van de Tweede Kamer, inclusief de nodige aanbevelingen voor politieke actie!

Rijdend door de straten van Kampala maken we veel mee van het Afrikaanse straatbeeld. Er was hilariteit alom bij het zien van de namen van alle ondernemingen die we op onze route tegenkwamen. Van de ‘Divine Brother Defensive Driving School’, tot ‘Home of Faith Furniture’ tot de ‘Jericho Must Fall Holy Communion’. Er was verbazing als we weer eens vaststonden in het Oegandese verkeer en een aantal brommerchauffeurs simpelweg op het idee kwamen om een stukje, op de andere rijbaan, tegen het verkeer in te rijden. Maar te midden van die stilstaande auto’s lopen ook jongeren, in de hoop je wat bananen te verkopen. Waarom gaan zij niet naar school? Waar is hun hoop?

De toekomst lijkt dan niet veel beter te worden. De verwachting is dat in twintig jaar de bevolking van Oeganda verdubbelt. Zo wordt de situatie een tikkende tijdbom genoemd. Jaarlijks komen er een miljoen jongeren op een arbeidsmarkt terecht die niet op hen lijkt te wachten. Ze wonen in een land met aan het hoofd een president van boven de zeventig die al decennia aan de macht is, zonder hoop op verandering. Waar zijn hun kansen?

Maar te midden van zoveel ellende, zal ik deze week ook herinneren als een week vol hoop. Deze week hebben we al mogen bloggen over mooie initiatieven, ideeën en verhalen. Op dinsdag waren we bij Sulma Food, die boeren linkt aan de afzetmarkt. Ik zal niet snel de trotse glimlach van de boer vergeten als hij op zijn erf zit te vertellen over zijn bedrijf. Zijn voormalige hutje en zijn nieuwe huis achter hem als de fysieke bewijzen van de kansen die hij heeft kunnen pakken.

En deze week hebben we energieke en avontuurlijke Nederlanders mogen ontmoeten die hier werken. Zo kwamen we bij vandaag bij Holland GreenTech. Maarten Hermus werkt sinds een jaar in Oeganda en heeft de leiding over Holland GreenTech Oeganda. Hij nam ons mee naar een ‘demo farm’, waar trainingen worden gegeven voor boeren die mogelijk interesse hebben in de producten en diensten van het bedrijf. Met betaalbare producten zoals nieuwe zaden kunnen Ugandese boeren op hetzelfde stukje land hun opbrengst flink verhogen. Met betere pootaardappelen kan de productie met 50% worden verhoogd. Met goede kunstmest en betere middelen voor irrigatie wordt de grond vruchtbaarder. Dit maakt voor boeren veel verschil. Maarten gelooft erin dat juist handel mensen verder kan helpen. “Handel kan ontwikkeling brengen,” vertelt Maarten als we hem om zijn drijfveer vragen. “Dat wilde ik weleens testen.”

Ook hebben we Jaap Blom mogen ontmoeten, die werkt bij het onderzoeksinstituut IITA. Hij woont al meer dan vijfentwintig jaar in Oeganda. Hij vertelde over een onderzoek over hoe de oogst van de boeren kan worden verhoogd, waarbij ze op basis van de resultaten de overheid adviseren. En ja, ook al is de overheid corrupt en bureaucratisch, toch zijn veel van die waardevolle adviezen verwerkt in diverse beleidsnota’s van het ministerie van Landbouw, die al aangenomen zijn door het parlement. Dat biedt hoop!

Met al die Hollanders in Oeganda komt ook nuchterheid mee. Armoede zal voorlopig niet uit Oeganda verdwijnen. Verbetering bij de overheid zal van ver moeten komen. En toch. Toch is er hoop met al die veelbelovende projecten en initiatiefrijke bedrijven. En met al die mensen die de hoop niet opgeven.

Blog 10 YA Hoornbeeck: Blijven bidden voor Colombia

Vandaag was dan alweer de laatste dag van de reis. We konden uitslapen, want we hoefden pas om tien uur te ontbijten. Na het ontbijt nog even gauw onze tassen inpakken en dan om elf uur vertrekken naar het vliegveld.

Voordat we weggingen vanaf het campcenter hebben we Gloria, Heidel en hun dochter bedankt voor alles wat ze voor ons hebben gedaan de afgelopen dagen dat we in het campcenter verbleven. We hadden een cadeautje voor ze meegenomen en na dat we dat gegeven hadden hebben we voor ze gebeden.

Eenmaal bij het vliegveld aangekomen was het dan ook tijd om afscheid te nemen van Jeison. Na veel knuffels, een laatste foto en heel vaak tot ziens te hebben gezegd was het dan zover. Daarna kwam het bekende riedeltje; inchecken, langs de bagage check en de douane richting de gate om te wachten tot we zouden vertrekken.

Om 15.40 vlogen we weg vanuit Bogotá en namen we dus definitief afscheid van Colombia. Na een lange vliegreis kunnen we zeggen dat we vrijdag 4 mei om elf uur veilig zijn geland en dat we terugkijken op een hele bijzondere reis. We hebben heel veel gave, ingrijpende en bizarre dingen meegemaakt die we nooit meer zullen vergeten! We hebben veel nieuwe mensen ontmoet en nieuwe vrienden gemaakt die een plekje in ons hart hebben. Ook blijven we bidden voor Colombia en willen we jullie vragen dat ook te blijven doen.

Celine Leeflang

 

Dag 9 YA Hoornbeeck: De laatste avond

Vandaag zijn we naar technical training centre geweest. Dit is ook het project waar ons meeste geld heen gaat. Het zorgt ervoor dat mensen voor een beroep gaan leren en een diploma krijgen als ze klaar zijn.

Nadat ze hun diploma hebben kunnen ze op zoek gaan naar een baan of ze beginnen een bedrijfje voor zichzelf. Na 6 maanden neemt de school dan weer contact op om te kijken hoe het gaat. Toen we in de klassen gingen kijken waren we in het lokaal van de kappers en schoonheidsspecialisten opleiding. Als verrassing werd onze haren en nagels helemaal gedaan. Onwijs lekker om even te genieten. We hebben daar geluncht en zijn daarna nog naar een voormalig leerling (alumni) wezen kijken. Deze persoon had op deze school gezeten en had nu een baan gevonden als kapster. Onwijs mooi om te zien dat ze door middel van deze school een diploma kunnen halen en geld kunnen gaan verdienen.

We zijn weer met z’n allen de bus in gestapt en hebben 2 uur in de file gestaan, iets wat in Bogota vrij normaal is. Toen we bij het Kamphuis waren had iedereen tijd voor zichzelf en hebben we lekker gerelaxt.

We hebben met heel de groep en Jeisson (de reisleider vanuit Colombia ) de reis geëvalueerd en tips en tops besproken. Ook hebben we die avond iedereen als leiding bedankt met een zelfgeschreven lied en hebben we genoten van de laatste avond.

Laat op de avond was er weer een kampvuur en zijn we lekker gaan slapen met het idee dat we eindelijk een keer konden uitslapen tot 10 uur 😉

 

MP Watch in Oeganda: Ontmoeting met Oliver

‘Uganda is the food basket for East-Africa.’ Vandaag hebben we een lange dag gehad met hele diverse bezoeken. Daarbij vielen puzzelstukjes op hun plek. Steeds meer werd duidelijk hoe divers de problematiek rond voedselzekerheid en voedselverspilling is. Ik focus me op twee bezoeken: House of Seeds en TradeMark EastAfrica.

We begonnen de dag bij NUTIP. Dit is het platform van een groot aantal Nederlandse bedrijven in Oeganda. Regelmatig ontmoeten de ondernemers elkaar en maken ze nieuwe ondernemers wegwijs in Oeganda. Anja de Feijter is voorzitter van NUTIP en daarnaast directeur van House of Seeds. Anja vertelde vol passie over de invloed van zaad op een goede oogst. Wij wisten daar nog niet zoveel van, wat een heel leerzame ochtend opleverde.

De kwaliteit van zaad is vaak een ondergeschoven kindje in de ontwikkelingssector. Er worden door grote hulporganisaties zoals de VN veel (gratis) zaden uitgedeeld die van slechte kwaliteit zijn en die daardoor niet uitkomen of niet bestand zijn tegen ziektes. ‘Een gratis zaadje doet boeren veelal terugvallen in armoede’, vertelde Anja. Als de oogst tegenvalt door het slechte zaad, dan heeft een boer investeringen voor niets gedaan en kan er de jaren daarna ook geen beter zaad worden gekocht. Als er goed zaad gebruikt wordt, wordt er ook veel meer geoogst wat weer betere opbrengsten oplevert. De eerste aanschaf van goed zaad kan duur zijn, maar de investering betaalt zich zonder meer uit. Heel logisch, maar soms nog lastig om over te brengen terwijl deze eerste stap cruciaal is.

Het gesprek met Anja werd nog levendiger toen we werden voorgesteld aan Oliver. Oliver is de eerste aardappelsoort die gekweekt kan worden uit een hoge kwaliteit zaadje. Het Nederlandse bedrijf Bejo Zaden heeft 30 jaar onderzoek gedaan om Oliver te ontwikkelen. Oliver kan in Oeganda veel verschil maken in de landbouw omdat zaden veel makkelijker te vervoeren zijn naar boeren in afgelegen gebieden dan pootaardappels – die nu worden gebruikt om aardappels te planten. In Nederland en Europa is Oliver al op de markt en in Oeganda zal Oliver, na wat testen, ook op de markt verschijnen.

Van afspraak naar afspraak rijden we door het drukke Kampala. Ergens midden op de rotonde zijn ze bezig een gat te dichten. ‘Men at work’ staat erbij op een bord. Het verkeer rijdt er gewoon om heen. In het rijkere deel van Kampala zijn de wegen redelijk onderhouden, maar daarbuiten is het meestal een hobbelig ritje. Er is nog werk aan de winkel. Onze afspraak met Moses Sabiti, directeur van TradeMark EastAfrica, sluit daar dan ook mooi op aan.

TradeMark EastAfrica verbetert fysieke toegang tot de markt in heel Oost-Afrika, van de Nijl tot de Indische Oceaan. Dit gaat om bijvoorbeeld om de infrastructuur bij grensovergangen en om vereenvoudiging van procedures bij de douane. Hierbij wordt intensief samengewerkt met de overheid van Oeganda en andere landen in Oost-Afrika, zoals Kenya en Tanzania. Oeganda is landlocked dus een goede toegang tot de havens van Kenya is heel belangrijk voor de import en export. Moses liet ons, als een echte leraar, met landkaarten zien welke wegen en douaneposten al verbeterd zijn. Zo zijn er een heleboel nep-douane posten op de weg naar Kenya verwijderd. Het vervoer van een container vanuit Kampala naar de zeehaven Mombasa in Kenya is door deze maatregelen van 18 naar 4 dagen gegaan. Erg indrukwekkend en van groot belang voor bederfelijke waar, die snel vervoerd moet worden.

