Check jouw laptop
Voor alle spullen die we gebruiken, zijn grondstoffen nodig. Da’s logisch, maar het is niet zo simpel als dat het klinkt. Grondstoffen zijn namelijk niet eindeloos beschikbaar.
Voor alle spullen die we gebruiken, zijn grondstoffen nodig. Da’s logisch, maar het is niet zo simpel als dat het klinkt. Grondstoffen zijn namelijk niet eindeloos beschikbaar.
Duurzaamheid gaat niet alleen over dat wat we eten of wat we aantrekken. Sterker nog: het gebruik van spullen staan op nummer 1 van de impact top 10.
Ongeveer 1.4 miljard mensen leeft in extreme armoede. Dat betekent dat ze geen beschikking hebben over de eerste levensbehoeften. Nog eens 1.1 miljard mensen leeft van een bestaansminimum. Al met al treft armoede bijna 40 procent van de wereldbevolking.
Mijn taken zie ik als zinvolle invulling van m’n vrije tijd en ik doe het nog steeds met veel plezier. Je houdt je kennis op peil en gaat mee met ontwikkelingen. En het fijne vind ik dat je geen eindverantwoordelijke bent, je stapt na een werkdag in de auto en rijdt lekker relax terug.
Woord en Daad start een nieuwe bewustwordingscampagne: Binnenstebuiten! Een frisse kijk op spullen. Laten we ons huis, onze kasten, onze garage, onze zolder eens binnenstebuiten keren. Maar ook onszelf. Waarom hebben we zo’n behoefte aan al die spullen? Wat zegt de Bijbel over de waarde van bezit? Welke verantwoordelijkheid heb ik als koper voor de makers van al mijn producten?
Een eeuw oud. Voor Van Iperen is het dit jaar zo ver. Het bedrijf viert haar 100-jarig bestaan. Een bijzondere verjaardag! De geplande feestelijkheden rond het jubileum kunnen vanwege huidige maatregelen niet doorgaan, maar vieren doen ze het alsnog. Directeur Dirk-Jan Bakker vertelt in zijn kantoor op de hoofdvestiging in Westmaas over de geschiedenis van het bedrijf én over een bijzonder verjaardagscadeau op het verlanglijstje van Van Iperen
Liever een schaaltje geld bij de deur of maandelijks een vast bedrag? Wat maakt dat u zich als donateur gewaardeerd voelt? En heeft u sinds corona meer, of juist minder geld gegeven aan goede doelen?
Dit is een artikel uit het Reformatorisch Dagblad (14 september 2021).
In de zomervakantie gebeurde het nodige.
De moord op Peter R de Vries, overstromingen in Limburg, België en Duitsland, de machtsovername van de Taliban in Afghanistan en de evacuaties die op gang kwamen en als sluitstuk ook nog een grote aardbeving in Haiti. Om nog maar te zwijgen van de stille rampen die niet in de media verschenen maar waar het leed niet te beschrijven is.
Eerlijk is eerlijk: het wereldnieuws helemaal aan me voorbij laten gaan tijdens de vakantie lukt me niet. Zeker niet na de aardbeving van Haïti en toen lokale partners direct contact met me zochten. Toch had de vakantie me goed gedaan en toen ik na de vakantie terugkwam op mijn werk was ik er weer klaar voor. Toen ik mijn mails wegwerkte en de grote gebeurtenissen op die manier passeerden kwam het ook even op me af. Wat gebeurt er veel in de wereld en wat hebben we met elkaar een grote, hoge opdracht gekregen.
Vlak na de overstromingen in Limburg, België en Duitsland verscheen het nieuwe rapport van de VN, het IPCC rapport. Het meldt schokkende zaken: de temperatuur van de aarde stijgt sneller dan verwacht. De invloed van de mens is niet meer ‘zeer waarschijnlijk’ maar ‘onbetwistbaar’. Gods schepping kreunt en de gevolgen zien we steeds dichterbij komen.
