Waarom het gesprek over land- en eigendomsrechten prioriteit verdient
Namens Woord en Daad en onze partners sprak Politiek Adviseur Maarten van Nieuw Amerongen bij een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over landrechten en eigendomsrechten.
Namens Woord en Daad en onze partners sprak Politiek Adviseur Maarten van Nieuw Amerongen bij een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over landrechten en eigendomsrechten.
Als je er op let, komt dat drievoudige snoer op heel veel plekken terug. We zien we het bijvoorbeeld bij de partnerschappen in de landen waar we werken als Woord en Daad. Systematische veranderingen komen alleen van de grond waar overheid en bedrijfsleven ook aan tafel zitten.
We hebben nog maar acht jaar om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad. Klimaatverandering op grote schaal is een voldongen feit als er nu geen rigoureuze maatregelen genomen worden. Een wereld die meer dan drie graden opwarmt zorgt voor onleefbare gebieden in Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara. Dat was de boodschap van wetenschappers van het VN-klimaatpanel IPCC in een alarmerend rapport eerder deze week.
Chris Stoffer (SGP) vroeg aandacht voor de humanitaire situatie in Ethiopië en drong aan op een volwaardig ontwikkelingsbudget, waarbij middelen vooral besteed worden via ngo’s en maatschappelijk organisaties.
De spullen die we gebruiken en veel van het voedsel dat we dagelijks eten komen grotendeels uit het buitenland. Veel kleding wordt in landen geproduceerd waar de arbeidskosten laag zijn. En bepaalde voedingsmiddelen hebben een hele weg afgelegd voor ze op ons bord belanden. Tijdens het afleggen van die weg is de herkomst vaak al niet meer terug te traceren.
Neem de cashewnoot. Heb je wel eens in de supermarkt op een zakje cashewnoten gezocht naar de herkomst? Grote kans dat je de herkomst niet hebt kunnen vinden. Van veel cashewnoten is niet meer bekend waar ze eigenlijk vandaan komen.
Vanwege de complexe keten van boer/producent tot consument is de weg die de producten van begin tot eind afleggen vaak niet inzichtelijk. Het gevolg hiervan is dat vaak niet duidelijk is of deze producten wel met respect voor mensen en de natuur zijn geproduceerd. Want er is in veel van deze productieketens nog steeds sprake van vreselijke werkomstandigheden voor miljoenen mensen en vervuiling van de natuur. Terwijl de boeren in Afrika recht hebben op een eerlijk loon en kinderen recht hebben op onderwijs in plaats van dat zij moeten werken.
Gelukkig zijn er ook bedrijven die zich bewust zijn van dit probleem en werken aan het inzichtelijk maken van hun keten. Nuts2, het cashewnoten bedrijf waar Woord en Daad mee samenwerkt, werkt hard aan transparantie in de cashewketen. ‘Work in progress to develop a fair chain for nuts too’ is de veelzeggende slogan van dit bedrijf. Hun missie is om boeren in Afrika toegang te bieden tot de wereldmarkt, tegen een eerlijke prijs! En ze streven ernaar om het inkomen van de boeren te verhogen en de lokale economie te ondersteunen.
Toch gebeurt dit nog op een te kleine schaal. Het is hard nodig dat internationale bedrijven weten wat er in hun keten gebeurt en dat zij zaken die mis gaan proberen te veranderen. Met elkaar in gesprek gaan en bewustwording over dit onderwerp kan helpen dit probleem aan te pakken. Daarnaast zijn we van mening dat wetgeving cruciaal is om transparantie in de productieketen te creëren en op deze manier de strijd wordt aangegaan tegen uitbuiting en milieuschade. Wetgeving stelt multinationale ondernemingen verplicht en draagt eraan bij dat misstanden in internationale productieketens, zoals kinderarbeid, uitbuiting en ontbossing, aangepakt worden. De wet alleen is niet de oplossing, maar wel onderdeel van een breder pakket waarbij bedrijven geholpen worden om dit probleem aan te pakken. Woord en Daad dringt er bij het bedrijfsleven en de overheid op aan om werk te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen, met als doel om productieketens te verduurzamen Op a.s. 27 oktober zal het IMVO-debat (debat over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) gehouden worden in de Tweede Kamer. Dit debat zullen wij uiteraard volgen.
Transparantie in de productieketens, dit klinkt misschien ‘ver van je bed’. Maar wil je toch iets doen? Er is een breed gedragen petitie gestart. Veel organisaties hebben de handen ineen geslagen omdat zij vinden dat alle producten gemaakt zouden moeten worden zonder vormen van moderne slavernij, dwangarbeid of milieuvervuiling. Bij Woord en Daad vinden we dit ook belangrijk en daarom steunen wij de petitie.
Teken deze petitie als je alleen nog iets wilt kopen of afnemen waarvoor geen mensen zijn uitgebuit, leefbaar loon is betaald en geen kinderarbeid is gebruikt. Je vindt de petitie op www.woordendaad.nl/petitie.
Dit artikel verscheen op 13 augustus 2021 als opiniebijdrage in het Reformatorisch Dagblad.
Steeds vaker zijn kwetsbare mensen in ontwikkelingslanden de dupe van klimaatrampen. Het is zaak dat we inzetten op klimaatadaptatie (aanpassing aan klimaatverandering) en allemaal nadenken over hoe we zorg kunnen dragen voor de schepping.
Zuid-Limburg was recent een rampgebied. Extreme regenval zorgde voor overstromingen en daarmee voor schade en slachtoffers. Van dichtbij kwamen de verhalen en beelden naar ons toe.
Al veel langer horen we de verhalen van de gevolgen van extreem weer van onze partners in ontwikkelingslanden. Zij kunnen ons haarfijn vertellen welke schade extreem weer aanricht. Droogte of juist hevige regenval in korte tijd, met overstromingen als gevolg, zorgt voor mislukte oogsten. Kusterosie komt veel voor in eens zo vruchtbare kustgebieden. Klimaatverandering trekt haar sporen in ontwikkelingslanden. Kwetsbare mensen in zulke landen zijn steeds vaker de dupe van de gevolgen van klimaatverandering, die zij niet veroorzaakt hebben. En juist ook christenen in bijvoorbeeld Afrika denken na over de hoge opdracht om zorgvuldig met de schepping om te gaan en nemen zo hun verantwoordelijkheid die we als christenen allemaal hebben. Klimaatverandering is niet meer te stoppen, maar wel het tempo ervan. Dat bevestigt ook het nieuwste klimaatrapport.