Na deze intensieve dag zijn we ook wel toe aan ontspanning. Onze laatste afspraak vandaag ging niet door, waardoor we zelfs nog even tijd hadden om te genieten van het zwembad bij het hotel…

Vier masterstudenten (Lisanne van der Steeg, Lotte Knigge, Harm van der Wilt en Jeroen Troost) zijn samen met Evert-Jan Brouwer en Gerjan Agterhof op reis in Oeganda. Hier doen ze onderzoek in het kader van MP Watch, de masterclass over politiek en ontwikkelingssamenwerking. In Oeganda doen ze onderzoek op het gebied van landbouw, voedselzekerheid en voedselverspilling. De resultaten zullen worden gepresenteerd aan leden van de Tweede Kamer, inclusief de nodige aanbevelingen voor politieke actie!

Woord en Daad organiseert 12 mei sportief evenement in natuurgebied Posbank

Op zaterdag 12 mei organiseert ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad de jubileumeditie van het sportieve wandel- en fietsevenement in het prachtige Posbank-natuurgebied aan de westelijke rand van de Veluwe. Het evenement voorziet in recreatieve korte routes en in langere routes voor de sportieve uitdaging. De opbrengst van het evenement komt ten goede aan onderwijs voor kansarme kinderen in ontwikkelingslanden.

Wandel- en fietsroutes

Het is de vijfde keer dat het Woord en Daad Posbank Event plaatsvindt. Tijdens deze jubileumeditie kunnen mensen wandelen en fietsen in het prachtige, heuvelachtige landschap. Onderweg kan men wilde paarden, schapen en vele andere dieren tegenkomen op de heide, zandvlakte of in de heuvels. De kortere wandelroute van 10 km is vooral geschikt voor gezinnen met kinderen en er is een speciale kinderwagenroute van 9 km. Daarnaast is er nog een wandelroute van 15 km. De fietsroutes lopen op van 30 naar 85 km. De meest uitdagende wielrenroute is ca. 100 km, die zowel individueel als onder begeleiding gefietst kan worden. Onderweg zijn er meerdere rustpunten.

Opstap- en rustplaatsen

Alle routes starten boven op de Posbank, Beekhuizenseweg 1 (tussen 10.00 en 14.00 uur). Er is een extra fiets-startlocatie nabij monument De Woeste Hoeve (65 en 85 km, fietsknooppunt 85). Langs de route zijn pauzeplaatsen ingericht waar eten en drinken te koop is. Ook is er een speurtocht voor de kinderen om zich in te leven in het goede doel. Op de site www.posbankevent.nl kunnen deelnemers meer informatie vinden en zich inschrijven.

Het goed doel: ‘Geef ze een 10!’

De opbrengst van het inschrijfgeld en van de verkoop bij de rustpunten gaat naar de actie ‘Geef ze een tien!’. Dit project zamelt geld in voor training van docenten, lesboeken en lesmaterialen om de kwaliteit van het onderwijs in ontwikkelingslanden te verbeteren. In 2017 brachten de 250 deelnemers, die zich kunnen laten sponsoren, in totaal € 14.000,- euro bij elkaar voor dit project. De tussenstand van het sponsorgeld wordt op de website bijgehouden. Er gesponsorde prijzen te winnen zoals een MAF-rondvlucht of toegang tot het Nederlands Openluchtmuseum.

MP Watch in Oeganda: Sharing is caring

Vier masterstudenten (Lisanne van der Steeg, Lotte Knigge, Harm van der Wilt en Jeroen Troost) zijn samen met Evert-Jan Brouwer en Gerjan Agterhof op reis in Oeganda. Hier doen ze onderzoek in het kader van MP Watch, de masterclass over politiek en ontwikkelingssamenwerking. In Oeganda doen ze onderzoek op het gebied van landbouw, voedselzekerheid en voedselverspilling. De resultaten zullen worden gepresenteerd aan leden van de Tweede Kamer, inclusief de nodige aanbevelingen voor politieke actie!

De blauwe poort gaat open. Ons Toyotabusje rijdt na een hobbelrit van een ruim uur het bedrijfsterrein op. We zijn in Mukono, niet ver buiten Kampala. Het bedrijf dat we vandaag bezoeken heet ‘Shares!’, een bedrijf dat zaden en pepers opkoopt van kleine boeren en deze in Europa verkoopt. De Operations Manager, Alex stapt naar buiten en stelt zich voor. Hij leidt ons naar binnen en in de eerste kamer rechts nemen we plaats. Koffie en koek staan op tafel en naar een kleine voorstel-ronde van onze kant vertelt hij hoe hij in 2001 in Oeganda terecht is gekomen. “Ik volgde een agrarische lerarenopleiding in Dronten en liep daarna drie maanden stage in Oeganda. Nu is het mijn thuis.” Inmiddels werkt hij zo’n 12 jaar voor Shares.

De boeren die Alex bezoekt beschikken over gemiddeld 2,5 hectaren grond. Shares neemt van een sesamzaad, chiazaad en pepers af, wat ‘high-value’ producten zijn. “Wij werken graag samen met lokale boeren, zo krijgen ze een goed bedrag voor hun producten en hebben ze een beter leven.” Legt Alex uit. In totaal gaat het om zo’n 15.000 boeren. Wanneer men over boeren spreekt, mag men ook ‘huishoudens’ lezen, aangezien de hele familie op het land werkt ook al staat het bedrijf op naam van de man. Wanneer de werkdruk voor de boeren hoog is, kan het gebeuren dat er een deel van de oogst verloren gaat omdat het niet op tijd geoogst kan worden. De boeren zelf hebben genoeg voedsel om van te leven maar ook niet veel meer dan dat. Shares ziet graag dat de boeren zich meer kunnen veroorloven, en het geld dat de boeren met hun handel verdienen gaat vooral naar onderwijs en woningen.

Wanneer Alex wordt gevraagd naar de voornaamste uitdagingen voor het bedrijf, antwoordt hij lachend: “Afrika zit vol met uitdagingen.” Een van de meest opvallende is er een waar wij al dagen lang tabletten tegen slikken. De Oegandese overheid gebruikt namelijk chemicaliën om malaria tegen te gaan. “De chemicaliën worden op de binnenkant van de muren bij de mensen thuis gespoten. Na een tijdje dwarrelt het neer als stof. Dit komt vervolgens in de producten terecht. Veel boeren gebruiken hun huis als opslagplaats. Wij veroordelen deze aanpak niet, maar het gaat niet samen met biologische landbouw. We investeren graag in een alternatief programma.”

Dat het bedrijf het gebruik van chemicaliën schuwt, blijkt ook wanneer we een rondleiding krijgen door loodsen op het terrein. Hier worden de zaden geschud en gezeefd om het schoon te maken. Naast het pand staan tanks waar CO2 in wordt geperst om insecten of achtergebleven eitjes ervan, om zeep te helpen. De producten belanden uiteindelijk in Europese supermarkten of worden nog verder verwerkt. Nadat de laatste vragen gesteld zijn, schudden we Alex nogmaals de hand en gaan we terug het busje in. Op naar de volgende afspraak in ons programma.

Dag 8 YA Hoornbeeck: Bezoek aan de Zoutkathedraal

Ola Dutch people. De tijd vliegt voorbij, want we hebben nog maar een paar dagen te gaan. Gisteren moesten we er vroeg uit en hadden we een enorme lange dag. Vandaar dat we vandaag wat langer in ons bedje konden blijven liggen.

We hebben ontbeten met fruit en een broodje. Daarna zaten we 1,5 uur in de bus op weg naar de Zoutkathedraal. Eenmaal aangekomen bleek het dat we WiFi hadden en even contact konden maken met jullie. Waar iedereen erg blij mee was 🙂 De Zoutkathedraal was heel mooi! We liepen eerst door allemaal tunnels heen en konden via een apparaatje naar een gids luisteren. Van binnen was het erg mooi. Uiteindelijk kwamen uit bij een heel groot kruis waar we even pauze hebben gehouden. De tour was klaar en toen zijn we nog langs allerlei souvenirwinkeltjes gelopen.

Rond half 1 gingen we weer naar de bus en zijn we in het dorpje gaan eten. We aten vlees en konden ondertussen kijken naar voetbal en een optreden. Daarna zijn we naar het kamphuis gereden en hebben lekker rustig aan gedaan. Zingen, voetballen, genieten van de zon en gewoon bijkomen. In de avond lekker bij het kampvuur gezeten, pizza gegeten en het spel weerwolven gespeeld. Daarna was het tijd om naar bed te gaan, want morgen wordt het weer een lange dag! Adios Dutch people.

Annica

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina. Daar kunt u ook een reactie achterlaten.

MP Watch in Oeganda: Stap voor stap

Vier masterstudenten zijn samen met Evert-Jan Brouwer en Gerjan Agterhof op reis in Oeganda. Hier doen ze onderzoek in het kader van MP Watch, de masterclass over politiek en ontwikkelingssamenwerking. In Oeganda doen ze onderzoek op het gebied van landbouw, voedselzekerheid en voedselverspilling. De resultaten zullen worden gepresenteerd aan leden van de Tweede Kamer, inclusief de nodige aanbevelingen voor politieke actie! Vanuit Oeganda bloggen de studenten over hun ervaringen.

De ver-van-ons-bed-show Oeganda werd vanochtend realiteit voor de MP Watchers. Na eindeloze impressies over Afrika via universiteit, media en ontwikkelingsorganisaties zagen wij vanochtend Oeganda en het leven van haar bewoners zelf tijdens onze autorit naar Luweero. Ondanks dat vandaag een vrije dag was voor Oegandezen vanwege de Dag van de Arbeid, waren de straten gevuld met fietsen, motorfietsen en propvolle taxibusjes, straatverkopers van alle leeftijden en vrouwen met enorme jerrycans, houtbundels of voedselwaren balancerend op hun hoofd.

Tijdens onze rit werd voornamelijk duidelijk dat veel in ruraal en urbaan Oeganda draait om de voedselmarkt. Om half negen ‘s ochtends zie je al vrouwen druk in de weer met het snijden van groente en fruit en straatverkopers op kleine kleedjes met bergen papaya’s en ananassen. Ook boeren vertrekken ‘s ochtends vroeg lopend, op de fiets of motor naar hun land om te werken aan hun gewassen. De productie van voedsel is booming business in het land, maar de markt is vaak te klein voor kleine, onafhankelijke boeren om hun gehele productie kwijt te kunnen. Daarnaast zitten boeren vast aan hoge eisen over voedselkwaliteit en uiterlijk van de Europese wetgever en zijn boeren vaak niet in staat om hun voedsel goed op te slaan na de oogst. Het gevolg: Oegandese boeren zien een groot deel van hun oogst wegkwijnen omdat ze hun producten niet kwijtraken, of omdat Europese klanten ze niet willen hebben.