Afghanistan, wat blijft er over van de steun die ontwikkelingsorganisaties aan het land gaven? Vrouwen gaan de straat op en protesteren tegen de Taliban regering. Ze zien hun rechten en vrijheden ingeperkt worden en willen niet terug af. De protesten worden wreed afgestraft en beelden op nieuwssites waarschuwen vooraf: ‘Deze beelden kunnen als schokkend worden ervaren.’
De ramp in Haïti, die al snel werd overstemd door de berichtgeving over Afghanistan, is groot. De aardbeving laat een enorme ravage achter. Door onvoldoende beschikbare gezondheidszorg moeten er gedwongen amputaties plaatsvinden omdat wonden niet goed verzorgd kunnen worden. De geplande hulpkonvooien komen niet op de plaats van bestemming omdat men door dorpen komt waar mensen letterlijk gek worden van de honger en de grote vrachtwagens aanklampen. Het is stil in de media, maar niet in Haïti.
Of neem de stille ramp die zich voltrekt in de Sahel. Het conflict dat in Mali in 2012 begon heeft zich uitgebreid naar Niger en Burkina Faso. Gewapende groepen strijden om controle bij de grensgebieden en rekruteren kinderen voor het leger. Duizenden kinderen worden gedood. Naar schatting zijn er 13,2 miljoen mensen die humanitaire hulp nodig hebben. Er zijn ongeveer 1,9 miljoen mensen intern ontheemd. De getallen doen je duizelen.
Terwijl ik deze berichten lees flitsen er vragen voorbij van mensen die me de afgelopen jaren kritisch aan de tand voelden over het nut van ontwikkelingswerk.
Heeft het allemaal nog zin? Wat is de impact van de hulp die geboden wordt? Gaat ontwikkelingsbudget niet ten koste van het oplossen van de stikstofcrisis en de woningnood in eigen land? Al peinzend werk ik mijn mails weg en meld ik me weer als aanwezig en vraag ik collega’s naar hun vakantie.
Een collega reageert op m’n vraag hoe zijn vakantie was: ‘Ja, ik heb het ook naar mijn zin gehad. Er is internationaal ook wel weer veel aan de hand de afgelopen weken, wat zorgen baart. Maar de hand aan de ploeg totdat Hij komt!’
Ik lees en herlees deze zinnen. Ze brengen me weer op mijn plek. Ons werk, ons leven, ons zijn hier op aarde gaat niet alle kanten op. Het gaat één kant op: Hij komt! En met dat perspectief mogen we leven en werken. Ja, de rauwe, harde feiten wijzen ons keihard op de realiteit van het gebroken bestaan. Wereldwijd en in de kleine wereld van je stad, dorp of familie. Maar het perspectief van Zijn komst tilt ons steeds weer boven al die zorgen uit en dat is heerlijk.
Dat betekent niet: wachten en afwachten maar dat we ons inzetten voor de hoge opdracht van onze Schepper. De schepping bebouwen en bewaren, verantwoordelijkheid nemen voor ons leefgedrag en zorg dragen voor de wereld in nood.
En dus: de hand aan de ploeg. Totdat Hij komt!
De auteur is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.
Beeld EPA Orlando Barria
Neline van de Graaf is comitévrijwilliger en hielp mee met het organiseren van een concert met livestream in Nieuwpoort. Ze verzorgde onder meer de communicatie via social media. In gesprek met Neline!
Wij komen digitaal naar jullie toe met de Woord en Daad tourbus! Samen bezoeken we diverse (sponsor)landen. Misschien steunen jullie wel een of meerdere sponsorkinderen in Benin, Colombia of Guatemala. Dan ben je vast benieuwd hoe de kinderen in dat land leven, waar ze naar school gaan en hoe hun dag eruit ziet. Ga je mee op reis?