Klimaatplannen
Begin deze week werd de nieuwste editie van het IPCC-klimaatrapport gepresenteerd. Dit rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change verschaft de laatste stand van zaken op het gebied van klimaatverandering. Het laat zien hoe urgent klimaatverandering is en dat haast geboden is met het verder terugdringen van broeikasgassen. Het klimaatpanel voorziet een sterke klimaatverandering en vaker extreem weer als we niets doen. En dat betekent nog meer droogte of juist nog meer extreme neerslag in kwetsbare landen.
Dit IPCC-rapport wordt gebruikt als basis voor klimaatafspraken om de opwarming van de aarde terug te dringen. Zo is een eerdere versie van dit IPCC-rapport gebruikt als uitgangspunt voor nieuwe klimaatafspraken in het Klimaatakkoord van Parijs in 2015. Dit Parijsakkoord is in het leven geroepen om broeikasgassen terug te dringen en daarmee de opwarming van de aarde de beperken. Het doel van dit akkoord is het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden en het vergroten van de weerbaarheid tegen de gevolgen ervan.
Als aanvulling op het Parijsakkoord presenteerde Frans Timmermans in juli van dit jaar een nieuw klimaatplan. Daarin komt het erop neer dat de vervuiler gaat betalen. En dat gaan we allemaal merken. Niet alleen de grote bedrijven, maar ook de gewone burger. De klimaatplannen bieden niet alleen een Europees kader om te verduurzamen, maar landen moeten ook zelf beleid voeren om de doelen die in het klimaatplan gesteld worden te halen.
Weerbaar
Bij het lezen van deze grote plannen hebben wij steeds onze naaste in ontwikkelingslanden op het oog en denken we met elkaar na over de opdracht om de schepping te bouwen en te bewaren. Kwetsbare mensen wereldwijd hebben klimaatrampen niet veroorzaakt, maar hebben er wel mee te maken. Zij merken de gevolgen van klimaatverandering bijna dagelijks. Wij kennen de verhalen uit de eerste hand. Van watertekorten in Shalla (Ethiopië), van door droogte mislukte rijstoogsten in Sierra Leone en van overstromingen en aardverschuivingen op de Filipijnen. De effecten van klimaatverandering zijn overal zichtbaar.
Als reactie op het IPCC-rapport zegt Mohamed Nasheed, voormalig president van de eilandengroep Malediven en vertegenwoordiger van 48 armere landen, dat kwetsbare landen de dupe zijn van rijke landen. Hij stelt dat mensen in kwetsbare landen sterven vanwege de verbranding van fossiele brandstoffen voor consumptie en economische groei in rijke landen. Hij zegt terecht dat het zeer onrechtvaardig is dat vooral ontwikkelingslanden worden bedreigd door klimaatverandering.
Daarom moeten bij het maken van plannen en beleid altijd de effecten op ontwikkelingslanden meegenomen worden. In aanvulling op de klimaatplannen die er al zijn om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren, en zo de opwarming van de aarde tegen te gaan, zou beleid ook gericht moeten zijn op klimaatadaptatie, zodat ook de meest kwetsbaren weerbaar worden tegen klimaatveranderingen.
Vanuit onze Bijbelse opdracht om als rentmeester op aarde te zijn, wil Woord en Daad werken aan de weerbaarheid van de mensen in ontwikkelingslanden. Dit kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door aangepaste landbouwmethoden in Sierra Leone, training en stormwaarschuwingssystemen in de Filipijnen en het tegengaan van kusterosie en ontbossing in West-Afrika. Evenzo hopen we dat bedrijven en de overheid de verantwoordelijkheid nemen om, naast vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, van klimaatadaptatie in ontwikkelingslanden prioriteit te maken. Zodat kwetsbare mensen wereldwijd niet langer de dupe zijn van klimaatverandering, maar er juist weerbaar tegen zijn.
Beeld: copyright ANP
De beelden en nieuwsberichten vanuit Zuid-Limburg, Duitsland en België afgelopen weken waren heftig. De verwoestende kracht van het water liet diepe sporen na. Volgelopen huizen, verwoeste straten, ondergelopen campings, modderstromen, en veel (dodelijke) slachtoffers. De wateroverlast was extreem.
Net iets daarvoor had Frans Timmermans nieuwe klimaatplannen gepresenteerd voor de Europese Commissie. Een plan vol met afspraken wat er voor moet zorgen dat de Parijsakkoord-doelen wellicht toch gehaald gaan worden.
Ook in Senegal weten ze wat wateroverlast is. Correspondent Joost Bastmeijer deed recent verslag van verdwijnende zeesteden in Afrika. Als voorbeeld noemde hij Saint Louis, een Senegalese vissersstad. De stad is gelegen in het uiterste noorden van het land en grenst aan Mauritanië, waar de Rivier de Senegal uitmondt in de Atlantische Oceaan. Waar in het jaar 2001 er nog honderden meters strand was, is er nu bij eb nog maar 7 meter strand over en slaat bij vloed het water tegen de huizen aan. De zee komt steeds verder richting het land en de huizen vallen letterlijk om. Eens in de zoveel tijd is er sprake van extreem weer. Dan beuken de golven tegen de huizen aan met alle gevolgen van dien. Door het stijgende zeewater zijn al hele delen van het dorp onder water verdwenen.
Ik denk dat we het er wel over eens zijn: we hebben te maken met klimaatverandering. En dat zorgt naast droogte in bepaalde gebieden, voor wateroverlast in andere gebieden. In Saint Louis proberen ze om te gaan met het stijgende water, maar zonder gewenst resultaat tot nu toe. Het stijgende zeewater en extreme weer zorgt voor enorme problemen. Aanpassing aan het klimaat is noodzakelijk om in de toekomst met klimaatverandering om te gaan. En wat klimaatadaptatie is weten ze in Dolores als geen ander. Wellicht heeft u vanuit Woord en Daad al eerder gehoord van Dolores.
Een dorp, sterker dan de storm! Dat is Dolores, op de Filippijnen. In 2013 verwoest door een tyfoon. Tijdens deze ramp raakten familie hun huis en inkomen kwijt. Daarom is een stuk zuidelijker, met geld uit het noodhulpfonds van Woord en Daad, een nieuw Dolores gebouwd. In het nieuwe Dolores wonen ruim 200 kinderen met hun families. Ze wonen in nieuwe huizen, die veel sterker zijn dan de verwoeste, oude huizen. Veel inwoners werken als boer, of hebben hun eigen winkeltje. De kinderen gaan naar school in het dorp. Een prachtig voorbeeld van duurzame verandering en klimaatadaptatie.