Sulma Foods directeur Farid Karama en programma manager Godfrey konden ons meer vertellen over deze grote problemen, welke stapje voor stapje opgelost kunnen worden. Familiebedrijf Sulma Foods ondersteunt 1062 kleine boeren, waarvan 40% vrouw, om meer te kunnen verbouwen en dus te verdienen. Sulma Foods zoekt lokale en internationale markten voor de boeren wanneer ze hun gehele productie niet kunnen kwijtraken, waarbij ze met name partnerschappen aangaan met de private sector: de drijfveer van de economie, aldus Farid. Hierbij zoeken ze innovatieve oplossingen voor het voorkomen van voedselverlies, bijvoorbeeld door het verkopen van gedroogde ananas. Via tientallen kleine netwerken van dertig huishoudens houden kleine boeren nauw contact, adviseren ze elkaar en leren ze elkaar nieuwe vaardigheden om productie op te schroeven.

De resultaten van Sulma Foods liegen er niet om: boeren die aangesloten zijn bij de organisatie verdienen elk jaar meer geld en zijn in staat een beter leven te leiden. Dit zie je niet alleen terug in de groei van het aantal hectare land en de verhoogde benutte productie, maar ook in het welzijn van het boerengezin. Godfrey verkondigt dat het moeilijk is om te meten hoe ‘rijk’ boeren zijn, maar ze zien wel dat de levensstandaard van gezinnen erop vooruit gaan door middel van toegang tot betere gezondheidszorg, onderwijs en toegenomen voedselzekerheid. “Een tweede vrouw is vaak ook een indicator van een verbeterende levensstandaard” zegt hij er half-grappend bij.

Na de uitleg van Farid en Godfrey konden we de resultaten zelf aanschouwen bij boer Laurence. Toen Laurence begon bij Sulma Foods woonde hij in een klein lemen huisje, welke rechts is te zien op de groepsfoto. Via Sulma Foods leerde hij veel over het voorkomen van voedselverspilling na de oogst en wist hij zijn productie te vergroten op. Met de stabiele inkomststroom via Sulma Foods was hij in staat een groot huis te bouwen en zijn kinderen naar een goede school te sturen. Eerst moest hij zijn producten te voet weg brengen; na een tijdje was hij in staat een fiets te kopen en nu is hij trotse bezitter van een motorfiets. Zo is hij stap voor stap vooruit gekomen tot hij zijn doel bereikt had.

Farid en Godfrey’s grote uitdaging is momenteel de kwaliteitseisen van de Europese markten, wat Oeganda nog een stukje dichter bij onszelf brengt. Als voorbeeld lieten ze ons een aantal groene pepers zien: sommige worden al afgekeurd als ze ook maar een beetje afwijken van de ‘normale’, rechte peper. De afwijkende pepers worden dus niet verkocht worden in Europa, maar vooral in de VS en het Midden-Oosten. Dit is een vreemde eis van Europa (en dus ook Nederland), aangezien wij niet kunnen beheersen hoe pepers groeien. Het inspireerde ons om straks Kamerleden de vraag mee te geven waarom de Europese markt zo vast moet zitten aan een bepaalde vorm of kleur van een stuk fruit of groente. Zo kunnen wij ook, stap voor stap, bijdragen aan het voorkomen van voedselverspilling in Oeganda.

Dag 6 YA Hoornbeeck: eindelijk uitslapen

We zijn gisteravond aangekomen op onze nieuwe locatie. Deze ligt een uur van Bogota, midden in een prachtige omgeving. Er zijn twee slaapzalen en geen wifi…

Voor het eerst deze reis mochten we uitslapen. Om 7:00 uur ontbijten… Vandaag stond een rustig dagje op het programma. We gingen s morgens eerst naar de kerk. Om daar te komen moesten we 1,5 uur reizen. De campsite ligt buiten Bogota. De kerk staat in het noorden van Bogota. Bogota is 50 km lang bebouwd. En in de stad is het altijd druk op de weg.

De kerk is een jonge gemeente met 80 leden. Het hele gezin (vrouw en vier kinderen) van de pastor heeft een rol in de kerk. Net als eerder van de week was het een dienst met veel muziek. De preek ging over de toespraak van Petrus in Handelingen 4. Als groep hebben we de gemeente psalm 134 toegezongen.

De rest van de dag stond er niets op het programma. Wel hebben we behoorlijk wat gemerkt van de Colombiaanse cultuur. Half 1 stapten we de bus in en half 5 eruit toen we bij het campcenter waren.

‘s Avonds hebben we een Bijbelstudie gedaan. Maandag gaan we op huisbezoek bij gezinnen in de buitenwijken van Bogota.

Jacques, Sarah en Gisanne

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina. Daar kunt u ook een reactie achterlaten.

Dag 7 YA Hoornbeeck: Op bezoek in de sloppenwijken

Vanochtend moesten we weer vroeg uit bed. Het ontbijt bestond uit soep met daarin bot met vlees en een hele aardappel. Om 7 uur gingen we de bus in en vertrokken we naar een school waar de leerlingen op zaten van de huisbezoeken.

De groep werd in drieën verdeeld en elke groep ging twee keer een uur bij families thuis kijken en we deden dan mee aan een therapie sessie. Elk gezin had een ander soort therapie en over een ander onderwerp. Een aantal onderwerpen waren: communicatie, geloof, conflicten, agressie en vertrouwen. Het was heel indrukwekkend om te zien en te horen wat voor trauma’s deze personen hebben wat komt door gebeurtenissen van vroeger. Denk dan aan: moorden , incest, berovingen, etc.

In elke groep was er een social worker die de sessie leidde, een vertaler zodat wij ook met de familie konden praten en een beveiliger omdat we in de sloppenwijken waren. Wij deden mee met de sessies en hebben geluisterd naar hun verhalen en hebben tips gegeven over hoe het probleem aangepakt kon worden.

Aan het eind van de sessie is er bij iedereen gebeden en/of gezongen. Het was bijzonder om hierbij te zijn. De families hadden elk weer een heftig verhaal en het is super mooi om te zien dat Conviventia ook hier zich op richt.

Hierna zijn we in de school wezen lunchen in de school en kregen we rijst met kip, varkenshuid en varkensbotten. Daarna hebben we ons geld ingewisseld en zijn we souvenirs wezen kopen.

Nu gaan we eten in een restaurant en moeten we straks weer 1,5 uur naar huis rijden. Het was ondanks dat we niet heel de dag druk waren een dag vol met heftige indrukken. Chiao!

Anne van der Spek

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina. Daar kunt u ook een reactie achterlaten.

Het regende lintjes in de Snuffelhal in Nunspeet

Wat een verrassing was het de dag voor Koningsdag voor zes vrijwilligers van de Woord en Daad-winkel in Nunspeet. Burgemeester Van de Weerd gaf hen persoonlijk een lintje vanwege hun jarenlange vrijwillige inzet voor de Snuffelhal.

De vrijwilligers Iefke Frens, Jennie Polinder, Jannie Westerink, Bert Bosch, Aart Hoeve, Marinus van Engelen hebben zich jarenlang ingezet voor de kringloopwinkel van Woord en Daad en zijn daarnaast op vele andere terreinen als vrijwilliger actief geweest op de Veluwe. Sommigen van hen zijn al sinds begin jaren ’90 van de vorige eeuw actief. Woord en Daad bedankt deze vrijwilligers hartelijk voor hun jarenlange inzet en feliciteert ze met deze Koninklijke Onderscheiding.

Dag 4 YA Hoornbeeck: Nederlandse sferen in Bogotá

Deze ochtend mochten we een half uur langer uitslapen (tot 6:30 uur). Toch stonden we vroeg aan het bed van Sarah om voor haar te zingen. Sara is vandaag 18 jaar geworden!

De afgelopen paar dagen zijn we naar scholen geweest, maar vandaag zijn we naar een community center geweest, dat je bij ons kan vergelijken met buitenschoolse opvang. Hier worden kinderen opgevangen die op privéscholen zitten of op scholen van de overheid. Ook hier deden we oogtestjes en vertelde we over de hygiëne. Dingen zoals handen wassen en tandenpoetsen. Hierna hadden we lunchpauze in het gebouw waar de vakopleidingen gegeven worden. We aten lekker in Colombiaanse hoeveelheden 😊.

Na de lunch kwamen de kinderen waarmee we de koningsspelen gingen doen. Op dit cdc (community development center) deden ze aan Koningsdag en hadden de kinderen ook kronen op hun hoofd. Als eerst gingen we wat dingen uitleggen over het koningshuis. We kroonden David en Celine tot koning en koningin, zongen ter ere van de koning het Wilhelmus en vertelden leuke feiten over Nederland. We hebben de kinderen sommige namen van dieren in het Nederlands aangeleerd en met hen ‘hoofd, schouders, knie en teen’ gedaan.

Na de introductie gingen we over op de koningsspelen. Niet alles ging volgens plan, maar het was een gezellige middag. Wat het voornaamste was, is dat we glimlachen op de gezichten van de kinderen hebben gekregen en dat is een van de grootste redenen waarom we dit doen. Helaas begon het te regenen maar dat maakte voor de kinderen niks uit en dan zijn we pas echt in de Nederland sfeer😁.

Na ons bezoek aan de opvang gingen we naar de berg Monserrate. Het was een prachtig uitzicht. Op de berg konden we bijna de helft van Bogotá zien. Op de berg hebben we ook gebeden en gezongen voor Colombia en Bogotá. In de liederen zongen we over Gods grootheid en dat Hij nog door zal gaan met Zijn werk in Colombia. Zo sloten we deze waardevolle en mooie dag af met de Almachtige.

Annelot

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina. Daar kunt u ook een reactie achterlaten.

Dag 5 YA Hoornbeeck: ‘Blijf alstublieft voor Bogotá bidden’

Vandaag was een erg intensieve, maar ook erg mooie en leerzame dag! We moesten om 5.50 uur beneden staan met al onze ingepakte bagage, zodat we dat in het hotel konden laten staan en het later op de dag op konden halen. We zijn vandaag namelijk naar een andere slaapplek gegaan.

NB: vanwege een gebrekkige internetverbinding kan het even wat langer duren voordat de Young Ambassadors wat van zich kunnen laten horen.

Om 6.30 uur zaten we in de bus richting de medical outreach. Dit was een terrein met allemaal huisjes waar we verdeeld zaten in groepjes. We deden oogtestjes, wegen en meten, bloeddruk en hartslag meten, praten over hygiëne en vanuit een kerk evangeliseren onder kinderen en daarbij ook gelijk de ouders betrokken. Na de medical outreach zijn we met een pastoor naar zijn kerk gegaan en daar hebben hij, zijn vrouw en een aantal leden ons gezegend en voor ons gebeden. Dit was erg bijzonder!