‘De eerste keer dat ik post ontving van ons sponsorkind herinner ik me nog goed. Nog voordat ik de brief kon openvouwen, viel de foto van Bagner Omar er al uit. Ons sponsorkind uit Guatemala kreeg ineens een gezicht. Toen ik daarna de brief met tekening bekeek, raakte het me dat hij zo zijn best voor ons had gedaan.’
Wie dacht dat alle sponsors in Nederland wonen, heeft het mis. Bastian en Mieke komen oorspronkelijk uit de Alblasserwaard, maar vertrokken in 1999 naar Oman voor Bastians werk bij Shell. Daarna volgden de Verenigde Staten, India en Rusland. Na een jaar weer in Nederland te hebben gewoond, vertrok het stel in augustus 2020 naar Canada. Lachend: ’We wonen nu dichtbij onze zoon, schoondochter en kleindochter, dus voorlopig hopen we hier te blijven!’
Moeder Marja: ‘Elk jaar sturen we ons sponsorkind een kaart vanaf ons vakantieadres. Als Brandon Alexander in februari jarig is, sturen we hem een cadeautje dat in een envelop past, zoals stickers, een ballon of een boekenlegger.’ Dochter Gerianne: ‘Het voelt net alsof je er nog een broertje bij hebt, alleen woont hij ver weg in Colombia.’ Herbert: ‘Als ik Brandon Alexander ooit zou ontmoeten, zou ik met hem gaan voetballen!’ Jan-Arne: ‘Ik zou graag zijn school en huis willen zien! Met hem praten zou ik denk ik wel lastig vinden, want ik ken zijn taal niet.’
Met Woord en Daad winkels door heel Nederland dragen we bij aan hergebruik van spullen, creëren we een plek voor iedereen die zich verbonden wil voelen met de naaste dichtbij en ver weg en vormen we een lokale ontmoetingsplek voor jong en oud. Doe ook mee! www.woordendaadwinkels.nl/vrijwilliger-worden/
Het nieuwe schooljaar is begonnen! Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd gaan steeds meer kinderen naar school. Toch betekent toegang tot onderwijs niet direct dat alle kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. Jaco Ottevanger, programmaleider Onderwijs en Sponsoring bij Woord en Daad: ‘Goed, christelijk onderwijs voor de allerarmsten, dat is onze missie!’
Wereldwijd gaan steeds meer kinderen naar school. Toch betekent toegang tot onderwijs niet direct dat alle kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. In ons sponsorprogramma investeren we daarom in goed, christelijk onderwijs voor 30.000 kinderen. Door het vertrouwen van hun ouders en door de betrokkenheid van hun getrainde docenten bloeien de kinderen op. En wanneer ze een brief ontvangen van hun sponsor in Nederland, geeft dat éxtra motivatie. Samen naar school!
Ik heb niets met lange rijen. Niets met lange rijen mensen voor een attractie, voor een kassa en nog minder met lange files op de snelweg. Maar ik heb wel iets met lange rijen mensen voor de waterpomp in landen als Ethiopië.
Dit artikel verscheen op 13 augustus 2021 als opiniebijdrage in het Reformatorisch Dagblad.
Steeds vaker zijn kwetsbare mensen in ontwikkelingslanden de dupe van klimaatrampen. Het is zaak dat we inzetten op klimaatadaptatie (aanpassing aan klimaatverandering) en allemaal nadenken over hoe we zorg kunnen dragen voor de schepping.
Zuid-Limburg was recent een rampgebied. Extreme regenval zorgde voor overstromingen en daarmee voor schade en slachtoffers. Van dichtbij kwamen de verhalen en beelden naar ons toe.