De verwachting is dat we de komende jaren steeds meer gaan merken van de gevolgen van klimaatverandering. Klimaatverandering raakt ons, vroeg of laat, allemaal. Bedrijven en de overheid kunnen niet achterblijven om verantwoordelijkheid te nemen. De gevolgen van klimaatverandering zijn te groot om er te weinig mee te doen. Zodat niet alleen wij, maar ook toekomstige generaties, waar ook ter wereld, om kunnen gaan met de gevolgen van klimaatverandering. Zeker op de plekken in de wereld waar mensen het hardst getroffen worden.
Door: Jacoline de Kruijf-Paul, 6 augustus 2021
‘Het is oorlog in Tigray en niemand kan het zien’, kopte NOS op 19 juni j.l.
Van deze oorlog, in het noorden van Ethiopië, heb je misschien nog nauwelijks gehoord. Dat de toestand er schrijnend is komt ons maar mondjesmaat ter ore. De oorlog in Tigray houdt ons op diverse manieren bezig.
De beelden die correspondent Elles van Gelder met cameraman Sven Torfinn recent maakten, liegen er niet om. Een aangeslagen ziekenhuisdirecteur vertelt dat alle spullen die nodig zijn om levens te redden afgenomen zijn. In het ziekenhuis is de chaos compleet. Gewonde kinderen, beschoten en geplunderde huizen, ontredderde bewoners komen voorbij op de beelden. Toch zijn deze beelden maar het topje van de ijsberg. De regio is erg moeilijk toegankelijk en hulpverleners worden nauwelijks toegelaten.
Ook de verhalen die ons direct ter ore komen maken indruk. Half juni zijn twee van mijn collega’s naar Ethiopië geweest. Alhoewel ze alleen in Addis Abeba zijn geweest hebben ze wel gesproken met een team uit Tigray waar Woord en Daad mee samenwerkt. Zo werd hun verteld dat er in deze fase juist weer veel gevochten wordt, verspreid over meerdere locaties in Tigray. De toegang tot, vooral rurale gebieden, blijft grillig en beperkt. En dat is funest voor de hulpverlening, juist ook in de komende maanden, want de honger neemt toe. Daarnaast lijken de watervoorzieningen een doelwit te zijn geweest. Want na onderzoek van het Tigray Regional Water Bureau schat men in dat 70% van de waterinfrastructuur op het platteland onbruikbaar is en 80% van de waterinfrastructuur in de steden van Tigray. Toch is er ook sterke hoop op vredesonderhandelingen.
De oorlog in Tigray, Ethiopie speelt zich grotendeels onzichtbaar af, maar verdient meer zichtbaarheid. Dat hebben de kinderen, de ontredderde bewoners, de aangeslagen ziekenhuisdirecteur en de boeren nodig. Als de wereld niet weet wat er gebeurt kan er ook niet gezamenlijk gewerkt worden aan vrede. Politici in Nederland proberen beschikking te krijgen over informatie over deze oorlog en daar mochten wij recent aan bijdragen.
Tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op 26 mei j.l. kon een andere collega van mij toelichting geven op de situatie in Tigray. Om een goed besluit te nemen, is het voor Kamerleden belangrijk dat ze over de juiste informatie beschikken. Soms is het nuttig om dan ook met experts te praten en dat gebeurt in de zogeheten rondetafelgesprekken. In de position paper die we vooraf ingediend hebben deed Woord en Daad een beroep op de Tweede Kamer om zich in te zetten voor veiligheid in Tigray en een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd door de VN naar mensenrechtenschendingen.
Alleen als de Ethiopische regering de stabiliteit en veiligheid in Tigray garandeert, kunnen we ontheemden hulp bieden, kunnen we voorkomen dat de investeringen in het watersysteem uit de afgelopen jaren verloren gaan en kunnen we samen met de boeren ons inspannen om de oogst van 2021 veilig te stellen. Voor die boeren, en daarmee de hele gemeenschap, zien we graag echte verandering. We hopen op meer toegankelijkheid van de rurale gebieden, juist omdat we zo snel als mogelijk is de draad van de lange-termijn weer willen oppakken, zodat we van noodhulp weer naar ontwikkeling kunnen gaan. Onze hoop is dat de bedrijfjes voor wateronderhoud weer ondersteund kunnen worden, zodat juist zij een actieve rol kunnen spelen in het herstellen van economische, fysieke en sociale structuren in het gebied.
De oorlog in Tigray gaat ons aan het hart en houdt ons bezig. De oorlog op zich is al afschuwelijk genoeg, ook al weet niemand wat er precies gebeurt in het gebied. ‘Tigray is een groot zwart gat voor ons’ vertelde een diplomaat aan de NOS. Maar aanwijzingen zijn er genoeg. Ook de volgende crises dienen zich aan: een dreigende voedselcrisis, en een schoon drinkwatercrisis. Wat Ethiopië en de regio Tigray nodig heeft is vrede, veiligheid en stabiliteit. Voor onze collega’s in Tigray, voor de boeren, voor de kinderen. En dat kan alleen als de oorlog zichtbaar wordt en de wereld weet wat er in Tigray gebeurt.
Na het schrijven van deze blog las ik het nieuwsbericht dat de regering van Ethiopië een onmiddellijk bestand afkondigt in Tigray. De regering van Ethiopie zegt dat het bestand ertoe moet leiden dat boeren hun land weer kunnen bewerken en hulporganisaties toegang krijgen tot de regio.
Wij hopen dat met dit bestand zichtbaar wordt wat zich afspeelt in Tigray en dat het het begin zal zijn van vrede, veiligheid en stabiliteit in deze regio.
1 juli 2021
Door: Jacoline de Kruijf, communicatiemedewerker Beleidsbeïnvloeding
Verdiep je je in een taal, dan doe je de mooiste ontdekkingen. Bepaalde woorden hebben in specifieke talen een klank en kleur die zich niet makkelijk laten vervangen. Regelmatig doe ik zulke ontdekkingen in wereldwijde gesprekken. Leerzaam, en ik geniet ervan.
Afgelopen weken waren druk voor team Beleidsbeïnvloeding. We maakten online kennis met nieuwe Tweede Kamerleden; er werd een SGP-Masterclass gehouden op het Woord en Daad kantoor met Chris Stoffer; onze directeur-bestuurder had een gesprek met het CDA; en ook sprak Rina Molenaar in Nieuwspoort tijdens het event ‘Route 2030: Hoe kunnen we versnellen om de SDG’s te behalen?’