Rond 15.00 uur gingen we richting het park om wat tijd op te vullen. We moesten namelijk om 18.00 uur op een plek in Bogotá zijn om met een team van Conviventia (de partnerorganisatie van Woord en Daad, red.) te gaan evangeliseren. We begonnen de evangelisatie door met elkaar in een grote kring op straat te zingen en te bidden, waarna we met grote thermoskannen drinken en zakken met broodjes de straten in gingen om dat uit te delen en tegelijkertijd het Woord van God te vertellen en hen te zegenen door gebed. Een van ons had armbandjes meegenomen met daarop: ‘God loves you’, dus deze hebben wij ook meteen uitgedeeld. We bereikten hier prostituees, daklozen en kinderen uit een shelter mee. Dit was echt een hele bijzondere ervaring die je de rest van je leven bij je draagt.

Zoals ik al zei was deze dag erg intensief, maar het was tegelijkertijd ook echt een van de dagen waar je het meest energie van krijgt! Blijf alstublieft voor Bogota bidden, we zien hier wonderen gebeuren met eigen ogen door gebed! Alle eer aan God en Zijn werk door Zijn kinderen!

Imke van der Graaf

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina. Daar kunt u ook een reactie achterlaten.

Dag 3 YA Hoornbeeck: een indrukwekkende dag in Bogotá

Ook vandaag ging de wekker weer om half zes. Jammer genoeg werd ik al anderhalf uur voor de wekker wakker en kon ik niet meer slapen…

Om kwart over 6 gingen we ontbijten. 7 uur vertrokken we naar de school in de wijk Lucero Alto. Na een aantal heel steile hellingen en dalingen zijn we veilig aangekomen bij de school waar we met een prachtige achtergrond een groepsfoto hebben gemaakt.

Op de school werden we vriendelijk ontvangen. De groep werd net als gisteren in tweeën gedeeld. De ene groep ging oogtesten doen en de andere groep ging voorlichting geven over het tandenpoetsen. In de pauze kwamen van allerlei kanten kinderen aangerend en vroegen van alles. Helaas konden we ze niet gelijk antwoorden en moest er eerst een tolk bij gehaald worden. Gelukkig spraken een aantal van de oudere kinderen goed Engels en konden we toch met de kleine kinderen communiceren.

Op de school zitten ook veel sponsorkinderen van Woord en Daad. Zo ook het sponsorkind van Sari. Hij had een brief voor haar geschreven en tekeningen gemaakt. Het was een bijzondere ontmoeting.

Na het middageten werden we aan de buddy’s gekoppeld. In groepjes werd er gebowld en touwtje gesprongen. Dit vonden de kinderen, maar wij ook, heel leuk om te doen. Daarna gingen we een op een met de buddy’s in gesprek. Mijn buddy kon geen Engels dus we hadden een andere buddy die goed Engels kon erbij en hij vertaalde en zo konden we toch een gesprek voeren.

Nadat we van de buddy’s afscheid genomen hadden gingen we nog in gesprek met de directrice van de school. Ze vertelde ons dat de kinderen nu meer gemotiveerd worden door de ouders omdat ze een diploma krijgen en een vervolgcursus. Hierdoor zien ook de ouders in dat de kinderen beter af zijn in de school met een diploma aan het einde dan dat ze van jongs af aan moeten werken. Het was een indrukwekkend verhaal.

Na een uurtje rijden kwamen we weer aan in het hotel. We had 2 uurtjes tijd voor onszelf en gingen daarna gezamenlijk eten en daarna sloten we de dag af met een Bijbelgedeelte en hebben we samen met Jeisson (onze Colombiaanse gids) een aantal liederen gezongen.

Het was een indrukwekkende en vooral een fantastische dag in Bogotá!

Hilde

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina. Daar kunt u ook een reactie achterlaten.

Aan Tafel#18 Help de bij een handje

Wist je dat 80% van de gewassen op aarde afhankelijk zijn van bijen? Lees hier waarom bijen zo belangrijk zijn voor ons voedsel en wat jij kan doen om ze een handje te helpen.

Wat is er aan de hand?

Het gaat niet goed met de bij. Meer dan 40 procent van de bijensoorten wordt op dit moment met uitsterven bedreigd. In Nederland staat meer dan de helft van de bijensoorten op de rode lijst. Naast de bekende honingbij komen er in Nederland ongeveer 350 wilde bijensoorten voor. De honingbijen en de wilde bijensoorten zijn belangrijk voor de bestuiving van gewassen.

En…

Dat we chocolade eten en koffiedrinken komt door bijen. Ook courgettes, paprika’s, frambozen en appels hebben bestuiving van bijen nodig. Als de bijen uitsterven is dat een groot probleem voor de wereldvoedselvoorziening. De voedselproductie zal dalen en op verschillende plekken in de wereld zal dit tot schaarste leiden. Juist de mensen in ontwikkelingslanden zullen de eerste zijn die de negatieve effecten hiervan zullen merken.

Drie tips om een handje te helpen

Zo’n vaart zal het nog niet lopen, maar het is belangrijk te weten hoe belangrijk bijen zijn en hoe je ze een handje kan helpen. Bijen komen onder andere in de problemen doordat er te weinig voedsel beschikbaar is. Bijvoorbeeld omdat veel mensen hun tuin bestraten, er minder bloemenranden zijn en er pesticides worden gebruikt om ongedierte te bestrijden.

Hieronder vind je een paar tips on de bijen aan handje te helpen:

Tip 1

Zaai of plant bij-vriendelijke bloemen in je tuin of op je balkon. Er zijn zakjes zaad te koop met een bloemenmengsel speciaal samengesteld voor bijen.

Tip 2

Je kunt de wilde bij helpen door een bijenhotel op te hangen. Hierin kunnen de larven van solitaire bijen opgroeien. Wil je weten hoe dit eruit ziet of er een zelf maken? In dit artikel van het RD lees je er meer over

Tip 3

Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen in je tuin, die zijn niet alleen schadelijk voor bijen, maar ook voor andere insecten, vogels en de kwaliteit van ons water.

Maak jij van je tuin of balkon een bijenparadijs?

Wil je meer inspiratie?

We delen elke twee weken een Aan Tafel! bericht met leuke tips en recepten over duurzaam voedsel en het tegengaan van voedselverspilling. Wil je een seintje bij een nieuw bericht? Laat je naam en e-mailadres achter via het formulier op deze pagina en draag jouw steentje bij aan een duurzamer wereld!

Dag 2 YA Hoornbeeck: ‘Onwijs genoten’

Vannacht hadden we eindelijk tijd om bij te komen, maar vanochtend ging de wekker al vroeg af. Kwart over 6 ontbijten met z’n allen, dan een dagopening en om 7 uur weg. Vandaag staat er veel op het programma, we gaan naar de God is love school. Hier gaan we presentaties houden over Holland en oogtestjes doen met de kinderen.

Een hobbelig ritje naar de school in Bogotá volgde. We hebben onze ogen uitgekeken, met name het laatste stukje toen we echt de wijk in gingen, waar de school midden in staat. De groep werd gesplitst, de ene helft ging presenteren en de andere groep gingen oogtestjes doen. De presentaties waren geweldig om te doen, diverse onderwerpen werden door ons gepresenteerd. Onder andere eten, wat ik presenteerde, waarbij ik foto’s van hutspot, boerenkool en kaas liet zien. De oh’s en ah’s waren niet van de lucht, en daar hadden we geen vertaling voor nodig.

Ook het laten zien van de bloemenvelden en schaatsen zorgde voor verbazing. Wat me opviel is dat ze zo blij met ons waren. De school had zo veel moeite voor ons gedaan en de kinderen waren zo dankbaar. Ik voelde me bijna de koningin, allemaal wilden ze wat tegen ons zeggen of een knuffel. Ook hadden ze een heel programma opgezet met zingen en toneelstukjes. ‘s Avonds zijn we naar een kerkdienst gegaan, er waren ongeveer 5000 mensen aanwezig! Het was een kerkdienst met veel muziek en gebeden wat weer heel anders is dan in Nederland. Toch is het mooi om te zien hoe intens de Colombianen hun geloof belijden. Het was een hele intensieve dag, maar ook een hele mooie dag. Veel gezien, maar ik heb er vooral onwijs van genoten.

Marije

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Via een serie blogs houden zij het thuisfront op de hoogte. Zie voor eerdere blogs ‘Gerelateerde artikelen’ onderaan deze pagina.

Mabinty: harde werker in de sapfabriek

Mabinty Kabia is een vrouw van 34 jaar en woont in Sierra Leone. Ze is betrokken bij het project Inclusieve Agribusiness in Sierra Leone. We spreken met haar over haar woon-, werk- en leefomstandigheden.

In het kader van het thema ‘Hoe fair wilt u gaan?’, plaatsen we verschillende verhalen over de impact van eerlijke handel. In deze bijdrage het verhaal van Mabinty uit Sierra Leone.

In de sapfabriek ‘Sierra Agra Inc’ in Sierra Leone werken ongeveer 50 mensen aan het verwerken van het fruit dat boeren leveren. Mabinty (34) is een van deze mensen. ‘Ik heb een dochter en zorg daarnaast voor vier andere kinderen dus ik heb de inkomsten hard nodig om voor hen te kunnen zorgen.’ Mabinty is ook enthousiast over de fabriek zelf. ‘Het is prachtig dat we hier het fruit verwerken tot sap en dat exporteren, daar dank ik mijn baan aan. Het is goed voor Sierra Leone. Ik hoop dat de fabriek verder zal groeien en dat veel mensen uit het buitenland sap van onze fabriek zullen kopen.’

Van laborante naar voedselindustrie

Toen ze jonger was heeft ze haar diploma gehaald in de laboratoriumwetenschappen. ‘Dat was een voorrecht’, vertelt Mabinty. Daarna heeft Mabinty ze een geneeskunde training gevolgd. Ze ging werken als laborante, maar dat bleef ze niet doen, de mogelijkheden waren schaars. Mabinty ging aan de slag in de voedselindustrie. Het werk beviel haar goed en ze werkte hard. Er was alleen een grote zorg: ze had geen zekerheid over haar inkomsten. ‘Met de zorg voor de kinderen heb ik geld nodig. Elke keer wist ik niet zeker of het genoeg zou zijn, dat leverde mij veel stress op.’

