Aan Tafel#16 God dienen in de supermarkt
God in de supermarkt. Een tijdje geleden deed ik een cursus die zo heet. Dat klinkt misschien wat oneerbiedig, want wat heeft God te maken met de supermarkt? Daar is Hij toch niet te vinden? Zo mag je daar toch niet over praten?
Geschreven door Aan Tafel! ambassadeur Theanne Boer
Ik denk eigenlijk van wel… Als ik door de supermarkt loop en dingen uit de schappen pak en in mijn karretje leg heeft dat alles te maken met keuzes. Die keuzes hebben weer te maken met wat ik ten diepste vind en geloof. Kort gezegd: wat je koopt in de supermarkt draagt wel of niet bij aan gerechtigheid. Je kunt ermee recht doen. Recht aan de schepping en recht aan je naaste. Dat is het goede nieuws. Het minder goede nieuws is: recht doen met je boodschappen kost geld. Zo zit onze gebroken wereld nu eenmaal in elkaar. Recht doen kost geld. Maar het is de vraag hoe erg dat is. Je kunt je hogere kassabon compenseren met bezuinigingen op andere terreinen. Dat kan, is mijn ervaring, maar je moet dat wel echt willen.
De cursus ‘God in de supermarkt’ is bedacht door twee christenmannen die veel studie hebben gemaakt van supermarktproducten en de impact daarvan op het milieu. Tijdens de tweede cursusavond doe je een test waaruit blijkt hoe groot jouw voedselafdruk is. Die van mij was niet hoog maar zeker ook niet laag.
Toen ik thuis de test nog eens goed bestudeerde kwam ik tot de sombere conclusie: alles waar ik van geniet, is slecht voor het milieu. Koffie, alcohol, kaas en vlees: als je je voedselafdruk zo klein mogelijk wil maken moet je veganistisch eten en op de fiets je boodschappen doen.
Maar goed. Zo ver ben ik nog niet. Ik hou nog teveel van koffie, van kaas en van een wijntje in het weekend. Ik woon op het platteland en een keer in de week ga ik met de auto naar de supermarkt. En dan begint de keuzestress. Kies ik de goedkoopste pindakaas omdat dat bij ons thuis veel gegeten wordt? Of kies ik voor de lekkerste (smeuïg tot op de bodem ;)? Of kies ik voor de variant die rekening heeft gehouden met de arbeiders (fair trade) of met het milieu (biologisch)? Die laatste twee opties zijn uiteraard duurder. Of eigenlijk is het zo dat de eerste twee te goedkoop zijn…
Toen ik daarover klaagde bij mijn echtgenoot, die nogal van de radicale is en zeer van het Godsvertrouwen (ja, dat heeft ermee te maken!), zei hij: wat mij betreft kies je altijd voor biologisch of fair trade. Gewoon altijd. Ongeacht de prijs.
Ok, fijn zo’n duidelijke vent in huis. En zelf voegde ik daar nog drie andere keuzes aan toe: zo puur mogelijk, zonder toevoegingen (dan kom je uit bij Zaanse mayonaise bijvoorbeeld en bij naturel chips), zo weinig mogelijk verpakking (en zeker geen aluminium – chips! Speculaas!) en lokaal geproduceerd.
Sindsdien is bij mij het boodschappenpatroon veranderd. We hebben een lokaal geteeld biologisch groente-abonnement. Kaas (sorry, ik kan niet zonder) kopen we bij de lokale kaasboerderij. We hebben een deel van een koe gekocht, die bij een zorgboerderij hier op het dorp in de wei gelopen heeft – dat ligt nu bij ons in de vriezer en meer vlees mogen we per jaar niet eten (best moeilijk…). Kip koop ik niet meer, want dat is biologisch peperduur (waarom eigenlijk?). Eieren, aardappels en appels koop ik bij stalletjes aan de weg – da’s dan weer het voordeel van het platteland. Brood kopen we bij de bakker (veel duurder) gemaakt van lokaal geteeld graan. En verder dus zoveel mogelijk biologisch en fair trade in de supermarkt
Waar ben ik op gaan besparen? Op wasmiddel en schoonmaakmiddelen, want die maak ik nu zelf. Op pakjes en zakjes, die ik bijna niet meer gebruik. Op vlees, dat we veel minder eten. En op alcohol, sap en frisdrank, dat nu bij feesten en partijen hoort. Ook ga ik vaker naar de markt, voor fruit, noten en rozijnen zonder verpakking.
Natuurlijk denk ik nog weleens: mwah, geen zin om na te denken, of een deur verderop te gaan. Ik neem toch die appels uit Nieuw-Zeeland, of die goedkope sperzieboontjes. Of dat snelle zakje ‘witte saus’ of ‘stamppotjus’. Chips is biologisch of lokaal geproduceerd erg duur, dus nou ja, dan het huismerk maar. ‘Wees niet al te wijs en niet al te rechtvaardig’, zegt de Prediker gelukkig…




