Het Omtzigtdebat op 1 april had weinig grappigs in zich. De spanning was te snijden en Nederland leek op een historisch moment af te stevenen: de val van Rutte. Het draagvlak voor de minister-president brokkelde in de loop van de dag steeds verder af. Het debat sleepte voort en ontnam me een fors deel van m’n nachtrust. Tot het historische moment van stemmen. Rutte bleef aan, maar er was sprake van een vertrouwensbreuk.
Er zijn van die werkdagen die eruit springen. Vandaag was er zo één. Vanochtend keek ik vanaf mijn thuiswerkplek digitaal een tiental Afrikaanse huiskamers in. Zonnestralen en wapperende gordijnen kleurden mijn beeldscherm. Ik waande me even in Oeganda toen ik Eva en Brian hoorde vertellen over jeugdwerkloosheid en het ontbreken van relevante opleidingen en trainers. En ik was onder de indruk van wat deelnemers uit Ethiopië, Kenia en Zuid-Soedan vertelden over de situatie in hun land.
De verkiezingsuitslag is bekend! Na wat ingewikkeldheden rondom de procedure voor briefstemmen, druppelden de uitslagen afgelopen woensdagnacht binnen. De voorlopige uitslag volgde donderdagochtend vroeg.
Kinderen en jongeren in de armste gebieden ter wereld die niet gezien worden, meenemen in beroepsonderwijs. Dat is de ambitie van Woord en Daad en SeeYou. Daarom tekenden Rina Molenaar, directeur-bestuurder van Woord en Daad, en Dicky Nieuwenhuis, directeur van SeeYou, een samenwerkingsovereenkomst. In de komende jaren zullen beide organisaties elkaar versterken, met als doel dat meer kinderen en jongeren die eerder werden buitengesloten of over het hoofd werden gezien nu ook goed onderwijs en vaktraining ontvangen.
Als team Beleidsbeïnvloeding volgen wij (de aanloop naar) de verkiezingen uiteraard op de voet. Bij alle partijen is de afgelopen tijd hard gewerkt aan het schrijven van het verkiezingsprogramma. En daar heeft de verkiezingsprogrammacommissie een hele kluif aan. Zo telt het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie 144 pagina’s. En overtreft de SGP met wel 168 pagina’s. Het CDA houdt het bescheiden met ‘slechts’ 114 bladzijden.
‘Het is geven en nemen.’ Hoe vaak horen we deze uitspraak wel niet? Er zijn zelfs boeken over geschreven. Ook wereldwijd wordt op grote schaal gegeven en genomen.
Transparantie in de keten, voor sommige bedrijven is dit hun missie, maar voor veel bedrijven is het een ingewikkelde zaak. Terwijl er in ontwikkelingslanden, waar veel grondstoffen en/of producten vandaan komen, een hoog risico is op mensenrechten schendingen. Inzicht in de keten is een belangrijke stap naar transparantie. Om dat te bereiken is wetgeving nodig vinden wij.
Een bewuste consument, misschien bent u er ook één. U doet bewust boodschappen en u let op wat u in uw winkelwagentje legt. U kiest voor seizoensgroenten en -fruit en producten met een keurmerk. Een mooie ontwikkeling, maar weet u als consument van eerlijke producten welk concreet verschil het maakt voor de bijvoorbeeld de bananenboer in Costa Rica of de cashewnotenboer in Benin?
Van de boeren wordt gevraagd dat ze steeds meer oog hebben voor de omgeving. Zij worden geacht na te denken over het verbeteren van werkomstandigheden van het personeel, het dierenwelzijn, het reduceren van overlast, verlagen van gezondheidsrisico’s, mestverwerking en energieproductie en dat kost geld. Wie betaalt daarvoor?
Supermarkten zijn een schakel tussen consumenten en producenten. Daarom kunnen zij verschil maken als het gaat om verduurzaming van bijvoorbeeld groenten en fruit. Zij kunnen consumenten helpen om een duurzamere keuze te maken, maar voor eerlijke producten betaal je over het algemeen een hogere prijs. En hoe wordt die winst verdeeld?
Dit zijn maar enkele voorbeelden uit de complexe internationale keten. Een puzzel met heel veel puzzelstukjes. Vragen waar geen pasklaar antwoord op is. Het is onze wens om ondernemingen te motiveren en te ondersteunen om hun bedrijf op een verantwoorde manier te runnen. Woord en Daad werkt in kwetsbare en arme landen, waar een hoog risico op uitbuiting en mensenrechtenschendingen bestaat.
De overheid zet zich in om vrijwillige sectorale samenwerking te stimuleren middels IMVO-convenanten om te bevorderen dat nagenoeg alle (grote) bedrijven in Nederland de IMVO-regelgeving onderschrijven. Hierbij speelt ‘due diligence’ een grote rol, dat bedrijven risico’s in hun internationale ketens in kaart brengen, deze risico’s voorkomen, aanpakken of stoppen en hierover communiceren. Het gaat dan om risico’s op het gebied van schenden van mensenrechten, arbeidsuitbuiting en milieuvervuiling.
Helaas zijn er nog té weinig Nederlandse bedrijven die ondernemen in lijn met de IMVO-normen. Na evaluatie van de IMVO-convenanten, adviezen van de SER en het evalueren van lobbyadviezen, heeft Minister Kaag een voorstel bij de Tweede Kamer ingediend, dat bedrijven verplicht te ondernemen met respect voor mensenrechten en milieu. Een Nederlandse verplichting is geen overbodige luxe maar bevordert transparantie, geeft duidelijkheid en zorgt voor gelijke regels voor alle bedrijven. Anders blijven alle goede initiatieven en inspanningen een druppel op de gloeiende plaat.
De puzzel is niet compleet als er één of meerdere bedrijven niet meedoen. Vrijwillige samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, vakbonden en het bedrijfsleven om de problemen aan te pakken is er. Het is goed dat de IMVO-convenanten er zijn, maar het is helaas niet genoeg. Er worden zeker stappen gezet, maar het gaat niet snel genoeg. Wetgeving op dit gebied is cruciaal, een belangrijk stukje van de puzzel. Als alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen en de handen ineen slaan kan de puzzel gelegd worden. Wij zullen ons langdurig en gericht inspannen op dit thema omdat we streven naar leefbaar loon en waardig werk voor iedereen en met zorg voor het klimaat en milieu.
Op 8 december is er een debat in de Tweede Kamer over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Joël Voordewind (CU) heeft een initiatiefwet aangekondigd en zal deze naar alle waarschijnlijkheid indienen. We zijn benieuwd.