Nieuwe uitdaging

Mabinty bleef zoeken naar mogelijkheden: ‘Toen kreeg ik een kans in het Inclusieve Agribusiness project, die kans heb ik met beide handen aangenomen.’ Ambitieus als ze is, werkt ze hard en doet ze haar werk goed. Het project gaf haar mooie mogelijkheden om te groeien in haar verantwoordelijkheden binnen het bedrijf. Ze heeft al veel betekent voor het project. Ook voor internationale teams zet Mabinty zich onvoorwaardelijk in. ‘Door het werken in dit project heb ik een grotere financiële zekerheid, het neemt veel zorgen van mij weg. Daarnaast geniet ik van mijn werk, de impact van het project op mijn leven is groot.’

En in de toekomst? ‘Ik werk graag zodat ik kan blijven groeien en uitblinken in mijn werk. Ik hoop dat het bedrijf verder kan blijven groeien. Als we met elkaar blijven geloven in dit project, kunnen we voor nog meer mensen een mooie toekomst realiseren.’

Woord en Daad zet zich in voor faire gemeenschappen waarin iedere schakel een gelijkwaardige plek heeft. Lokale fabrieken zoals deze sapfabriek in Sierra Leone leveren veel mensen een vaste baan op. Daarnaast zorgen ze voor een vast afzetkanaal en een stabiel inkomen voor de boeren. De hele gemeenschap komt in de lift!
Onder de titel ‘Hoe fair wilt u gaan? voeren we actie voor verschillende projecten op het gebied van inclusieve ketens en faire gemeenschappen in Bangladesh, Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Guatemala, Madagaskar en Sierra Leone. Uw bijdrage hiervoor is van harte welkom!

 Meer informatie

Dag 1 YA Hoornbeeck: Veilig aangekomen in Colombia

Van 24 april tot en met 4 mei is een groep leerlingen van het Hoornbeeck College in Gouda als Young Ambassadors met Woord en Daad naar Colombia. Dinsdagavond (Nederlandse tijd) zijn ze veilig aangekomen in het hotel. Via een serie blogs houden de Young Ambassadors het thuisfront op de hoogte. De eerste blog is van de hand van: David.

Spannend! Vandaag gingen we dan eindelijk, na een heel lang en mooi traject kunnen we dan eindelijk gaan. Vanochtend zijn we met alle ambassadeurs en Jaco naar Colombia gevlogen. Het inchecken op Schiphol was nog spannend maar toen we eenmaal in het vliegtuig zaten verdween deze spanning weer. De vlucht verliep soepel. Geen calamiteiten of iets dergelijks, alleen duurde het vliegen heel erg lang. We hebben er met z’n allen wat gezelligs van gemaakt in het vliegtuig om de tijd te doden. Na 11 uur vliegen zijn we dan eindelijk aangekomen in Bogotá. Hier stond Jeisson ons al blij op te wachten. Jeisson heeft ons even wat korte veiligheidsinstructies gegeven en daarna zijn we met de bus naar het hotel gegaan. In het hotel hebben we heerlijk genoten van een lopend buffet met achteraf een lekker toetje. Gezamenlijk hebben we de dag nog afgesloten met gebed en het zingen van liederen. Nu lekker uitrusten zodat we er morgen met z’n allen weer hard tegenaan kunnen!

David

 

 

Norsang (53): ‘U heeft ons weer hoop gegeven’

‘Drie keer heb ik een huis voor mijn gezin gebouwd, en drie keer is het weer ingestort… Nu heb ik met de nodige hulp opnieuw een huis kunnen bouwen, dat bestand is tegen aardbevingen.’ Lees het bijzondere verhaal van Norsang Tamang (53) uit Nepal, die niet opgaf na de zware aardbeving in 2015.

Mijn naam is Norsang Tamang en ik verdien de kost als boer en timmerman. Ik heb een gezin met vijf zonen en drie dochters. Eén zoon en één dochter zijn al getrouwd, dus nu heb ik nog mijn vrouw, vier zonen en twee dochters thuis. Mijn jongste zoontje is zeven jaar.

Als timmerman heb ik drie jaar in India gewerkt. Daar heb ik geleerd om aardbevingsbestendige technieken toe te passen bij het bouwen van een huis. Terug in Nepal wilde ik die kennis graag benutten, maar meestal zaten de huiseigenaren daar zelf niet op te wachten. Helaas zijn mede daardoor tijdens de aardbeving zoveel huizen in onze gemeenschap ingestort.

‘Mijn gezin zat flink in de problemen’

 

Tijdens de aardbeving en de vele naschokken waren we bang en voelden we ons ellendig. In enkele ogenblikken raakten we ons huis en het graan dat we opgeslagen hadden om van te leven kwijt. Mijn gezin zat flink in de problemen. Het werd een grote uitdaging om in ieders basale behoeften te voorzien. Met dank aan God en World Renew (de partnerorganisatie van Woord en Daad in dit project, red.) konden we gelukkig een tijdelijk onderkomen bouwen. Zij voorzagen ons in de beginperiode van de basale benodigdheden als rijst, zout, olie, linzen, golfplaten, dekens en toiletartikelen.

Ik had geen hoop dat we ooit nog een stevig huis zouden krijgen, maar nu heb ik nota bene zelf – met de nodige hulp – toch een prachtig huis kunnen bouwen! In januari 2017 hebben we de fundering gelegd, maar daarna moest ik een maand wachten totdat ik weer geld had om nieuwe bouwmaterialen te kopen. Dus vanaf maart 2017 heb ik vier maanden onafgebroken aan mijn huis gewerkt. Mijn familie hielp daarbij met het sjouwen en verplaatsen van de materialen. Ondertussen hield ik me precies aan de adviezen van de bouwkundigen en begeleiders van World Renew.

Als World Renew er niet was geweest, zou 85 procent van onze gemeenschap nog steeds in een tijdelijk onderkomen zitten. Alle eer aan God dat zij wél zijn gekomen om hoop te bieden, want nu heeft 95 procent van de gemeenschap een nieuw en stevig huis!

‘Alle eer aan God dat zij zijn gekomen’

 

Graag wil ik World Renew heel hartelijk bedanken voor hun bemoediging, ondersteuning en dagelijkse begeleiding bij het bouwen van het huis. Iedereen die zijn of haar hand heeft uitgestoken en dit werk heeft ondersteund, dank ik vanuit de grond van mijn hart. U heeft ons weer hoop gegeven!’

 

‘Als jullie komen, werk dan vanuit jullie hart’

Regelmatig lezen we in het nieuws over rampen als overstromingen, aardbevingen en hongersnood. Afhankelijk van het land en gebied waar rampen zich voordoen, helpen wij slachtoffers bij het lenigen van de eerste nood. Wat daar allemaal bij komt kijken vertelt Tineke Morren, Projectleider Noodhulp bij Woord en Daad.

Doet Woord en Daad eigenlijk veel aan noodhulp?
Best wel! Woord en Daad werkt al tientallen jaren aan noodhulp en vooral in wederopbouwprojecten. Even nog het verschil: noodhulp is de eerste hulp die je verleent na een grote ramp om levens te redden. Wederopbouw is de periode waarin het gaat om het verbeteren van de levensomstandigheden. Momenteel heeft Woord en Daad zo’n vijf noodhulp- en wederopbouwprogramma’s onderhanden.

Wat dan?
Naar aanleiding van de recente aardbevingen in Nepal werken we met partnerorganisaties bijvoorbeeld aan de bouw van 700 aardbevingsbestendige en overstromingsbestendige huizen. Ook bouwen we in dit land 15 veilige scholen, zodat kinderen direct weer onderdak hebben om onderwijs te volgen. In Bangladesh maken we ons nu – na de recente overstromingen – sterk voor acuut schoon drinkwater en goede huizen. Ook is er aandacht voor de rijstboeren. We stellen hen in staat om snel en met de goede technieken en training een rijke rijstoogst te krijgen. Belangrijk voor inkomen en genoeg voedsel! Ook denken we hierbij aan de vele vluchtelingen (Rohingya’s) die Bangladesh instromen. In Afrika werken we samen met veel partnerorganisaties om families weerbaar te krijgen tegen de droogte. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van hun inkomen, distributie van zaden en herstel van drinkwatervoorzieningen.

‘Betrek ons vanaf het begin bij jullie projecten’

Wat is er nu echt belangrijk in noodhulp en wederopbouw? Wanneer werkt het?
Dat is een hele goede vraag! Er zijn heel veel dingen te noemen. Er is de afgelopen vijf jaar een toename te zien in het aantal rampen, en de gevolgen daarvan lijken steeds groter te worden. Een boer uit Haïti of een overlevende na de ramp op de Filipijnen zou tegen ons zeggen: ‘Betrek ons vanaf het begin bij jullie projecten, wij weten het beste wat nodig is. Laat ons ook zoveel mogelijk meehelpen met de wederopbouw, dat helpt de ramp te verwerken en wij bouwen graag mee aan onze toekomst. Maak ons niet passief.’

Als tweede: ‘Werk goed samen met de overheid en andere organisaties en bevorder de lokale economie door te zorgen voor werk en handel. Importeer bijvoorbeeld geen kleding of spullen. Biedt ons kansen!’ En als laatste, maar niet onbelangrijk: ‘Als jullie komen, werk dan vanuit jullie hart en wij maken met jullie onze gemeenschap weerbaar. Zorg voor training en sociale samenhang, zodanig dat we weerbaar zijn op lange termijn. Dan redden wij onszelf en kunnen jullie ergens anders hulp bieden.’
In de hulpsector noemen we dit ‘empowerment’. Samenwerking en weerbaarheid. Noodhulp gericht op mens, context en mentaliteit. In afhankelijkheid. Op die manier willen we werken.

Heb je een voorbeeld?
Neem Sardar (57) uit Bangladesh. Hij heeft een groot gezin en was ijverig in zijn rijstbeplanting. Na de verschrikkelijke overstroming was heel de oogst weg. Door financiële assistentie die hij kreeg via Woord en Daad kan hij zelf weer aan de slag met zijn land. Ook ontvangt hij training hoe hij zijn land nog beter kan bewerken en leert hij samen te werken met andere boeren. Of Marilou uit de Filipijnen: zij heeft na de tyfoon een bedrijfje van kippen en eieren kunnen starten, wat het inkomen heeft verhoogd. Ze kreeg onderwijs om een ondernemersplan te maken. Ook kunnen haar kinderen naar de nieuwe veilige school die de gemeenschap zelf gebouwd heeft. En dankzij een zogenoemde waardentraining op het eiland zijn de onderlinge relaties in het dorp zodanig verbeterd dat mensen elkaar graat tot hulp zijn.

 

Blijf nu op de hoogte met de Edese nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van het laatste comiténieuws? Dat kan vanaf nu heel gemakkelijk:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief via: http://eepurl.com/ddYwbr.