Al veel langer horen we de verhalen van de gevolgen van extreem weer van onze partners in ontwikkelingslanden. Zij kunnen ons haarfijn vertellen welke schade extreem weer aanricht. Droogte of juist hevige regenval in korte tijd, met overstromingen als gevolg, zorgt voor mislukte oogsten. Kusterosie komt veel voor in eens zo vruchtbare kustgebieden. Klimaatverandering trekt haar sporen in ontwikkelingslanden. Kwetsbare mensen in zulke landen zijn steeds vaker de dupe van de gevolgen van klimaatverandering, die zij niet veroorzaakt hebben. En juist ook christenen in bijvoorbeeld Afrika denken na over de hoge opdracht om zorgvuldig met de schepping om te gaan en nemen zo hun verantwoordelijkheid die we als christenen allemaal hebben. Klimaatverandering is niet meer te stoppen, maar wel het tempo ervan. Dat bevestigt ook het nieuwste klimaatrapport.
Klimaatplannen
Begin deze week werd de nieuwste editie van het IPCC-klimaatrapport gepresenteerd. Dit rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change verschaft de laatste stand van zaken op het gebied van klimaatverandering. Het laat zien hoe urgent klimaatverandering is en dat haast geboden is met het verder terugdringen van broeikasgassen. Het klimaatpanel voorziet een sterke klimaatverandering en vaker extreem weer als we niets doen. En dat betekent nog meer droogte of juist nog meer extreme neerslag in kwetsbare landen.
Dit IPCC-rapport wordt gebruikt als basis voor klimaatafspraken om de opwarming van de aarde terug te dringen. Zo is een eerdere versie van dit IPCC-rapport gebruikt als uitgangspunt voor nieuwe klimaatafspraken in het Klimaatakkoord van Parijs in 2015. Dit Parijsakkoord is in het leven geroepen om broeikasgassen terug te dringen en daarmee de opwarming van de aarde de beperken. Het doel van dit akkoord is het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden en het vergroten van de weerbaarheid tegen de gevolgen ervan.
Als aanvulling op het Parijsakkoord presenteerde Frans Timmermans in juli van dit jaar een nieuw klimaatplan. Daarin komt het erop neer dat de vervuiler gaat betalen. En dat gaan we allemaal merken. Niet alleen de grote bedrijven, maar ook de gewone burger. De klimaatplannen bieden niet alleen een Europees kader om te verduurzamen, maar landen moeten ook zelf beleid voeren om de doelen die in het klimaatplan gesteld worden te halen.
Weerbaar
Bij het lezen van deze grote plannen hebben wij steeds onze naaste in ontwikkelingslanden op het oog en denken we met elkaar na over de opdracht om de schepping te bouwen en te bewaren. Kwetsbare mensen wereldwijd hebben klimaatrampen niet veroorzaakt, maar hebben er wel mee te maken. Zij merken de gevolgen van klimaatverandering bijna dagelijks. Wij kennen de verhalen uit de eerste hand. Van watertekorten in Shalla (Ethiopië), van door droogte mislukte rijstoogsten in Sierra Leone en van overstromingen en aardverschuivingen op de Filipijnen. De effecten van klimaatverandering zijn overal zichtbaar.
Als reactie op het IPCC-rapport zegt Mohamed Nasheed, voormalig president van de eilandengroep Malediven en vertegenwoordiger van 48 armere landen, dat kwetsbare landen de dupe zijn van rijke landen. Hij stelt dat mensen in kwetsbare landen sterven vanwege de verbranding van fossiele brandstoffen voor consumptie en economische groei in rijke landen. Hij zegt terecht dat het zeer onrechtvaardig is dat vooral ontwikkelingslanden worden bedreigd door klimaatverandering.
Daarom moeten bij het maken van plannen en beleid altijd de effecten op ontwikkelingslanden meegenomen worden. In aanvulling op de klimaatplannen die er al zijn om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren, en zo de opwarming van de aarde tegen te gaan, zou beleid ook gericht moeten zijn op klimaatadaptatie, zodat ook de meest kwetsbaren weerbaar worden tegen klimaatveranderingen.