De behandeling van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verloopt dit jaar wat anders dan anders. Momenteel verkeren we in de uitzonderlijke situatie dat er ruimte is tussen de eerste en tweede termijn. Minister Kaag zit in quarantaine daarom hebben we extra tijd om te reflecteren op wat eerder is gezegd.
Bij Woord en Daad hebben we waarden als naastenliefde en bewogenheid met onze medemens hoog in het vaandel staan. De begrotingsbehandeling is hét moment om mensen in kwetsbare omstandigheden een stem te geven. ‘De COVID-pandemie vergroot de noodzaak om samen voor het goede doel te gaan’, zegt Chris Stoffer van de SGP. Ook Joël Voordewind van de CU benadrukt dat de pandemie de wereld beïnvloedt en de nood juist alleen maar groter maakt. In dat licht zien we graag dat er wordt geïnvesteerd in de toekomst van kwetsbare mensen die hard worden getroffen door rampen en crises. Daarom zijn we blij met het besluit dat het Kabinet extra geld vrijmaakt uit algemene middelen voor coronabestrijding in ontwikkelingslanden.
Echter, de voorgenomen bezuinigingen op o.a. voedselzekerheid stemmen ons minder positief. We willen juist het belang onderstrepen van voedselzekerheid en het werk in de voedselketens. Deze zijn van ongekende waarde vanuit solidariteit met mensen die dat zo hard nodig hebben, maar ook vanuit economisch eigenbelang voor Nederland. Door de crisisbeheersing te koppelen aan economisch perspectief benutten we kansen tussen ontwikkelingssamenwerking en internationale handel. Daarbij is het cruciaal om lokale voedselproductie te stimuleren om zo een sterkere economische basis op te bouwen. De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseert het Kabinet om het Nederlandse bedrijfsleven actief als partner te betrekken bij de maatregelen die genomen moeten worden. En daarbij is het de rol van de Nederlandse overheid om samenwerking zoveel mogelijk te ondersteunen. Zeker in sectoren als gezondheidszorg, voedselproductie en transport.
Altijd al is internationale samenwerking onmisbaar. Maar in deze tijd, waarin de COVID-19 pandemie over de wereld raast, misschien nog wel meer dan ooit. De hele wereldbevolking heeft baat bij een wereld die inclusief, vreedzaam, rechtvaardig, duurzaam en gezond is. Hierin speelt ontwikkelingssamenwerking een cruciale rol. Vanuit mondiaal perspectief hebben we allemaal belang bij het aanpakken van de oorzaken van armoede, conflicten, migratie, klimaatverandering, ongelijkheid en uitsluiting. Willen we verandering bewerkstelligen richting een eerlijke, circulaire, duurzame economie, dan moeten we de kansen die op dit gebied liggen in ontwikkelingslanden benutten. En daar liggen grote kansen. Daarom willen we de overheid oproepen om die kansen niet te laten liggen.
Er is in de achterliggende jaren vooruitgang geboekt in het behalen van de SDG’s, de Sustainable Development Goals. Deze zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn in 2015 door de VN in het leven geroepen als mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030. Effectieve samenwerking is nu hard nodig omdat ontwikkelingslanden 10 tot 30 jaar terug in de tijd dreigen te gaan. Het is nu niet de tijd om te bezuinigen! Het zou mooi zijn als belangrijke waarden van onze samenleving vanuit medemenselijkheid nageleefd worden. Dat we handelen vanuit medemenselijkheid. Dat we samenwerking zoeken. Dat we een uitgestoken hand bieden.
Kortom, wij hopen dat de geplande bezuiniging van ruim 100 miljoen euro op zaken als voedselzekerheid, veiligheid en de versterking van de private sector in lage inkomenslanden heroverwogen wordt. In deze tijd laten wij graag onze stem horen om op te komen voor de allerarmsten. De uitkomst laat nog even op zich wachten, maar wij blijven het met spanning volgen.
9 november 2020
Het besluit van het kabinet op het AIV-advies ‘Nederland en de wereldwijde covid-19 aanpak’ om 150 miljoen euro extra beschikbaar te stellen is een bescheiden stap in de goede richting, maar ontoereikend, zo stellen ontwikkelingsorganisaties vandaag.
Daarnaast wordt er € 350 miljoen vrijgemaakt uit de algemene middelen om de dalende begroting voor ontwikkelingssamenwerking in 2020 deels te compenseren. Tenslotte wordt er geld uit het toekomstige budget van ontwikkelingssamenwerking naar voren gehaald om de begroting voor 2020 en 2021 op peil te houden. Dat laatste betekent feitelijk een toekomstige bezuiniging op hulp aan mensen in kwetsbare posities.
De ontwikkelingsorganisaties vinden het door de coalitiepartijen gevonden compromis niet in verhouding tot wat nodig is om de pandemie te bestrijden, in het licht van enorme toename van extreme honger en armoede wereldwijd.
De AIV had aanbevolen om 1 miljard euro extra uit te trekken, bovenop het op peil houden van de begroting. Buurland Duitsland besloot recentelijk om € 3 miljard uit te trekken. Daar steekt de Nederlandse bijdrage schril bij af.
Afgezet tegen het totale corona steunpakket van € 42 miljard van minister Hoekstra is dit slechts 0,4%. Deze inzet komt in het geheel niet tegemoet aan het brede pleidooi uit de samenleving voor internationale solidariteit in de aanpak van de corona crisis, komend van religieuze leiders tot VNO-NCW.
Hoewel het positief is dat dankzij de inzet van de ChristenUnie, het CDA en D66 de ontwikkelingsbegroting voor het jaar 2020 in stand blijft door een bijdrage uit de algemene middelen, is de aanslag op het toekomstige budget zorgelijk. Het betekent dat er een zware hypotheek op de toekomst wordt genomen en dat de rekening grotendeels in de schoenen van het volgende kabinet wordt geschoven.
De ontwikkelingsorganisaties roepen de coalitie op dit ongedaan te maken. Daarmee kan minister Hoekstra zijn belofte inlossen dat er geen bezuinigingen zullen plaatsvinden. Anders is er een reëel gevaar dat de Nederlandse inzet voor ontwikkelingssamenwerking na 2021 gaat kelderen.
De ontwikkelingsorganisaties stellen vast dat hiermee het AIV-advies en de door de Kamer aangenomen motie Van der Staaij, die de regering verzocht om het ontwikkelingsbudget op peil te houden, niet is uitgevoerd.
Ondertekend door: Partos, WO=MEN, Aidsfonds, Amref Flying Doctors, BothEnds, CARE Nederland, Cordaid, Hivos, KNCV Tuberculosefonds, Light for the World, Oxfam Novib, Plan International Nederland, PharmAccess, Prisma, Red een Kind, TEAR, Woord en Daad, Wemos, WorldVision, ZOA.