Ondernemen met respect voor de natuur

In het kader van het kwartaalthema ‘Hoe fair wilt u gaan’, plaatsen we verschillende verhalen over de impact van eerlijke handel. In dit verhaal vertellen boer Cesar Gonzalez en zijn vrouw Claudia uit Guatemala over hun boerenbedrijf. Cesar en Claudia zijn beide 30 jaar, en hebben drie kinderen: Avener (7), Awel (5) en Emeline (3). Op een prachtige, groene helling aan de rand van een bos teelt Cesar zijn ecologische bonen voor de export. Het hele gezin helpt mee met de oogst én profiteert van de inkomsten. Cesar en Claudia vertellen enthousiast over hun bedrijf.

“Ik ben nu acht jaar boer en doe mijn werk heel graag.” vertelt Cesar. “De prijs voor de peulen was vroeger op de lokale markt heel wisselend. Soms hoog maar meestal laag. Nu we voor de export werken, krijgen we standaard een goede prijs.”

Organisch

Sinds enige tijd werken Cesar en Claudia organisch. Claudia: “We gebruiken geen chemische middelen meer. We dachten dat het moeilijker zou zijn. De chemische bestrijdingsmiddelen gaven veel beschadigingen aan de peulen. Daar hebben we nu geen last meer van. Bovendien viel het aantal insecten heel erg mee. We hebben nauwelijks last gehad.”

Veiliger

“Doordat we geen chemicaliën meer gebruiken, is het veiliger werken. We zitten nu in een overgangsperiode, er zitten nog wel wat chemicaliën in de grond. Maar die zijn binnen een periode van ongeveer drie jaar verdwenen. Een fijn idee, ook voor onze kinderen die vaak meehelpen bij de oogst.”

Kinderen van Claudia

Hogere prijs

Cesar: “We hebben nu de eerste oogst met de organische methode. Na drie oogsten krijgt de opbrengst het certificaat organisch. Ik denk dat de oogst iets lager is dan in andere jaren. Maar dat komt omdat we geen chemische groeimiddelen hebben gebruikt. Als de certificering rond is, krijgen we een hogere prijs per kilo voor onze bonen.”

Naar school

“Vroeger kon je gewoon aan het werk als je de lagere school had gehad. Nu wordt er van je verwacht dat je de middelbare school volgt. En ook de universiteit. Ik ben trots dat ik deze baan heb zonder de opleidingen. En ik ben heel blij dat een goede prijs krijgen voor onze bonen. Onze kinderen kunnen nu naar school en we hebben een goed leven.”

Woord en Daad zet zich in voor fairegemeenschappen waarin iedere schakel, óók de kleine boer zoals Cesar, een gelijkwaardige plek heeft.
Onder de titel ‘Hoe fair wilt u gaan? voeren we actie voor verschillende projecten op het gebied van inclusieve ketens en faire gemeenschappen in Bangladesh, Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Guatemala, Madagaskar en Sierra Leone. Uw bijdrage hiervoor is van harte welkom!

Meer informatie

Rebus-winnaars nieuwste Werelddelen zijn bekend

Wat fijn dat er weer zoveel kinderen mee hebben gedaan aan het oplossen van de rebus. De juiste oplossing van de rebus is: ‘Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens!’

  • De winnaars van de rebus zijn:
  • Rosalyn Snoei (9), Nieuw-Beijerland
  • Michiel van Wijk (8), Ouddorp
  • Joanne Smits (12), Veenendaal
  • Ruben van Someren (11), Rotterdam
  • Emma Veenstra (7), Woerden

Jullie hebben allen de juiste oplossing gevonden! Jullie kunnen de prijs binnenkort thuis verwachten.

Jullie gaan toch wel weer meepuzzelen in juni?

 

Aan Tafel#17 Een schoffel onder de arm en een mand verse groenten

Jarenlang was het hebben van een moestuin een beetje burgerlijk, maar inmiddels is het helemaal hip. Kijk maar naar het succes van de moestuintjes van de Albert Heijn. Je mag zeker weer gezien worden met rubberlaarzen aan, een schoffel onder je arm en een mand vol vers geoogste groentes en fruit!

Zelf kweken is erg duurzaam omdat het voedsel geen ‘voedselkilometers’ heeft gemaakt per boot, vliegtuig of vrachtwagen. En goed voor het milieu is vaak ook goed voor onze medemens ver weg, dat kan je hier teruglezen!

De lente is volop begonnen! Tijd om de handen uit de mouwen te steken en aan de slag te gaan in de tuin of op je balkon! Hier volgen de stappen bij het starten van een moestuin(tje):

Stap 1

Zoek een plekje in de tuin, of maak wat ruimte vrij op het balkon voor je moestuin. Het is belangrijk dat de plek zo’n 6 uur zon per dag krijgt en een beetje beschut ligt.

Stap 2

Maak de plek vrij van onkruid, wortels of rommel. Voeg wat compost of potgrond toe om de bodem rijker te maken. Maak op het balkon een grote moestuinbak, bijvoorbeeld van een vierkante meterbak, en vul deze met potgrond.

Stap 3

Denk na over wat je wilt groeien en koop zaden. Als beginner zijn groentes als sla, radijsjes, courgette en andijvie makkelijk. De gevorderde moestuinier waagt zich aan komkommers, meloenen en pastinaken. Naast groentes kan je natuurlijk ook fruit, kruiden en bloemen kweken!

Stap 4

Maak een plattegrond van de tuin en ga zaaien! Kijk goed op de zakjes van de zaden, wanneer je kan zaaien, hoe diep en hoeveel ruimte de planten nodig hebben. Radijsjes zaai je redelijk dicht op elkaar op rijtjes terwijl een courget al gauw een vierkante meter per plant nodig heeft!

Stap 5

Ga regelmatig naar je moestuin, om onkruid te verwijderen en als het erg droog is te begieten. Begieten doe je het beste in de ochtend of avond, niet overdag bij felle zon. Houd je tuin goed in te gaten, voor je het weet kan je oogsten!

Veel kweek-plezier gewenst!

Heb jezelf een goede tip of wil je reageren? Wat kunnen we doen om duurzamer met ons voedsel om te gaan of voedselverspilling tegen te gaan? Mail ons op aantafel@woordendaad.nl

Beeldmerk%20Aan%20Tafel%20.png

 

Job Booster Burkina Faso officieel gelanceerd

Op 22 maart werd in Bobo het Job Booster programma gelanceerd. Job Booster bevordert werkgelegenheid door vraag en aanbod bij elkaar te brengen en zo nodig trainingen aan te bieden. Doel: in 4 jaar 15.000 jongeren aan het werk!

Voor het event had het lokale Job Booster team flink haar best gedaan. De minister werd uitgenodigd, net als veel media en vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen. Job Booster heeft als doel om 15.000 jongeren aan het werk te krijgen in de komende vier jaren. Hierin spelen partners een grote rol. Daarom was ook het bedrijfsleven uitgenodigd.

Twee dagen voor de lancering belde de minister helaas af. Uiteindelijk mochten we wel een andere overheidsfunctionaris van de lokale overheid verwelkomen. Met verschillende speeches werd het programma gelanceerd.

Diverse journalisten waren aanwezig. Het resultaat: verschillende artikelen in de media én ruim twee minuten in het Burkinees achtuurjournaal. Bekijk het item hieronder.

Bekijk hier het blog van projectleider Barthélemy Kaboret over zijn droom voor Burkina Faso.

Bekijk het artikel van lokale nieuwsuitgever Le Faso (in het Frans)

PerspActive: Focus op jongeren ontbreekt in migratieagenda

PerspActive, een samenwerkingsverband waar Woord en Daad deel van uitmaakt, heeft met interesse kennisgenomen van de Integrale Migratieagenda die op 30 maart jl. met de Tweede Kamer is gedeeld. PerspActive juicht het toe dat het belang van het bijdragen aan werkgelegenheid en perspectief voor potentiële migranten in hun eigen omgeving wordt onderkend. Tegelijkertijd vinden de tien ontwikkelingsorganisaties dat de manier waarop het verband wordt gelegd tussen ontwikkelingsprogramma’s en het tegengaan van migratie zorgelijk is. Werken aan perspectief is juist voor jongeren in Afrika cruciaal.

In het beleid worden zes pijlers onderscheiden. Het onderdeel ‘voorkomen van irreguliere migratie’ gaat over het aanpakken van de grondoorzaken van migratie in zogenaamde herkomstlanden. In een aantal van deze landen draagt PerspActive met programma’s ten behoeve van werkgelegenheid, vakopleidingen, arbeidsbemiddeling en bedrijfsontwikkeling bij aan perspectief voor the next generation.

Naast conflict, klimaatverandering en onveiligheid is het vaak economische uitzichtloosheid die mensen doet besluiten te migreren en het zijn vooral jongeren die deze stap nemen. Het is opvallend dat nergens in de migratieagenda wordt gerept over het feit dat het veelal jongeren zijn die migreren. Jongeren zijn meer dan ooit verbonden met wat er wereldwijd gebeurt en te koop is. Waar perspectief in de lokale omgeving ontbreekt, zullen jongeren sneller besluiten om (irreguliere) migratieroutes te kiezen. Terecht wordt in de migratieagenda geconstateerd dat deze beslissing niet lichthartig genomen wordt. Wel is er inderdaad in veel gevallen sprake van een onrealistisch beeld van migratie. Het is goed dat hier aandacht voor is, en dat het Kabinet onder andere inzet op campagnes om bewustwording over mogelijkheden en risico’s van migratie en de alternatieven te bevorderen. Deze jongeren zijn gebaat bij interventies die hen in hun specifieke context helpen en niet bij meer marechaussee of dichte grenzen.

PerspActive juicht toe dat het kabinet voornemens is extra te investeren in werkgelegenheid. Het is ook goed dat onderkend wordt dat er geen eendimensionaal verband is tussen migratie en ontwikkelingssamenwerking. Onderzoek van het International Migration Institute laat zien dat naarmate ontwikkeling van een land toeneemt, de emigratie uit zo’n land eveneens toeneemt. Jongeren zijn op zoek naar een zinvolle toekomst en zullen gaan als ze de mogelijkheid krijgen die elders te vinden. Perspectief scheppen voor jongeren is daarom relevant in alle lage inkomenslanden met een jonge bevolking die nu economische groei doormaken, niet enkel in landen waar nú veel migranten vandaan komen, zoals de agenda lijkt te suggereren.

PerspActive zal zich blijven inzetten voor werkgelegenheid en perspectief voor Afrikaanse jongeren, en het is goed dat het kabinet het belang daarvan onderkend. Tegelijkertijd wil PerspActive het kabinet oproepen om werken aan werkgelegenheid niet te versmallen tot een instrument ‘tegen migratie’. Dit doet geen recht aan jongeren die zichzelf willen ontwikkelen. Werkgelegenheid en perspectief voor jongeren is een doel op zich. Realistische verwachtingen, zuivere doelstellingen in het belang van jongeren en duidelijke communicatie daarover is wat PerspActive betreft cruciaal.