Vanuit onze Bijbelse opdracht om als rentmeester op aarde te zijn, wil Woord en Daad werken aan de weerbaarheid van de mensen in ontwikkelingslanden. Dit kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door aangepaste landbouwmethoden in Sierra Leone, training en stormwaarschuwingssystemen in de Filipijnen en het tegengaan van kusterosie en ontbossing in West-Afrika. Evenzo hopen we dat bedrijven en de overheid de verantwoordelijkheid nemen om, naast vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, van klimaatadaptatie in ontwikkelingslanden prioriteit te maken. Zodat kwetsbare mensen wereldwijd niet langer de dupe zijn van klimaatverandering, maar er juist weerbaar tegen zijn.
Beeld: copyright ANP
Je zucht even omdat je geen zin hebt in dat ene klusje dat echt moet gebeuren. Je zucht na een grote inspanning. Je zucht omdat je voor de zoveelste keer iets moet uitleggen … Ongemerkt zuchten we heel wat af.
Recent mocht ik moeder worden van een klein meisje. Een grote verandering, maar gelukkig: aan adviezen geen gebrek. Van ervaren buurvrouwen en tantes tot honderden (!) blogs over slapen, groeien en voeding. En, typisch kersverse moeder die ik ben, ik lees ze natuurlijk ook nog. Bij een blog over voedingsschema’s schoten mijn gedachten opeens 1,5 jaar terug in de tijd, toen ik op de kraamafdeling van het ziekenhuis van Senbatu Shalla (Ethiopië) stond.
Er was net een klein meisje geboren. De verpleegkundige die ik interviewde had haar zojuist op de wereld geholpen. Naast de verloskamer was een andere kamer met baby’s en hun moeders: de kamer voor ondervoede baby’s. Ik stapte samen met fotograaf Jilke de kamer binnen. Het gesprek met een jonge moeder die op een bed zat liep wat moeizaam omdat we onze tolk waren kwijtgeraakt. Maar ik vergeet haar blik niet: ze was trots. Trots op het kleine kindje in haar armen. Het jochie begon te huilen. Een heel zacht, zwak huiltje. Gelijk legde ze het kleintje aan haar borst. Zij en haar kind waren zichtbaar zwak. Maar ze vocht voor het leven van haar zoon. Want het was haar trots.
Geen voedingsschema’s, maar moederoerkracht. Moeders in Senbatu Shalla hebben dan misschien geen mama-blogs, de kracht die ze uitstralen is des te groter. Het cliché dat o zo waar is, geldt wereldwijd: voor je kind doe je alles. En gaat dat altijd goed? Nee. In Senbatu Shalla is zelfs het meest basale: schoon water, ontzettend schaars. Ondervoeding en kinderziektes zorgen voor hoge sterftecijfers. Fotograaf Jilke was een paar maanden later in een ander deel van Ethiopië, waar ze een oma en een kindje op de foto zette. Het kindje overleed een paar dagen later. Wat Jilke over die ervaring schreef zal me bijblijven: ‘Hier worden herinneringen aan deze kinderen uitgewist. Want het leven is te zwaar voor tranen.’
In zo’n omgeving voeden iedere dag moeders hun kinderen op. Een omgeving waar water schaars is, waar gebrek is aan ziekenhuisbedden en waar ‘het leven te zwaar is voor tranen’. Ga er maar aan staan. Wat ben ik dan blij dat er binnenkort in ieder geval meer schoon, stromend water zal zijn in Senbatu Shalla. Maar wat ben ik vooral blij dat die kleintjes een moeder hebben die voor hen vecht.
Ieder zichzelf respecterende mama-blog eindigt met: ‘Respect mama, je doet het ontzettend goed!’ Nu vind ik dat altijd behoorlijk nietszeggend gezien de schrijfster van de blog mij helemaal niet kent en bezig ziet (en dat is misschien maar goed ook…). Maar in dit geval vind ik dat ik iets in die trant wel mag zeggen, als ik denk aan alle moeders die ik daar heb zien vechten voor hun trots. Wat een kracht. Wat een moed. Respect, mama’s. Ik maak een hele diepe buiging.