De Nederlandse regering tast diep in de buidel om Nederlandse bedrijven overeind te houden tijdens de coronacrisis. De staatsschuld mag met 90 miljard euro oplopen, waarvan 42 miljard euro direct bestemd is voor ondersteuning aan bedrijven. Ik moest denken aan Gloria, onderneemster in Tsjaad. Haar cateringbedrijf bungelt op de rand van een faillissement door de lockdown. Aan Alida die moeilijk grondstoffen kan kopen om de teenslippers die ze verkoopt te produceren. Aan de imkers in Oeganda. Door de lockdown ligt het transport stil. De schuren liggen vol, maar de imkers kunnen de honing niet verkopen. Voor deze ondernemers geen staatssteun. Geen 42 miljard om hen overeind te houden. Maar wel de zakelijke gevolgen van een pandemie, die hen net zo overviel als ons.
Het AIV-advies roept de regering op om minimaal 1 miljard euro beschikbaar te stellen ‘voor het lenigen van de meest acute noden.’ Een ambitieuze oproep die Woord en Daad van harte onderschrijft, zeker na de forse bezuinigingen die de kabinetten Rutte I en II de afgelopen jaren doorvoerde op ontwikkelingssamenwerking. Om echt levens te veranderen is alleen geld niet voldoende. Ook overeenstemming in het beleid in Nederland en maatwerk voor de naasten zijn belangrijk.
In handelsverdragen delven bijvoorbeeld de Afrikaanse boeren en ondernemers nog vaak het onderspit. Grondstoffen uit door rebellengroepen gecontroleerde mijnen vinden nog altijd hun weg naar Europa. En Nederland is nog altijd een doorsluisland naar belastingparadijzen, waardoor overheden miljoenen mislopen. Met ontwikkelingsgeld steunt de overheid diezelfde boeren, armen en overheden. Als de Nederlandse politiek deze beleidskronkels zou aanpakken, kan er echt verschil gemaakt worden.
Tegelijk is maatwerk belangrijk. Gloria heeft andere steun nodig dan Alida en zij hebben weer totaal andere uitdagingen dan de imkers in Oeganda. Organisaties in het maatschappelijk middenveld, zoals Woord en Daad, kunnen dit maatwerk bieden. Deze organisaties hebben niet alleen ‘boots on the ground’, maar zitten (via partnerorganisaties) ook tot in de haarvaten van de lokale context. En het eerste wat dan opvalt: Gloria, Alida en de imkers zijn rasechte ondernemers. Ze zitten niet te wachten op een doos met voedsel of andere grootschalige hulp. Met coaching en een steuntje in de rug, pakken ze zelf kansen. Alida heeft inmiddels een nieuwe collectie slippers gepresenteerd. Bij elke kleurige print is een bijpassend mondkapje te koop. Gloria maakt sap met gezonde ingrediënten en in Oeganda is een plan ontstaan om meer honing te kunnen opslaan. Ondernemers willen geen hulp, ze willen steun.
Geschreven door Jacob van der Duijn Schouten
Er is een training ‘Hoe maak je een succes van je eerste 100 dagen?’ Je leert dan om anderen te overtuigen van je kwaliteiten en leiderschap te tonen, zodat je wordt geaccepteerd in je nieuwe werkomgeving. De eerste 100 dagen moet je vertrouwen opbouwen én je stempel drukken. Daarnaast leer je om je valkuilen te vermijden en word je voorbereid op het gevoel van eenzaamheid dat je de eerste periode kan overvallen, ondanks de vele mensen die je ontmoet.
Acceptatie door collega’s voelde ik vanaf dag één. Vertrouwen was er direct en de noodzaak om meteen ergens mijn stempel op te drukken heb ik niet ervaren. Die training zou mij leren om mijn valkuil te vermijden. Dat was wel handig geweest. Van mijn allereerste leidinggevende heb ik de volgende wijsheid meegekregen: “Je sterke punt, kan zomaar je zwakke punt worden… en vice versa.” Ik heb dat met veel genoegen weer mogen ervaren en vertel je er graag meer over. Het aantal mensen dat ik trouwens heb mogen ontmoeten is overweldigend. Ik had helemaal geen tijd om mijzelf eenzaam te voelen!
Als Woord en Daad werken wij samen met veel verschillende organisaties. Zo gaan wij met de Civic Engagement Alliance (CEA), geleid door ICCO, het laatste jaar van de samenwerking in en schrijven wij samen aan een vervolgprogramma inzake Power of Voices. Daarnaast heb ik kennis mogen maken met tientallen ontwikkelingsorganisaties, waaronder leden van Partos en Prisma. Ik heb trainingen en lezingen gevolgd. In het IMVO convenant Voedingsmiddelensector, gecoördineerd door de SER, ontmoette ik de brancheorganisaties in de voedingsmiddelensector, maatschappelijke organisaties, vakbonden en de rijksoverheid. Binnen het MVO platform spreken wij met verschillende organisaties over nut en noodzaak van wetgeving en de convenanten op dit gebied. Met ons samenwerkingsverband Building Change werken wij samen met tientallen Kamerleden, SDG Nederland, vele andere maatschappelijke organisaties en verschillende ministeries. Mijn collega’s uit het politieke team zijn ook actief in andere samenwerkingsverbanden, maar bovenstaande geeft enigszins een beeld van mijn eerste 100 dagen.
De ‘100 dagen training’ heb ik niet gevolgd en toch heb ik een mooie start gehad. Mede dankzij het zeer warme welkom. Daar wil ik mijn collega’s en alle mensen die ik recent heb mogen ontmoeten hartelijk voor danken!
Geschreven door: Jacob van der Duijn Schouten
In de vorige blog zag u hoe politiek adviseurs van Woord en Daad soms de weg kwijtraken in de krochten van het Europese Parlement. Snel terug naar het vertrouwde Den Haag.
Het hele jaar door vinden er in Den Haag debatten plaats met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Sigrid Kaag. Variërend van handelsverdragen tot voedselzekerheid, van bedrijfsontwikkeling tot het bereiken van mensen met een handicap. November springt er uit als maand met veel ‘politiek geweld’. In die maand debatteert de Kamer met de minister over de inhoud van haar plannen voor het volgende jaar, de hoogte van het ontwikkelingsbudget, en de doelen waar de Nederlandse regering haar ontwikkelingsgeld aan uitgeeft.
Voor ons als lobbyisten zijn dit hoogtijdagen. Want er hangt nogal wat vanaf welke keuzes de minister maakt. Wat zijn de gevolgen van die keuzes voor mensen in ontwikkelingslanden?