‘RELATIES MET OVERHEDEN WERPEN VRUCHTEN AF’

Woord en Daad zet zich wereldwijd in voor een menswaardig bestaan voor iedereen. Onder andere door kindsponsoring, vakopleidingen, ondersteuning van boerenbedrijven en nog veel meer. Wat niet altijd zichtbaar is, maar wel heel belangrijk: het politieke klimaat waarin we onze activiteiten doen. Een kijkje achter de schermen bij Eddie Krooneman, politiek adviseur bij Woord en Daad en projectleider Sterk voor Werk.

Eddie valt met de deur in huis: ‘Voor alle werkzaamheden van Woord en Daad en onze partners is goed overheidsbeleid cruciaal. De overheid van een land heeft tenslotte de eerste verantwoordelijkheid voor de burgers en voor verstandig armoedebeleid. Daarom werken we vaak samen met overheden.’

RELATIES WERPEN VRUCHTEN AF

Eddie: ‘Een mooi voorbeeld van hoe draagvlak bij de lokale overheid werkt, zagen we afgelopen najaar. We lanceerden werkgelegenheidsproject Sterk voor Werk (bekijk de vlog van Eddie hierover) in Addis Abeba. Verschillende Ethiopische overheidsfunctionarissen en vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade waren bij het startevenement aanwezig. Deze relaties onderhouden we actief en we zien dat dat vruchten afwerpt. Zo werken we samen met een lokale universiteit. Die doet onderzoek naar hoe en waarom jongeren migreren en wat er nodig is om jongeren lokaal aan het werk te krijgen. Deze universiteit bespreekt de onderzoeksbevindingen met overheidsinstanties in Ethiopië. We zien dat de overheid open staat om te leren van de uitkomsten. Ook niet onbelangrijk: we hebben steun en goedkeuring van de overheid voor onze activiteiten. Als de overheid niet achter ons programma staat, kunnen we veel minder doen.’

NEDERLANDSE POLITIEK

Naast de lokale politiek heeft ook de Nederlandse politieke koers een grote impact op het slagen van een programma. Daarom werken er politiek adviseurs bij Woord en Daad. Ze volgen wat Nederlandse politici zeggen over bijvoorbeeld handel met Afrikaanse landen, ontwikkelingssamenwerking, migratie en gerelateerde onderwerpen. Ook voorzien ze Kamerleden van inzichten uit de praktijk. Zo kunnen onze parlementariërs geïnformeerde keuzes maken over buitenlandbeleid.

EEN STEM IN OVERHEIDSBELEID

Veel lobbyactiviteiten ontplooien we vanuit Woord en Daad, maar we werken ook veel samen met andere organisaties om onze invloed te laten gelden. Zo werken we samen met andere leden van het PerspActive netwerk om werkgelegenheid voor Afrikaanse jongeren hoog op de politieke agenda te krijgen. Ook werken we samen binnen Partos, de brancheorganisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Het zorgt vaak voor grotere slagkracht. Zo hebben niet alleen grote multinationals een stem in het overheidsbeleid, maar ook mensen die anders wellicht niet gehoord worden.

REGEERAKKOORD

Het team van Woord en Daad volgde de verkiezingen en de daaropvolgende formatie nauwgezet. Eddie: ‘In het najaar waren de vier partijen er plotseling uit: het nieuwe regeerakkoord was rond. Rutte-III kon aan de slag! In het akkoord stond onder andere dat het nieuwe kabinet wil ‘investeren in de aanpak van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering’. Wij zijn heel blij met dit voornemen. Nu wachten we af hoe de nieuwe minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Sigrid Kaag, dit voornemen gaat uitvoeren.

Op het moment van schrijven werkt ze aan de beleidsnota. Daarin staat wat ze de komende vier jaar precies gaat doen. Om haar alvast een duwtje in de goede richting te geven, hebben we in november samengewerkt met Kamerleden van de ChristenUnie en het CDA. Samen met hen hebben we een motie opgesteld waarin we de minister vragen om werkgelegenheid en ondernemerschap voor jongeren in Afrika prioriteit te maken. Deze motie heeft een meerderheid gehaald in de Tweede Kamer. Dit betekent dat ze dit een plek moet geven in haar beleid.’

BANEN VOOR EEN GROEIENDE BEVOLKING

In een recent interview in Trouw vatte de nieuwe minister de uitdaging mooi samen: ‘Hoe zorg je dat mensen in eigen land werk krijgen, onderwijs, goed bestuur? Als je kijkt naar de bevolkingsgroei in Afrika, dan mag er eigenlijk niets misgaan om voor al die mensen banen te creëren.’ Hoe de toekomst van de Nederlandse betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking eruitziet, is nog niet duidelijk. Eddie: ‘Welke programma’s er komen rondom bijvoorbeeld Afrikaanse jongeren die vatbaar zijn voor migratie, zal moeten blijken. Wij blijven de politiek in de gaten houden en zullen ons ervoor inzetten dat vele duizenden jongeren mede dankzij Nederlands beleid straks een goede opleiding en een mooie baan hebben!’

Ambassademedewerker Tim Kos over Sterk voor Werk

In het kader van het Sterk voor Werk programma maakte Woord en Daad samenwerkingsafspraken met de Nederlandse ambassade in Addis Abeba en stelden we een gezamenlijke onderzoeksagenda op. Tim Kos is beleidsmedewerker op de Nederlandse ambassade en contactpersoon voor het Sterk voor Werk programma. Kos woont en werkt in Ethiopië. Hij schetst het speelveld van het programma. ‘Ethiopië is achtentwintig keer zo groot als Nederland en heeft honderd miljoen inwoners. De bevolkingsgroei is 2,6% per jaar. De (jeugd) werkloosheid is nu al zo’n 25%.’ Wat de rol van Sterk voor Werk is in zo’n groot land? Kos: ‘We moeten niet verwachten dat alleen zo’n programma een verschil maakt op landelijk niveau. Niettemin slaat het programma de spijker op zijn kop en is de impact voor betrokken individuen groot.’

POLITIEKE SAMENWERKING

De samenwerking van Nederland met Ethiopië is tweeledig, zegt Kos: ‘Ethiopië en Nederland zijn partners op het gebied van hulp én handel. Het is dankzij ontwikkelingssamenwerking dat de droogte van de afgelopen jaren niet leidde tot rampzalige hongersnood. Tegelijk investeren meer dan honderddertig Nederlandse bedrijven in Ethiopië, dat is bij elkaar goed voor 75.000 arbeidsplaatsen voor Ethiopiërs.’ Sterk voor Werk heeft 27.000 arbeidsplaatsingen als doelstelling over een periode van vijf jaar.

AANSLUITEN BIJ PRIORITEITEN

‘Samenwerking met de lokale overheid is voor een programma als Sterk voor Werk cruciaal’, zegt Kos. ‘Ethiopië bestaat uit verschillende federale staten die samen Ethiopië vormen. Deze federale staten hebben veel autonomie. Sterk voor Werk is actief in verschillende federale staten, daarom is samenwerking van groot belang. De Ethiopische politiek heeft haar eigen plannen en laat zich niet makkelijk beïnvloeden. Maar door aan te sluiten bij de prioriteiten van de Ethiopische overheid, heeft een programma als Sterk voor Werk goede kans van slagen!’

Dit verhaal stond in het maartnummer van ons magazine Werelddelen. Voortaan Werelddelen op de mat ontvangen? Meld u hier aan.

EEN VAN DE… financiële partners

 

Luuk de Pagter is bestuurslid van Stichting de Pagter Fonds. Het familiefonds steunt wereldwijd initiatieven die bijdragen aan het welzijn van de medemens. Financiële partners zijn onmisbaar voor Woord en Daad.

Onlangs ging Luuk mee met de ondernemersreis van Woord en Daad naar Bangladesh. Daar bezocht hij het huizenbouwproject. ‘Wij als ondernemers weten dat je in het buitenland niet op dezelfde manier kunt ondernemen als in Nederland. Maar we kunnen wel zien of projecten realistisch en haalbaar zijn.’ In Bangladesh heeft Luuk gezien dat er veel gebeurt. Vooral de gesprekken met ngo’s vond hij goed. ‘Dat zijn de plekken waar het geld naartoe gaat. Het was goed om kennis te maken en vragen kwijt te kunnen.’

BREDE ONTWIKKELING

Luuk vond het mooi om te zien dat het huizenbouwproject effect heeft op de omgeving. ‘Het project levert een verbetering op voor de mensen ter plaatse. Ik hoop dat het tot voorbeeld is voor omwonenden, dat ze gemotiveerd raken om zelf ook met kredieten aan de slag te gaan. En dat ze hun huizen gaan bouwen met de Eco Blocks. Dan is onze bijdrage nog meer waard.’

PROJECTEN MET WOORD EN DAAD

Naast het project in Bangladesh draagt Stichting de Pagter Fonds bij aan het project CHOPPA in Zambia en het Sterk voor Werk-project in Ethiopië. ‘Bij CHOPPA zijn we sinds 2013 betrokken en inmiddels bestaat deze coöperatie uit meer dan achthonderd boeren. De boeren krijgen onder andere training in biologisch telen en ze leren hoe ze producten gezamenlijk verkopen. Sinds kort zijn we ook bij Sterk voor Werk betrokken. Daarmee traint Woord en Daad jongeren, zodat zij hun leven in Ethiopië verder kunnen opbouwen.’

MOTIVATIE

Voor Luuk is het belangrijk dat hij op deze manier bijdraagt aan de maatschappij. ‘Het is mooi dat we hierbij betrokken zijn. Wij leven in een welvaartsland. Dat klinkt cliché, maar dat is zo. Als fonds dragen wij bij aan projecten in landen waar situaties echt ingewikkeld zijn. Soms maken weinig middelen een groot verschil. Dat drijft mij: projecten die een verbetering opleveren voor mensen.’

Dit verhaal stond in het maartnummer van ons magazine Werelddelen. Voortaan Werelddelen op de mat ontvangen? Meld u hier aan.

Mijn droom voor Burkina Faso

De meeste jongeren in Burkina Faso hebben een flink probleem: ze kunnen geen werk vinden. Daarmee bedoel ik dat ze geen duurzaam inkomen hebben en echt op eigen benen gaan staan. Mijn droom voor ons land bestaat uit twee delen: duurzame ontwikkeling én mogelijkheden voor jongeren om een waardig bestaan op te bouwen.

Als je voor vijftien mensen een baan weet te creëren, profiteren er honderd. Dat zit zo: als deze jongeren werk krijgen, kunnen ze een gezin onderhouden. Het gezin koopt eten op de markt, bouwt een huis en betaalt belasting. Al dat geld komt in de lokale economie terecht. Hierdoor ontstaan nog meer banen. Dat is de weg naar boven die we met elkaar willen inslaan.