Door: Janita Kranendonk-de Vries, 3 augustus 2021
Bij binnenkomst valt meteen een ding op: de voordeur zit weer in het huis. Trots laat Lena het herstelde huis zien. De muren staan, de ramen zijn hersteld.
Extreme en onvoorspelbare weersinvloeden raken mensen wereldwijd. Donald O.T. Smart uit Sierra Leone, werkzaam voor een van de partnerorganisaties van Woord en Daad die kleinschalige rijstboeren ondersteunt, legt dit beeldend uit.
Terwijl ik midden in een goed gesprek zit, licht het scherm van mijn telefoon op. Een nieuws alert: „Peter R. de Vries neergeschoten in Amsterdam.” Ik klik door en lees het nieuwsbericht wat op dat moment nog onwerkelijk lijkt.
‘De huidige coronasituatie in Bangladesh is zeer ernstig. De besmettings- en sterftecijfers zijn erg hoog’, mailt Juliate Malakar, werkzaam bij CCDB, één van onze partnerorganisaties in Bangladesh. Maar ook: ‘Ik moet u helaas vertellen dat één van onze collega’s gisteren is overleden aan corona, hij had ernstige ademhalingsproblemen.’
Traoré Bala en zijn familie bezitten 6 hectare grond met cashewbomen. Toch bracht de oogst van de boomgaard nauwelijks geld op. Sommige jaren werd de totale oogst voor pakweg 22 euro verkocht. ‘Vaak waren we teleurgesteld en werden we boos. We voerden de noten aan de dieren in plaats van ze te verkopen,’ vertelt de cashewboer uit Burkina Faso.
Mariam Yerbanga is kleermaakster. Moumouni Ouédraogo is pluimveehouder. Bénebeyense Ouédraogo is meubelmaker. Alle drie hebben ze een fysieke beperking. In Burkina Faso sta je dan al snel aan de zijlijn van de maatschappij, maar deze drie jongeren lieten zich niet tegenhouden door hun beperking.
Op straat overleefde ik door het weggegooide voedsel van hotels te eten,’ vertelt Sitota (12) uit Ethiopië. Alleen al in Addis Abeba leven ruim 11.000 kinderen op straat. Onze lokale partnerorganisatie Hope for Justice vangt deze kwetsbare kinderen op en begeleidt hen richting hun terugkeer in de maatschappij. Tijdens ons online event op 24 juni gingen we met deze partner in gesprek. Wat drijft hen en hoe maken zij het verschil voor kinderen als Sitota? Beluister verhalen van kwetsbaarheid en hoop!
De noodhulpactie van het Christelijk Noodhulpcluster is inmiddels een aantal weken op gang. Mede dankzij uw steun kunnen onze partners in de getroffen landen gerichte acties opzetten . Zo deelt onze partnerorganisatie Word and Deed India voedsel uit aan kwetsbare mensen.
In het gezin Aarnoudse is het vaak gezellig druk. Het gezin bestaat uit vader Jos (49), moeder Nelian (46) en hun kinderen Joanne (26), Arinda (22), Walter (20), Laurene (15), Cathelijne (14), Jochem (11), Jenthe (9) en pleegdochter Jantine (19). Toch was er plek voor nóg iemand: sinds 2020 steunt het gezin de 11-jarige Watessony Jean-Pierre uit Haïti. ‘Hij volgt nu christelijk onderwijs, zodat hij later voor zichzelf en voor zijn gezin kan zorgen.’
Ik ben Marian Schalk en woon in Veenendaal. Ik ben getrouwd en we hebben 5 kinderen mogen krijgen waarvan er 4 getrouwd zijn. Inmiddels zijn we opa en oma van 8 kleinkinderen.
Bezoekadres
Stichting Woord en Daad
Spijksedijk 16
4207 GN Gorinchem
0183 – 61 18 00
info@woordendaad.nl
IBAN: NL64 RABO 0385 4870 88
RSIN: 004275871
© Woord en Daad | Privacy statement | Disclaimer