In aanloop naar dit soort belangrijke debatten gaan we in gesprek met Kamerleden. We spreken met hen over wat henzelf is opgevallen en welke vragen zij hebben voor de minister. Maar andersom zijn Kamerleden vaak ook benieuwd naar wat wij van beleidskeuzes vinden. Zodoende zijn dit ook momenten waarop we, vanuit de kennis en ervaring die Woord en Daad heeft vanuit haar werk in ontwikkelingslanden, onze zorgen en ideeën met hen delen.
Zo spraken we met Kamerleden over de stand van zaken van een nieuw fonds voor jeugdwerkgelegenheid die de minister mede op verzoek van de Kamerleden heeft opgestart. Over de problemen van mensensmokkel en wat Nederland daar aan zou kunnen doen. Maar ook over de voor- en nadelen van bindende wetgeving voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De negatieve gevolgen van bepaalde bedrijfsactiviteiten doen immers veel positieve inspanningen teniet. Het was goed om te zien dat de minister op deze en andere punten soms flink aan de tand werd gevoeld.
Stevige parlementaire controle van ministers is cruciaal, want de keuzes die ze voorstellen zijn niet zonder meer verstandig. Daarbij is het belangrijk dat er verschillende geluiden klinken. De stem die niet zomaar gehoord wordt, is de stem van de mensen in ontwikkelingslanden. Terwijl het Nederlandse beleid direct en indirect veel invloed op hen heeft. Aan ons de taak om die stem aan het woord te laten.
Geschreven door: Eddie Krooneman
U kent Brussel misschien van Manneken Pis, de Grote Markt of het Atomium. Maar kent u ook de Europese wijk? De Wetstraat, het Luxemburgplein, het Schumanplein? De politiek adviseurs van Woord en Daad kennen daar de weg behoorlijk goed.
Lobby is al lang niet meer alleen maar koffie drinken en netwerken. Uiteraard gaan we regelmatig op bezoek bij ambtenaren of Kamerleden en ja, we zijn ook wel eens op een netwerkborrel te vinden. Maar ik wil vandaag iets meer vertellen over een andere manier van beïnvloeden: de media.
Miljoenen mensen lezen de krant, kijken tv, checken sociale media op hun smartphone of luisteren naar de radio. Ook politici en ambtenaren doen dat. Zodra een bepaald thema in de media besproken wordt dan bereikt je boodschap deze mensen luid en duidelijk.
Die boodschap is luid en duidelijk, omdat er altijd anderen zijn die dat geluid tegenspreken of ondersteunen. Door de reuring die zodoende ontstaat rond een bepaald onderwerp beginnen politici en beleidsmakers een beetje druk te voelen.
Ook Woord en Daad gebruikt media om haar boodschap over te brengen. Lezers van het Reformatorisch Dagblad zijn ongetwijfeld bekend met de columns van mijn collega Evert-Jan Brouwer over duurzaamheid. Maar ook in dagblad Trouw zijn soms artikelen van onze hand te vinden. Alleen dit jaar al pleitte collega Eddie Krooneman ervoor dat Nederland het Marrakesh Migratiepact zou ondertekenen, Evert-Jan Brouwer voor een Klimaatakkoord met aandacht voor ontwikkelingslanden en mocht ik zelf in die krant een oproep doen voor wetgeving zodat bedrijven hun onderneming verduurzamen.
Naast de geschreven pers zijn ook platforms als Twitter voor ons belangrijk om mensen te bereiken. In ons project Building Change (samen met brancheorganisatie Partos en Foundation Max van der Stoel) hebben we een actief Twitter-account waarbij we geïnteresseerd publiek maar vooral Tweede Kamerleden weten te bereiken. Ook hebben wij als lobbyisten allemaal een eigen account waarmee we snel en makkelijk berichten kunnen delen, tegenspreken of ondersteunen.
Het moge duidelijk zijn, naast koffie drinken en netwerkborrels zitten we vooral veel achter onze laptop om niet alleen door daden maar ook door woorden de belangen van ontwikkelingslanden te verdedigen.
Gerjan Agterhof
Samenwerken is een belangrijk onderdeel van het werk van lobbyisten. Als je met meerdere organisaties aanklopt bij de Tweede Kamer kun je een sterker geluid laten horen. De politiek adviseurs van Woord & Daad werken dan ook veel samen met andere organisaties om onze politieke doelen te halen.
Partos
Partos is de brancheorganisatie van ontwikkelingssamenwerking. Veel verschillende organisaties zijn lid van Partos, en die lobbyen op een aantal onderwerpen samen. Bijvoorbeeld over het budget wat de overheid vrijmaakt voor ontwikkelingssamenwerking en de versterking van het maatschappelijk middenveld. Versterking van het maatschappelijk middenveld? Dat is de ruimte die er is voor organisaties die verschillende meningen en belangen vertegenwoordigen. Wereldwijd is er een trend te zien waarbij burgerorganisaties via wetgeving of anderszins minder ruimte krijgen. Wij lobbyen dat die ruimte niet wordt ingeperkt.
Skypen, vergaderen, appen
Elke week skypen de politiek adviseurs van Woord en Daad met lobbyisten van andere ontwikkelingsorganisaties. De politieke agenda wordt besproken en onze reacties daarop. Zo schrijven we brieven aan Tweede Kamerleden, of vergaderen we met ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Of we proberen via Kamerleden bepaalde onderwerpen op de agenda te krijgen. Zie dit artikel als je nieuwsgierig bent hoe de kameragenda werkt. Als dat lukt komt er bijvoorbeeld een AO, dat is een debat van een commissie van de Tweede Kamer. Tussendoor worden alle relevante politieke ontwikkelingen gedeeld via de groepsapp en de mail, er is dus veel contact.
Afgelopen donderdag kwamen we een keer niet bij elkaar via skype maar in een zogeheten Fysieke Meeting. Naast het bespreken van de actuele agenda is dat hét moment om verder vooruit te kijken. Er werd vast nagedacht over de lobbykansen van dit najaar. Zoals de begroting 2020 die op Prinsjesdag gepresenteerd wordt en hoe het OS budget besteed gaat worden. Het ging zelfs al even over de volgende verkiezingen. Die zijn, als het goed is, pas over twee jaar maar je kan niet vroeg genoeg beginnen! Daarnaast was dit voor mij de eerste fysieke meeting. Het was leuk om ook de gezichten van collega-lobbyisten nu ook in het echt te zien. Nu zal de samenwerking vast nóg beter gaan!