Om je een beeld te geven van de huidige situatie: in 2017 solliciteerden 900.000 jongeren op 10.000 vacatures bij de overheid. Slechts 1,1% van de jongeren kon daadwerkelijk aan de slag. Dat is veel te weinig. Als ik de kracht en passie van de jeugd zie, raak ik gemotiveerd om met hen aan de slag te gaan. Ik geloof heel sterk in de Job Booster aanpak met ondernemers, overheid en onderwijs. In die driehoek helpen we werkzoekenden aan een baan en ondernemers aan goed personeel.

Ik ga me volledig inzetten om de trend te keren, zodat jongeren een goede baan krijgen. Als we laten zien dat we dit succesvol doen, kunnen we het project met gemak verdubbelen of verdrievoudigen. Werkzoekenden aan het werk, een vredige toekomst en gezinnen die voor zichzelf kunnen zorgen: daar droom ik van. Wat is uw droom voor uw land?

Barthélemy Kaboret is in januari aangenomen om het Job Booster project in Burkina Faso te leiden. Barthélemy heeft veel ervaring in diverse projecten en ondernemingen, daardoor kent hij de lokale markt goed. De ambitie van Job Booster in Burkina Faso: 15.000 duurzame banen voor jongeren.

Bekijk hier het item op de nationale televisie over de lancering van Job Booster. https://www.youtube.com/watch?v=KwKQ4HoTftA&feature=youtu.be&t=23m3s

Dit verhaal stond in het maartnummer van ons magazine Werelddelen. Voortaan Werelddelen op de mat ontvangen? Meld u hier aan.

 

Woord en Daad in actie tegen werkloosheid (longread)

Veel jongeren in Ethopië kunnen geen baan vinden. Een uitkering bestaat niet en omscholen is te duur. Daarom laten veel jongeren in Ethiopië hun vertrouwde omgeving achter, op zoek naar werk. Ephrem en Abdissa, lokale projectleiders van werkgelegenheidsprojecten van Woord en Daad, weten dat die ontwikkeling een negatieve spiraal is. Daarom creëren ze lokaal nieuwe kansen, voor mensen zoals Timbit.

EPHREM EN ABDISSA: PROJECTLEIDERS IN ETHIOPIË

         

Ephrem (34) is als socioloog en antropoloog afgestudeerd en heeft veel ervaring in ontwikkelingssamenwerking. Hij kent de uitdagingen in Ethiopië van dichtbij, hij woont er zelf met zijn vrouw en zijn zoon. Ephrem wil met zijn rol in het Sterk voor Werk programma zijn land een stap verder helpen.

Abdissa (40) ziet de combinatie tussen bedrijven en ontwikkelingsorganisaties als dé manier om aan de toekomst te bouwen. Eerder werkte hij bij andere ontwikkelingsorganisaties in Ethiopië. Nu leidt hij het lokale Job Booster programma. Abdissa is getrouwd en heeft een zoon en een dochter.

Als Abdissa en Ephrem over Ethiopië beginnen, ontvlamt er iets in hen. Ze praten sneller, kijken vastberaden. Ze benadrukken de schoonheid en rijkdom van het land dat ze altijd hun thuis zullen blijven noemen; wat er ook gebeurt.

SCHOONHEID EN GROEI

Abdissa: ‘Ik vergelijk Ethiopië vaak met een ziek kind dat is geboren in een rijke familie. De rijke familie staat symbool voor de rijkdom van het land. De oude cultuur, de prachtige natuur. Het is echt een gezegend land, waar ik met heel mijn hart van houd.’ Ephrem vult aan: ‘Het is een land met twee gezichten. Het is een mooi land, met veel mogelijkheden. Ook economisch gezien gaat het goed. Er is een stormachtige groei: er wordt veel gebouwd en met veel bedrijven gaat het heel goed.’

PERSPECTIEF

Toch zien de landgenoten ook de ‘ziekte’: de pijnpunten en uitdagingen van het land. Juist op economisch vlak gaat er veel mis. Het grootste probleem: veertig procent van de beroepsbevolking heeft geen baan. Ephrem schetst de gevolgen: ‘Helaas profiteren veel jongeren niet van de economische groei. Ze zien het wel, maar zijn er geen deel van. De economische situatie zet alles in ons land op scherp. Er zijn veel migranten uit Sudan en Somalië die naar Ethiopië komen in de hoop op een baan. Tegelijk komen er ieder jaar twee miljoen Ethiopische jongeren van school. Die kunnen lang niet allemaal een baan vinden, en moeten ook nog eens concurreren met mensen van een andere nationaliteit. Dat veroorzaakt veel onrust en verdeeldheid.’ Abdissa knikt: ‘We zien heel veel ongelijkheid. Als de regering dat niet aanpakt, werkt het criminaliteit én migratie in de hand.’

LOKAAL BELANG

Juist in de arbeidsmarkt zien Abdissa en Ephrem de oplossing voor het land waar ze zo van houden. Als de arbeidskansen groeien, zullen de spanningen afnemen. Abdissa noemt nog een extra voordeel: ‘Als mensen een baan vinden binnen de landsgrenzen en dus lokaal geld verdienen, komt dat geld vaak ook weer lokaal in de economie terecht. Het gevolg: meer mensen profiteren. Zo heeft een baan ook een positief effect op de omgeving.’ Die insteek motiveert de mannen om zich in te zetten voor hun land. Ephrem als projectleider van het programma Sterk voor Werk; Abdissa als projectleider van het Job Booster programma.

SCHOLEN

Een groot deel van de programma’s bestaat uit contact met opleidingen. Ephrem: ‘Vanuit het programma trainen we scholen om hun vakkenpakket aan te passen op de vraag van de markt. Zo zijn de baankansen van afgestudeerden veel beter. Daarnaast creëren we werkplekken, geven we jongeren voorlichting over migratie en bieden we mogelijkheden voor het starten van een onderneming.’ Abdissa onderstreept het belang van de programma’s. ‘We netwerken veel: bedrijven en jongeren moeten elkaar leren kennen. Zo ontstaat verbinding. Maar we gaan nog verder: we trainen jongeren ook in ‘soft skills’: levensvaardigheden. Denk aan ethiek, communicatie, discipline. Dat zijn de vaardigheden die je nodig hebt om een baan te krijgen én te houden. De christelijke waarden hebben hierin een plek. Dat zie je terug op de werkvloer.’

UITDAGING

Het doel van Job Booster: in drie jaar tijd 50.000 arbeidsplaatsingen realiseren. Ephrem en Abdissa gaan er vol voor. 50.000, dat is meer dan veertig succesvolle plaatsingen per dag. Een van de grootste uitdagingen in de praktijk is de omschakeling die scholen moeten maken. Ephrem: ‘Er is nu bijvoorbeeld veel behoefte aan kleermakers. Maar hoe maak je van een school voor loodgieters een school voor kleermakers? Dat gaat niet vanzelf. Gelukkig is er in Ethiopië veel minder studiekeuzestress. Je kiest gewoon datgene wat geld oplevert. Of dat nu bouw, elektro of metaalbewerking is.’

OPLOSSING

Als het gaat om de trainingen in levensvaardigheden ligt er voor de mannen een uitdaging. Abdissa: ‘Niet alle bedrijven zijn bereid hiervoor te betalen. Stel je voor dat je investeert in een toekomstige medewerker en hij gaat na een paar maanden naar een ander. Bedrijven moeten leren dat een investering in mensen een goede investering is. Daarom zullen we ons keer op keer moeten bewijzen. Telkens laten zien dat we goede kwaliteit leveren en dat onze studenten hun bedrijf vooruit helpen. Als we dat bereiken, kan het ineens hard gaan.’

DE ANDER CENTRAAL

De mannen hopen van harte dat het lukt om de doelstelling te halen. Ephrem: ‘In mijn eigen omgeving zie ik wat de gevolgen zijn van migratie. Het zou zó mooi zijn als dat niet meer nodig is. Jezus leert ons: deel van wat je hebt, sluit niemand uit. Dat motiveert mij iedere dag om de ander centraal te stellen – niet mezelf.’ Abdissa sluit daarbij aan. ‘We maken voor zó veel jongeren een verschil. Want vergeet niet: als één persoon een baan heeft, eet er vaak een hele familie van dat salaris. Daar doe ik het voor.’

TIMBITS DROOM: EEN NAAIATELIER MET PERSONEEL

Timbit is 31 jaar. Ze is getrouwd en heeft twee jongens in de leeftijd van vijf en negen. Ze wonen in Kolfe, Addis Abeba. Dankzij een training van een partner van Woord en Daad is Timbit nu zelfstandig ondernemer. ‘Ik woonde met mijn vader en moeder in Harar, een kleine stad ten oosten van Addis. Ik kwam naar de stad voor een baan en een opleiding. Na mijn opleiding tot kleermaker, vond ik geen baan. Ik was juist van plan om te vertrekken naar het Midden-Oosten om daar te werken. Toen kwam ik in contact met HIDO (een lokale partner van Woord en Daad). Ik volgde een ondernemerschapstraining en sloot een kleine lening af voor de eerste investering: een naaimachine. Mijn ambitie? Mijn afzetmarkt vergroten, zodat ik mensen kan aannemen. Misschien zelfs een eigen pand huren of kopen. Wie weet…’

WERK ALS ALTERNATIEF VOOR MIGRATIE

Op veel plaatsen in de wereld laten jongeren hun vertrouwde omgeving achter zich – op zoek naar een baan. Landen als Burkina Faso, Ethiopië en de Filippijnen lijden daaronder. Hoewel een flink deel van het elders verdiende loon vaak naar familie gaat, is migratie geen duurzame oplossing. Met de jeugd verdwijnt ook de levendigheid uit een gebied. De jeugd heeft de toekomst. Met de Job Booster aanpak bouwt Woord en Daad aan de toekomst van een land.

In Ethiopië is migratie een probleem. Dat is één van de redenen om daar een werkgelegenheidsproject te starten. Voldoende geschikte banen zorgen voor minder noodzaak om te migreren. Als een jongere niet weg hoeft én voor zijn familie kan zorgen door zijn inkomen, is dat dubbel winst. Naast de Job Booster benadering, verzorgen we samen met partners ook voorlichtingen over migratie en betrekken we de lokale leiders bij het programma. Deze aanpak maakt gebruik van het Job Booster concept, aangepast op de lokale omstandigheden. Het project in Ethiopië heet Sterk voor Werk.

Dit verhaal stond in het maartnummer van ons magazine Werelddelen. Voortaan Werelddelen op de mat ontvangen? Meld u hier aan.

© Woord en Daad | Privacy statementDisclaimer