Lisanne van der Steeg
Lobbyisten drinken veel koffie. Dat is het beeld dat veel mensen van lobbyisten hebben. En daar zit best een kern van waarheid in, ook als je kijkt naar de politiek adviseurs van Woord en Daad. Met dien verstande dat laatstgenoemden niet zomaar zitten te leuteren boven een bak koffie. Wij zetten koffie heel doelgericht in als middel om met onze politieke doelen in gesprek te komen.
Zo hadden wij vorige week in het kader van ons Building Change project een heus koffie-uurtje georganiseerd voor Kamerleden. In perscentrum Nieuwspoort, direct naast het Kamergebouw. We wilden met hen praten over de zogenaamde SDG-toets. Dat is een nieuw instrument voor ambtenaren van de Rijksoverheid. Zij moeten sinds de invoering van die toets voorjaar 2019 heel serieus rekening houden met de effecten van nieuw beleid op ontwikkelingslanden.
Denk aan de import van soja en palmolie uit landen als Indonesië en Brazilië. Dat moet gaan met respect voor mens en milieu ver weg. Of denk aan handelsafspraken met Afrikaanse landen. Die landen moet je niet kapot concurreren, maar een eerlijke kans geven op de wereldmarkt. De SDG-toets is een middel om dit soort negatieve bijeffecten op tijd te signaleren en er in nieuw beleid of nieuwe wetgeving serieus rekening mee te houden. De 17 Sustainable Development Goals geven de richting aan voor alles wat Nederland kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling wereldwijd.
Woord en Daad had met succes bijgedragen aan de lobby voor dit instrument en nu willen we ook Tweede Kamerleden er vertrouwd mee maken. Vandaar die bak koffie in Nieuwspoort. Ditmaal zelfs met een gebakje erbij!
Maar lobbyisten kennen ook uitdagingen. Zeven Kamerleden hadden zich aangemeld, een mooie score. En uiteindelijk kwamen er twee op de koffie met gebak af. Tsja, gaan mokken boven een bak koffie? Niet onze stijl. Dit soort tegenslagen hoort er voor een politiek adviseur gewoon bij. Kamerleden zijn drukke mensen en hun agenda’s wijzigen voortdurend. De vijf die niet konden komen, weten we heus wel op een andere manier te vinden. Met een lange adem en de nodige creativiteit gaan wij onze weg.
Evert-Jan Brouwer

Graag neem ik u mee naar Den Haag. Ja, Woord en Daad houdt kantoor in Gorinchem. Daar zit 95% van alle medewerkers. Maar wist u dat we ook een kantoortje hebben in Den Haag? Speciaal voor de politiek adviseurs van Woord en Daad. Samen met mijn collega’s Eddie Krooneman, Gerjan Agterhof en Lisanne van der Steeg heb ik een werkplek op de New World Campus. In het opgeknapte, statige gebouw van de oude Posterijen, vlakbij station Holland Spoor, hebben we een kamer met vier bureaus en een vergadertafel.
Voor ons is het kantoortje in Den Haag de ideale ‘uitvalsbasis’. Als politiek adviseurs hebben we elke week afspraken. In de Tweede Kamer, op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, bij de Sociaal-Economische Raad of weer ergens anders. En als we ons voorbereiden op die afspraken, zitten we soms met een groepje lobbyisten aan onze vergadertafel te overleggen. Wat is onze boodschap? Hoe kunnen we die het beste brengen? Bij wie? En wat willen we ermee bereiken?
Één ding staat voor ons bij alle afspraken voorop: politici en ambtenaren maximaal meekrijgen in het grote doel, armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling wereldwijd. Dat is immers de missie van Woord en Daad.
Wellicht is het politieke werk van Woord en Daad nieuw voor u. Blijft u ons dan volgen. Op deze plek gaan we regelmatig iets schrijven over onze politieke avonturen in Den Haag, maar ook in Brussel. Over successen, maar ook over uitdagingen. Dat wordt spannend!
Evert-Jan Brouwer
UTRECHT – Op vrijdagmiddag 17 mei ontmoette Bert-Jan Ruissen, ChristenUnie-SGP-kandidaat voor het Europees Parlement bij de komende verkiezingen, een delegatie van de boerencoöperatie ASPMY* uit Burkina Faso. Onderwerp van het gesprek was de export van Nederlandse uien, en het effect hiervan op de lokale uienproductie in West-Afrikaanse landen. Wereldwijd is Nederland goed voor 15% van de uienexport. Ruim de helft hiervan gaat naar West-Afrika.
De aanwezige uientelers zijn lid van een boerencoöperatie en een week lang te gast bij ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad. Beide partijen werken samen in het ‘Drops4Crops’-project, met als doel het bevorderen van efficiënter watergebruik voor de uienteelt in het droge Noorden van Burkina Faso.
Ruissen luisterde betrokken naar het verhaal de Burkinese boeren: ‘Wij voelen een band met Afrika en vinden het belangrijk dat in jullie land de lokale landbouwproductie versterkt wordt’. De Europese Unie wil een vrijhandelsakkoord afsluiten met West Afrika. Dat akkoord kan ook invloed hebben op de export van Nederlandse uien naar West Afrika.. Het is belangrijk om daarbij goed te kijken of de lokale productie niet ondermijnd wordt door concurrerend aanbod van uien uit Europa.
De Burkinese boeren bepleitten een tijdelijke afscherming van de West Afrikaanse markt in de periode rond en na de oogst, om hun eigen productie te beschermen en daarmee zelf de lokale en regionale markt te kunnen bedienen. Daarnaast vroegen ze om blijvende steun vanuit EU ontwikkelingsgelden voor zaken als opslag en transport. Die zijn cruciaal voor de boeren, om hun uien op tijd op de markt te krijgen en er zo een goede boterham mee te verdienen.
‘Als het gaat om ontwikkelingssamenwerking zien we een aanvullende rol voor de Europese Unie, in samenwerking met lidstaten als Nederland, en met NGO’s’, geeft Ruissen na het gesprek aan. ‘Ik hoop dat we in de komende jaren wat voor Burkina Faso kunnen betekenen’.
*Association des Producteurs Maraichers du Yatenga
Auteur: Nienke Freije (stagiair bij Woord en Daad) | Beeld Corianne Nieuwenhuis

Bezoekadres
Stichting Woord en Daad
Spijksedijk 16
4207 GN Gorinchem
0183 – 61 18 00
info@woordendaad.nl
IBAN: NL64 RABO 0385 4870 88
RSIN: 004275871
© Woord en Daad | Privacy statement | Disclaimer